Het was lastig uit te leggen, intern, maar vooral ook aan Willem Oltmans zelf, dat er soms iets niet (meteen) te vinden was of, en dat was nóg lastiger te accepteren voor Oltmans, dat er geen papieren over zijn bezigheden aanwezig waren of bewaard waren gebleven, of in elk geval niets belastend in zijn ogen. Hij redeneerde zoals minder ervaren onderzoekers gebruikelijk plegen te doen: als het door mij bedachte document niet aanwezig is, dan is het vernietigd of heeft iemand het verstopt, want het kán niet zo zijn dat een door mij gewenst document niet bestaat... dat is altijd lastig uitleggen dan.
Ik was een beginnend ambtenaar destijds; maar als junior medewerker van het kleine bureau wob zat ik wel bij de zittingen van de bezwaarschriftencommissie die op het ministerie werden gehouden. Na een van de zittingen zag Oltmans mij in mijn kamer zitten en sprak me spottend aan met ‘excellentie’. In het voorbijgaan zei hij ook voor mij duidelijk verstaanbaar ‘je moet die diplomaten altijd stroop om de mond smeren, daar kicken ze op’ of woorden van gelijke strekking. Maar ik was nog geen diplomaat, laat staan een ‘excellentie’ Dat woord werd trouwens al jarenlang niet meer gebruikt op het ministerie, ook niet voor de minister, dus werd het eerder als azijn (of ironie) dan als stroop ervaren.
Nadat de wob- en de daarmee samenhangende bezwaarprocedures waren afgerond werden alle beschikbare dossiers aan Oltmans ter inzage gegeven. Het vervulde hem met grote verontwaardiging. Oltmans ging altijd uit van kwade trouw en hij richtte zijn toorn op het gehele ministerie. Het kan heel goed zijn dat in de jaren 50 en 60 men op een manier reageerde op ‘buitenstaanders’ zoals Oltmans schetste; echter in de jaren na 1970 was er een wezenlijke verandering; ook het ministerie vormde een afspiegeling van de samenleving en er werd geheel anders gereageerd op verzoeken en openbaarheid; de hele wob is daar natuurlijk een voorbeeld van.
Maar Oltmans vroeg steeds maar weer om meer stukken want er móést, zoals ik al eerder heb uitgelegd, in zijn ogen gewoon meer zijn...
Door de verkregen documenten zwol de stroom aan brieven en faxen, een medium waar Oltmans veel gebruik van maakte, aan en werden de ingenomen stellingen en ‘eisen’ steeds radicaler. Het werd een grotere zaak dan de gebruikelijke wob-verzoeken. Oltmans mobiliseerde en verkreeg veel persaandacht en dat werd in de loop van de hele procedure niet minder. Soms vormden de uit-