Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Balbi (1589-1590)

Ontstaan

In de eerste foliohelft huldigt Van der Noot de gebroeders Bartolomeo en Jeronimo Balbi, in het tweede blad Adriaan de Voocht. Ook de inhoud van de gedichten is strikt gescheiden: de verzen voor de gebroeders Balbi behandelen alle een zelfde ernstig onderwerp; daarentegen zijn de sonnetten, opgedragen aan De Voocht, uitsluitend gewijd aan de liefde. Ook de illustratie op f 2v sluit rechtstreeks aan bij de tekst van 176, zonder enig uitstaans te hebben met de gedichten voor de Genuese consuls.

Inhoud

-Sonnet voor de gebroeders Balbi (5-18)
De deugd alleen verschaft ware adel; de gebroeders Balbi echter bezitten zowel de edelheid die gebaseerd is op deugd als op afkomst; hun goede eigenschappen verplichten Van der Noot dan ook om hen te bezingen.
[pagina 270]
[p. 270]
-Ode voor dezelfde personen (23-86)
Van der Noot zou beide Genuese heren met milde hand willen beschenken, maar dat gedoogt zijn huidig lot niet. Wel heeft Clio hem begiftigd met een schat aan verzen, waardoor hij zijn vrienden kan vereeuwigen. Bartolomeo en Jeronimo worden niet zozeer geprezen om hun rijkdom en aanzien bij het hof, als wel om hun deugden en literaire belangstelling.
-Sonnet voor Adriaan de Voocht (175-188)
Dag en nacht komt Erato de dichter aanzetten om Olympia's lof te verkondigen. Voor deze opdracht deinst hij echter terug, want wie zou haar kwaliteiten en verdiensten kunnen volprijzen?
-Sonnet voor Olympia (208-221)
Zie scholiers 126-139.

Bronnen

23-86 = Magny, A l'illvstrissime cardinal Alexandre Farnese. Ode, 1-40, 45-48, 65-88 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 35-38)
157-170 = Turrin, Livre des sonets amovrevx. Sonet 57 (Claude Turrin, Les oevvres poetiqves, Paris, 1572, 65v-66r)
175 = Ronsard, Les amovrs. Sonnet LXCVIII, 1-2 (STFM, V, 133)
207-221 = scholiers 124-139

Varianten

Tegenover scholiers 124-139 is in 207-221 slechts één woord vervangen: 208 claer' (tegenover bruyn). Daarnaast komen natuurlijk enkele varianten in de spelling voor.

Verklarende aantekeningen

1 Bertolomeo et Hieronimo Balbi
Van deze twee broers, afkomstig uit Genua, duikt de naam van Jeronimo slechts éénmaal op (Brulez, 548).
Bartolomeo (†Antwerpen 6 dec. 1592) ‘Balby oft Pinelly’ bezit meer profiel. Hij behoort tot de belangrijkste kooplieden te Antwerpen, want in 1579 betaalt hij 200 gulden per maand in de lening van 52.000 gulden. Ook tijdens het volgende jaar neemt hij deel in een lening.
Balbi bezit ongetwijfeld culturele belangstelling: in de Madrigali (1581) van Séverin Cornet wordt een Italiaans sonnet van Stefano Ambrosio Schiappalaria opgedragen aan Bartolomeo en zijn echtgenote Lucretia. In 1590 publiceert de Mechelse pedagoog Lambertus Schenkelius de Rhetorica van Cornelius Valerius; hij draagt deze editie op aan Bartolomeo Balbi, consul der Genuezen te Antwerpen.
Lit.: AA, XVI, 207; XVII, 401 noot; Brulez, 548; G. van Doorslaer, ‘Séverin Cornet, compositeur-maître de chapelle (†1530-1582)’, in De Gulden Passer 3 (1925), 183, 203; Grafschriften, II, 112; Gerrit Kuiper, Cornelius Valerius en Sebastianus Foxius Morzillus als bronnen van Coornhert, Harderwijk, 1941, 134 en noot 5 aldaar, 135.
2 consvls: zie moneglia 2; was enkel Bartolomeo consul? Of de een na de ander?
5 Noblesse: men denke aan de spreuk Sola nobilitas virtus (Juvenalis, Satyrae, VIII, 20), die in het exemplaar der PW, bestemd voor Arnoud Sasbout, staat neergeschreven.
9 stronc: contaminatie van het Fr. tronc (Littré, VII, 1357) en het Ndl. stronk, als de stam van een familie WNT, XVI, 101 (s.v. Stronk)
10 encor: aussi Huguet, III, 410 (s.v. Encores)
12 genereux: nobles (moralement et par naissance) Huguet IV, 292 (s.v. Genereux)
16 Dont: A cause de quoi, par suite de quoi Huguet, III, 251 (s.v. Dont)
25 Agamennon: de opsomming der geschenken, waarmee hij Achilles' hulp wil afkopen, vindt men in de Ilias, IX, 121-156.
toe drinken: met een dronk (hier: ter verzoening) toekennen, schenken WNT, XVII, 428 (s.v. Toedrinken)

[pagina 271]
[p. 271]

26 Pelien: Achilles als zoon van Peleus
hoogh: fier WNT, VI, 1013 (s.v. Hoog)
27 Helt: Achilles
28 teghen Menetums kindt: de zoon van Menoetius is Patroclus, de boezemvriend van Achilles. Van der Noots voorstelling, als zou Achilles in woede ontstoken zijn tegen Patroclus, is zinloos, en stoelt dan ook op een misvatting van de nagevolgde Franse tekst. Magny schreef immers: ‘Lors que ce Duc Thessalien [= Achilles], ❘ De courroux enflammant son ame, ❘ Auec l'enfant Menetien, ❘ Se despitoit pour vne femme’. In het voorlaatste vers moet Auec vertaald worden als ‘samen met, in het gezelschap van’, want in de Ilias, I, 306-307 vergezelt Patroclus Achilles naar zijn tent na de uitbarsting van het conflict met Agamemnon. Van der Noot heeft gemeend dat Auec hoorde bij Se despitoit, en vandaar dan ook zijn vertaling ‘teghen’.
29 t'vroulijck beeldt: Briseïs, de slavin van Achilles, die hem door Agamemnon wederrechtelijk was ontnomen.
32 hem: nl. Den grooten schat (24)
36 vaten: voor de kruiken op de drempel van Zeus' woning, waaruit hij de mensen goed of kwaad schenkt, zie voorwerk 1580-1581 23.
44 haest: in een korte tijd WNT, V, 1480 (s.v. Haast)
45 toe-draghen: schenken (als aandeel) WNT, XVII, 421 (s.v. Toedragen)
47 vroomste: dapperste MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
Alcides: zie farneze 97
48 Tindarides: Tyndareus was de vader van Clytaemnestra en Helena; deze laatste wordt dan ook Tyndaris genoemd. Van der Noot kan echter ook, parallel met Alcides (47), de kleinzoon van Tyndareus, Orestes, bedoeld hebben: Magny vermeldt in de overeenkomstige passage immers niet Hercules en Helena, maar wel Theseus (die veel vereenkomsten met Hercules vertoont) en Orestes.
54 Heur: niet noodzakelijk een drukfout voor Hier; het kan ook dat. mv. zijn.
saen: spoedig MNW, VII, 41 (s.v. Saen)
71 deur-gaen: voorbijgaan WNT, III, 2959 (s.v. Doorgaan)
76 Veursichtighlijc: met doorzicht MNW, IX, 1074 (s.v. Voresichtichlike)
90 Gentilhoumini: lees Gentilhuomini
96 saptete: lees sapete
105 presetaua: lees presentaua
107 tronando: lees trouando
111 spritu: lees spirtu
129 quael: lees quale
140 Peniche: lees Pheniche
Vlixe
, Aiace, & Pheniche: uit hen bestaat inderdaad het gezantschap dat naar Achilles gezonden wordt in Ilias, IX, 168-170
149 cazones: lees canzones
154 prefectos: lees perfectos
155 siegniente: lees sieguiente
157-170: afgezien van enkele minieme varianten in de spelling zijn er geen verdere wijzigingen tegenover de oorspronkelijke tekst van Turrin uitgevoerd.
159 traison: trahison; in de uitspraak telt ai slechts voor één syllabe Huguet, VII, 299 (s.v. Traison)
160 asseurée: protégée Huguet, I, 350 (s.v. Asseurer)
161 chantre: poète Huguet, II, 190 (s.v. Chantre); bedoeld is Hesiodus, wiens geboorteplaats Ascra nog in hetzelfde vers wordt vermeld.
163 despité: méprisé Huguet, III, 103 (s.v. Despiter)
164 eneor': lees encor': à cette heure Huguet, III, 409 (s.v. Encores)

[pagina 272]
[p. 272]

  les compaignes d'Astrée: bij het zien van deze verwerpelijke tijd zou hij het gezelschap van Astraea de aarde laten verlaten, zoals op het einde van de Gouden Eeuw.
165 Sa: nl. van ce chantre (161)
167 iniure: mal Huguet, IV, 638 (s.v. Injure)
168 plus: le plus Huguet, VI, 42 (s.v. Plus)
170 Por: lees Pour, zoals in de originele tekst van Turrin, hoewel por natuurlijk als oudere vorm van pour voorkomt; zie Littré, VI, 222 en Godefroy, VI, 279.
froidure: indifférence Huguet, IV, 220 (s.v. Froidure)
171 vevrsininighen: lees vevrsinighen: vooruitziende MNW, IX, 1080 (s.v. Voresienich)
172 Adriaen de Voocht
Hij is kapitein van een compagnie infanterie en huwt Isabeau Triest, dochter van Charles (†9 juni 1612) en van diens tweede vrouw Antoinette Utenhove (†27 okt. 1581); zie Herckenrode, 1918.
176 Eraton: de gepaste muze blijkens 178
177 verciren: zie apologie 23
188 Vooht: lees Voocht
vroom:
rechtschapen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
190 bellissma: lees bellissima
191 d'iDido: lees d'Iddio
192 Madono: lees Madona
193 sempre sempre: lees sempre
203 singniete: lees siguiente
209 hebbeu: lees hebben
210 Hilicon: lees Helicon
222 Gratior...: zie daems 275
f 2v onder de houtsnede: Tempora: lees Tempera
223 Mnemia Virgo: een maagd, geboren uit Mneme (= Mnemosyne), dus een muze; zie Pauly-Wissowa, XV, 2257-2258.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken