Memoires 1998-A
(2021)–Willem Oltmans–
[pagina 205]
| |
Amsterdam25 juni 1998Ik schreef Casper voor zijn vijftigste verjaardag. Nu is het zaak weer in de routine te raken, maar ik heb eigenlijk geen zin in de reünie van Nijenrode. Ellen had met Sillevis Smitt gesproken en hij ging akkoord dat ik hem vandaag telefoneer. Ellen had het over ‘informatie’ uit Den Haag die haar was doorgespeeld. Namelijk dat Beatrix razend is vanwege het verhoor van Margriet. ‘Zij heeft geen zin zich te laten chanteren door een mijnheer Oltmans.’ Ik bereikte met Ellen een nieuw dieptepunt. Het horen van Bernhard zou nu als een boemerang werken en zal de zaak alleen benadelen. Fuck them all, zowel koningshuis als advocaten. Het zal me een rotzorg zijn. Ik heb van Peter bovendien geen brief gekregen waarin hij onze ‘overeenkomst’ van 17 juni zou samenvatten, wat hij wel beloofd had. Nu zegt Ellen: ‘Hij wil je er eerst nog wat over zeggen.’ Lekkere boel. Ellen was chagrijnig, alleen omdat ik gisteravond Peter had gebeld en niet haar. Ik had geen zin in hysterisch gedoe. Ik had een lang telefoongesprek met Sillevis Smitt. Hij vond het niet behoorlijk om mij onder vier ogen te ontvangen, want het zou uitgelegd kunnen worden als gekonkel. Afspreken kan, maar dan wel met Ellen erbij, anders niet. Toen vroeg hij plots hoe het met broer Theo was, want ze hadden samen intern in Aerdenhout bij de leraar H. Schmidt Degener van het Kennemer Lyceum gezeten. Hij wist ook dat Theo samen met Hendrik met de auto door de Sahara naar Zuid-Afrika waren gereden. Ik was stomverbaasd. | |
[pagina 206]
| |
![]() Ik ben de afgelopen dagen zeer in dubio geweest of ik naar de reünie van Nijenrode zal gaan. De kolossale publiciteit recentelijk, zal veel van die figuren hebben geërgerd en omdat ze zonder te weten waar het over gaat hun mening vormen - zoals gewoonlijk - en ik geen zin heb er vragen over te beant- | |
[pagina 207]
| |
woorden, ga ik maar naar de volgende reünie, als het hopelijk allemaal voorbij is en ik een auto kan huren en niet vanaf het station in Breukelen naar het kasteel hoef te lopen. Wie is Arthur Ellinger toch eigenlijk? Hij heeft me een aantal zaken doen toekomen, gericht aan Dudi Sudibyo. In een briefje aan mij vraagt hij of ik hem in contact wil brengen met de kinderen van Sukarno. Nee, dus. À la Verrips schrijft hij ‘verslagen’ over de huidige toestand in Indonesië, die rommelig en onduidelijk zijn. Wat dat betreft was Verrips veel exacter en gebruikte hij - wie het dan ook werkelijk was die het schreef - veel beter Engels.Ga naar voetnoot240 Gerlof Leistra van Elsevier had me twee zeer interessante artikelen gestuurd. Hij belde me vandaag, maar kondigde aan me later te zullen bellen. Hij is geïnteresseerd in Suriname. Ellen had me een brief gegeven van advocaat De Winter namens Story. Hij schreef dat volgens Santegoeds mijn naam uit het colofon van Story is verwijderd toen ik ‘geen bijdragen meer leverde’.Ga naar voetnoot241 Ik heb De Winter teruggeschreven dat ik meerdere artikelen heb ingeleverd en suggesties heb gedaan voor reportages, maar dat ik van Story niet eens antwoord kreeg, noch werd mijn kopij teruggestuurd. Ik heb geen pogingen ondernomen voor andere familiebladen te gaan werken omdat ik meende voor Story te werken. Nu blijkt dus dat op mijn bijdragen geen prijs meer gesteld werd. Ik besloot de brief met de mededeling dat ik hoop dat dit vriendschappelijk afgehandeld kan worden, en ik verwacht nog steeds 10.000 gulden van Story. Ik heb vanavond 9 december 1988 bereikt. Het blijft een fascinerende onderneming. Ik ga er misschien vanavond nog even tussenuit, al ben ik niet echt aan een nummer toe. Mijn uitkering werd overgemaakt, plus vakantiegeld: 2.000 gulden. Gerard Groothuyse (van lichting 1946-1948) belde om te zeggen dat hij dikwijls aan me dacht, en voor me bad. Hij dacht dat ik ging winnen. Hij was wel naar de Nijenrode-reünie gegaan. De lunch voor 65 gulden bestond uit enkele zeer magere boterhammen, wat hij een schandaal vond. Neelie Peper- | |
[pagina 208]
| |
Kroes had een slap verhaal gehouden. Vic Vernède was er ook. Ik heb Gerard een briefje geschreven, dat ik zijn telefoontje zeer waardeerde. Ik bracht vanavond ook een brief naar Peter Nicolaï, dat het uitblijven van zijn verslag over de afspraken van 17 juni me nu ongerust maakte. Ik sloot mijn brief, waarin ik mijn beklag deed over het geroddel van Abram, bij. En ook een kopie van de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek uit 1988. | |
27 juni 1998Ik heb vanmorgen vroeg Ellen en Peter een duidelijke brief gebracht, waarin ik uiteenzet dat ik me op geen enkele manier onder druk laat zetten. Zij hebben nog steeds niet door dat de rollen nu omgedraaid zijn, en dat de Staat er nu juist belang bij heeft de zaak zo snel mogelijk af te wikkelen. Maar ik wil niet dat deze haast ertoe gaat leiden dat mijn belangen uit het oog verloren worden.Ga naar voetnoot242 Ellen belde rond de middag, en zei onder andere dat zij uitvoerig met Verploeg aan de telefoon had gesproken. ‘Die is helemaal omgedraaid.’ ‘Ja, ik heb hem een zeer geraffineerd briefje geschreven...’ antwoordde ik, maar kwam niet verder, want ze zei: ‘Je moet nu eens ophouden met briefjes schrijven.’ ‘Houd je bek,’ zei ik en hing op. Ik wens, zeker door haar, nooit meer zo aangesproken te worden. Ellen belde terug (ze heeft wel lef). We bespraken de botsing. Ja, zij wilde dit ook niet meer. Om 15:30 uur was er een ontmoeting over mijn zaak met Verploeg en Broertjes en daar ging zij liever heen dan naar de afspraak met Sillevis Smitt. Ellen zal Sillevis Smitt bellen. Ik heb mijn grieven samengevat in een brief die ik Ellen zal brengen, als het gestopt is met regenen.Ga naar voetnoot243 Voor het eerst sinds ik hier woon heb ik de badkamer zelf schoongemaakt en het gaat eigenlijk best. | |
[pagina 209]
| |
Peter er gisteren heeft uitgehaald wat eruit te halen viel. Hij had een aparte berekening gemaakt wat het me eigenlijk zou opbrengen, tot 2,8 miljoen, maar dat is dus gebaseerd op negen jaar geleden. Op een of andere manier zat die berekening er weer niet bij toen ik thuis kwam. Ik had het laten liggen. Ellen spreekt weer dagelijks met Verploeg, wat ik idioot vind. Het is eigenlijk abnormaal. Ze zinspeelde erop dat ze veel nieuwe informatie had. Dan weet je van wie: Verploeg. Ellen beweerde dat Verploeg weer op haar tippelde, en dat Peter Nicolaï daar een grapje over had gemaakt. Ook uit de duim gezogen. Ze heeft er wel voor gezorgd dat Han Lammers mee wil met Broertjes naar Van Mierlo. Daarnaast zijn de advocaten het erover eens dat Schuijt een zeurpiet is. Op de fiets bedacht ik me dat ik toch meer over Ellen moet noteren, helaas, voor het geval dat. Ik zei daarnet nog tegen haar: ‘Ik kan altijd aan het gezicht van juffrouw Mulisch zien hoe je over me geroddeld hebt.’ Ze begon heel hard te lachen. Jan Marijnissen stuurde een bemoedigend faxje en stelde voor weer eens poffertjes te gaan eten. | |
30 juni 1998John Janssen haalde me in Leiden op. Ongeveer vijftien gasten - allemaal mannen, slechts een vrouw - van het cda, gemeente Wassenaar, arriveerden. Ik sprak een kwartiertje en even later brachten ze me terug naar station Leiden. Ik stuurde Peter Nicolaï een fax om mijn zorgen over Ellen over te brengen, en hen op het hart te drukken alert te blijven omdat we op ijs vol wakken lopen.Ga naar voetnoot244 Eindelijk heb ik Haakmat te pakken gekregen. Hij was in Suriname geweest, had Bouterse ontmoet, maar dat is geheim, want hij is op een missie en moet nog terug. Ik heb, via Arendo, Leistra gealarmeerd. Ik sprak met Haakmat af dat we elkaar spreken voor hij teruggaat, en hij zal op zijn beurt Bouterse voor mij benaderen. Ellen belde vanavond. Van Mierlo stelde een bijeenkomst steeds uit. Verploeg had vergeefs geprobeerd hem te bereiken, en was daar boos over. Ellen gaat dus een brief opstellen namens de vier.Ga naar voetnoot245 Ze gaan die sturen naar Van Mierlo's persoonlijke fax op het ministerie. We kregen weer de grootste herrie omdat ik hierover begon te lachen. Want: a) die krijgt hij niet, b) heb je erover gedacht een kopie bij hem in de bus te doen? Zo'n brief is bovendien weer een herhaling van zetten. Dit is | |
[pagina 210]
| |
vergelijkbaar met de brief van december, waar we pas op 21 april antwoord op kregen. Eigenlijk was ik razend. We spraken verder. Ellen zette uiteen dat het verhoor van Margriet enerzijds de druk had bevorderd, maar anderzijds dat daardoor de gelederen zich bij de tegenpartij gesloten hadden. Kom je aan het hof dan sluit Den Haag de rijen. De bereidheid tot een schikking was daardoor weggevallen. Van Mierlo heeft ook een brief van Jurgens en co. gekregen dat zij zich terug hebben getrokken. Dat is een keerpunt geweest van wat door het driemanschap Jurgens net was opengebroken. Dus door Jurgens te vragen zich er verder buiten te houden was het volgens Ellen mijn schuld dat Van Mierlo niets meer doet. Ik werd opnieuw razend. Maar goed, we ploeterden verder, en kwamen te spreken over haar telefoongesprek met Sillevis Smitt. Hij vond mij van oorsprong ‘keurig, maar uit het nest gevallen’. Iemand met mijn achtergrond die het koninklijk huis aanvalt, vindt gesloten gelederen tegenover zich, was ook zijn reactie. Het wordt dus altijd zo gedraaid dat proberen mijn werk te doen en eerlijk over alles te zijn, het probleem vormt. De Staat is van mening dat ze het proces winnen, dus waarom zouden ze een zet doen? ‘Zij vinden zichzelf belangrijker dan jouw gelijk,’ zei Ellen. ‘Dan wordt er gezegd: Margriet voorbrengen? Hoe durf je!’ Ze benadrukte: ‘Sillevis Smitt is de vijand, wees op je hoede.’ Welja, ook dat nog. Ze heeft voor mij een afspraak op 1 juli gemaakt. Dus gleden we stap voor stap naar de situatie om Bernhard schriftelijk te laten antwoorden, of anders helemaal het onderwerp biografie af te sluiten, en ook met Hazeu en Ammerlaan te stoppen. Toen dacht ik: ze heeft wellicht gelijk. Laten we alle juridische procedures stopzetten, zolang er gesproken wordt. ‘Tenslotte,’ voegde Ellen toe, ‘zijn die verhoren en dagvaardingen zo weer op te starten.’ Dat besloten we te doen. Ook sprak ik met haar af dat Peter Nicolaï Erik Jurgens gaat schrijven dat we hem er weer bij willen betrekken. Verploeg dacht nog steeds dat Ellen mij tot het vervolgen van Doeleman had aangezet, wat helemaal niet waar is. Bovendien hengelde hij naar stopzetten van de procedure tegen Doeleman. Dat wil ik wel doen alleen ‘op voorwaarde dat hij een brief schrijft en terugneemt waar hij me van beschuldigde,’ zei ik tegen Ellen. ‘Dat doet hij nooit,’ zei ze, ‘want Doeleman zegt, wie kaatst....’ Pieter Broertjes had tegen de advocaten gezegd: ‘Nu ik erbij ben, is Willem rustig.’ | |
[pagina 211]
| |
Erik van den Muijzenberg belde nog dat Luc Sala de opname van het gesprek met Foudraine op video aan het verkopen is. Erik is er weg, met twee anderen, vanwege de stevige methodes van Luc.
(Wordt vervolgd) |
|