Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Deybarra (1593-1594)

Ontstaan

Dit vel is rond dezelfde tijd ontstaan als inkoomste en arnesto: de personages die hierin gehuldigd worden zijn werkzaam in de hoogste regionen der administratie, in de onmiddellijke nabijheid van Ernst van Oostenrijk, wat bij twee figuren uitdrukkelijk vermeld wordt (94, 135). Aangezien zij met de landvoogd doorgaans te Brussel verblijven, en dus gezamenlijk te Antwerpen enkel bij Ernsts blijde inkomst aldaar kunnen opgetreden zijn, moet Van der Noot dit vel samengesteld hebben in dezelfde periode als zijn begroeting aan de nieuwe gouverneur. Trouwens, net zoals arnesto en inkoomste draagt ook dit vel de sporen van de haast waarmee Van der Noot te werk gegaan is: meer dan de helft der aanwezige verzen is tweedehands (zie Bronnen; men vergelijke met inkoomste en arnesto) en daarbij nauwelijks aangepast aan de geëerde personages.

Inhoud

-Ode aan Estevan de Ibarra (4-43)
Zie castro 4-51.
-Sonnet voor Leonardo Rotulo Carillo (47-60)
Tal van deugden hebben bij Carillo een onderkomen gezocht. Eveneens hebben verschillende godheden hem begiftigd met hun kenmerkende eigenschappen. Voegt men daarbij Carillo's mildheid, dan is het duidelijk dat Van der Noot diens lof overal moet verkondigen.
-Ode voor dezelfde persoon (63-76)
Deze Nederlandse ode bezit dezelfde strekking als het Franse sonnet, maar ten overvloede wordt hier nog Carillo's dichterlijke begaafdheid geroemd.
-Ode aan Sebastien Westernacher (96-131)
Lofprijzing van Westernacher om zijn talloze gaven. Speciaal gememoreerd wordt zijn voorkomendheid, vooral tegenover dichters. Hierom ook moge Van der Noot alle zorg laten varen.
-Ode voor Albert Fugger (137-152)
Eerder zullen heelal en wereld ophouden te bestaan dan de lof, die de dichters weten te schenken.
-Ode aan Olympia (162-187)
Een lofzang terwille van de deugden die haar sinds de geboorte ingestort zijn.

Bronnen

4-33 = castro 4-33  
34-35   38-39  
36-43   44-51  
87-92 = Magny, A Iean Bertrand, 209-214 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 109)
95-131 = tassis 92-128  
137-140 = Tahureau, A Gilles l'Hvyllier, 1-6 (Jacques Tahureau, Les poesies, Paris, 1574, 49v)
142   7-9
145-146   13-18 (Tahureau, Les poesies, 50r)

Varianten

In de twee langere gedichten, overgenomen uit vroegere PW, is de tekst slechts tweemaal verbeterd: 28, 111; in de resterende varianten is enkel de naam of de betiteling der geëerde personages aangepast: 16, 19, 20, 27, 96, 107, 119, 122.

[pagina 191]
[p. 191]

Verklarende aantekeningen

1 Esteuan Deybarra: Estevan de Ibarra
Op 28 sep. 1592 zendt Filips II zijn secretaris Ibarra naar de Nederlanden om er als secretaris van Ernst van Oostenrijk te fungeren en om er tevens de financiële toestand te onderzoeken. Zijn instructies komen hierop neer, dat hij de Spaanse heerschappij moet helpen beveiligen, ook tegen het Nederlands landsbelang in. Ibarra moet de nieuwe gouverneur in dezelfde richting manipuleren. Na de komst van Ernsts opvolger, aartshertog Albrecht van Oostenrijk, verlaat Ibarra de Nederlanden in mrt. 1596.
Lit.: Léon van der Essen, Alexandre Farnèse, prince de Parme, gouverneur général des Pays-Bas (1545-1592), Bruxelles, 1933-1937, V, 372, 385; NNBW, III, 422 (Haak).
44 Leonardo Rotulo Carillo: lid van een beroemd Spaans geslacht, waaruit nog andere literatoren stammen; zie Nicolaus Antonius, Bibliotheca hispana nova sive hispanorum scriptorum qui ab anno MD. ad MDCLXXXIV. floruere notitia, Matriti, 1783-1788, I, 15 en Johann Heinrich Zedler, Grosses vollständiges Universal Lexicon aller Wissenschaften und Künste, Halle-Leipzig, 1733, V, 831-833.
45 Mie: lees Mte
50 font...demourance: séjournent, habitent Huguet, II, 794 (s.v. Demourance) en Huguet, II, 785 (s.v. Faire demeurance)
51 le Dieu d'eloquence: Mercurius
52 rage: fureur poétique Huguet, VI, 318 (s.v. Rage)
54 son mieux: ce qu'on a de meilleur Huguet, V, 263 (s.v. Son mieux)
voire: même Huguet, VII, 503 (s.v. Voire)
57 Ains: Mais Huguet, I, 140 (s.v. Ains)
darder: vgl. voor dit beeld stevart 47
60 voz: verklaard in 82-83: Carillo is zelf dichter.
64 vroom: eerlijk MNW, IX, 1399 (s.v. Vrome)
70 Aonides vloedt: Aganippe; de muzen heten Aonides naar de oude stam der Aones die aldaar gevestigd was; zie Der kleine Pauly, I, 417.
71 vromen: voordeel MNW, IX, 1400 (s.v. Vrome)
75 Atropos: (genit.) de schikgodin die de levensdraad doorknipt.
84 en el quinto de las Olimpiados: in dit geval zou de Spaanse poëzie nog voor de Italiaanse ter sprake komen; zie etten 162.
primerro: lees primero
87-92: de originele tekst van Magny is door Van der Noot gewijzigd in 87, 91 en 92, maar nooit in de rijmwoorden.
92 dessus: sur Huguet, III, 120 (s.v. Dessus)
93 Sebastien VVesternacher
Hij is secretaris van Ernst van Oostenrijk en tegelijk vertrouwensman van keizer Rudolf II in de Nederlanden. In 1595 correspondeert hij met Lipsius.
Lit.: BN, VI, 648; Fernand Donnet, ‘Variétés campanaires (deuxième série)’, in Annales de l'Académie Royale d'Archéologie de Belgique 61 (1909), 6e série, tome I, 278; NNBW, III, 356; Torrentius, III, 580; Aloïs Gerlo en Hendrik D.L. Vervliet, Inventaire de la correspondance de Juste Lipse 1564-1606, Anvers, 1968, 200.
96 e.v.: deze ode doet thans reeds voor de derde maal dienst in de PW, na liefvelt [1] Bi (b), 2r en tassis 92-128; telkens wordt dit stuk opgedragen aan personages die ongeveer dezelfde functie bekleden.
102 vouer: désirer Godefroy, VIII, 277 (s.v. Voer, vouer)
106 Mignon: Ami intime Huguet, V, 265 (s.v. Mignon)
110 vertuéux: lees vertueux
111 humain: als subst.

[pagina 192]
[p. 192]

116 gentil: noble (moralement) Huguet, IV, 301 (s.v. Gentil)
120 vn autre Mercure: een andere beschermheer (Mercurius staat hier vermeld als god van de redenaars; vgl. 51)
121 prendre la cure: prendre soin Huguet, II, 684 (s.v. Prendre la cure de)
122 fauteur: protecteur Huguet, IV, 53 (s.v. Fauteur)
123 honneur: ornement Huguet, IV, 497 (s.v. Honneur)
127 au besoing: dans le besoin, au moment où l'on a besoin de quelqu'un Huguet, I, 559 (s.v. Au besoin)
130 Or sus!: Eh bien! Godefroy, VII, 608 (s.v. Or sus)
mangré: lees maugré
ans...suruiuants
(131): dit rijmpaar is ontleend aan matthias 288, 290.
131 suruiuants: qui vivent plus tard Huguet, VII, 150 (s.v. Survivre)
132 der vromer: van de rechtschapenen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
133 Der seluer: gen. mv.; parallelle constructie met 132
134 Albert Fucker: Albrecht Fugger (†1614)
Zoon van Max uit de Linie Nordendorf. In juli 1598 reist hij naar Madrid om er de belangen van het handelshuis te verdedigen, wat hem blijkbaar gelukt is.
Lit.: Ernst Hering, Die Fugger, Leipzig, (1942), 304.
137 le chariot: de Wagen, andere naam voor het sterrenbeeld van de Grote Beer.
que: voor qui (ond.) Huguet, VI, 269 (s.v. Que)
140 Tournera: Changera Huguet, VII, 281 (s.v. Tourner)
tost: vite Huguet, VII, 272 (s.v. Tost)
144 la Soygne: het Zoniënbos
serfs: cerfs
wide: lees vuide
145 gentils: zie 116
151 vn auant ieu: une prélude Huguet, I, 426 (s.v. Avant-jeu); Van der Noot beroept zich herhaaldelijk op dit verontschuldigend argument; zie Inleiding.
seiour: retard Huguet, VI, 748 (s.v. Sejour)
153 aen: blijkbaar uitgesproken met lange vocaal DW, I, 284 (s.v. An)
schriebt: een spelling die wel eens in het Middelduits voorkwam DW, IX, 1690 (s.v. Schreiben)
155 Deurluchticheyt: Durchlaucht DW, II, 1646 (s.v. Durchleuchtigkeit); het voorz. wordt in Schwabenland en in Rheinfranken dur gespeld DW, II, 1568
Cammerrer: spelling zonder umlaut ook bij Luther DW, V, 117 (s.v. Kämmerer)
ect.: lees etc.
172 soussy: soucie Huguet, VII, 67 (s.v. Soussie)
176 gentil: où il y a de la noblesse morale Huguet, IV, 301 (s.v. Gentil)
182 Vertu: het algemene begrip tegenover de twee kardinale deugden in 175 en 177.
189 qu': que voor qui (ond.) Huguet, VI, 269 (s.v. Que)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken