Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrolijke jongensstreken (ca. 1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrolijke jongensstreken
Afbeelding van Vrolijke jongensstrekenToon afbeelding van titelpagina van Vrolijke jongensstreken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (14.49 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrolijke jongensstreken

(ca. 1950)–J.F. Oltmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

De geleerde boer.

Op een grote welvarende boerderij werd Arnold Brandenburg geboren. Hij leerde vlijtig op de school in het dorp en later op het Gymnasium in de stad, zes uren sporen ver van het huis van zijn ouders. Altijd had zijn vader gehoopt dat Arnold later iets in de regering te zeggen zou krijgen, want er kon best wat voor de boeren gedaan worden, dacht de brave maar niet zeer snuggere landbouwer. Hoe geheel anders kwam dat uit. Later toen Arnold van het Gymnasium naar de Universiteit ging en altijd maar verder studeerde, hoorde je al meer en meer over hem spreken. Hij was wel in de politiek gegaan maar werkte daarin juist de boeren tegen. De buren van de oude landbouwer Brandenburg zeiden: ‘Waarom heb jij je zoon laten studeren, wilde jij ons ten val brengen?’

En het hielp hem niet of hij zei: ‘Ik had juist gedacht dat het door hem voor ons goed zou worden.’ Allen in de omtrek haatten de oude boer en zochten hem zoveel mogelijk te benadelen. Daarom verkocht Brandenburg het huis en het erf voor een lage prijs en ging van die kleine som geld in een provinciestadje wonen, waar hij een kleine groententuin hield en wat bloemen voor het huis.

Zijn vrouw was sinds lang gestorven en een oud vrouwtje verzorgde zijn klein huis.

[pagina 105]
[p. 105]

Ze hield het alles keurig en ze besteedde veel zorg aan meubels en houtwerk. Ze had hier al zolang gewoond en het was haar alles dierbaar geworden. Het kleine nette keukentje. Het keldertje en de kleine zolder zelfs, waar ze het wasgoed droogde. In het stadje werd ze dikwijls nageroepen voor heks, door ondeugende schoolkinderen. Zeker omdat ze geen mooi gezicht had en krom, en ook omdat ze een oude zwarte poes had die altijd langzaam naast haar voortstapte als ze boodschappen deed in de winkelstraat. Meestal op een stil uur en op het laatst altijd voordat de twee scholen van het stadje uitgingen. Ze verzorgde de oude boer Brandenburg als een zoon. Maar sprak in de winkeltjes altijd van ‘mijnheer’. Ze was zelf nog heel pienter, maar deed het altijd voorkomen alsof mijnheer hoog boven haar stond in aanzien en geleerdheid. Mijnheer had immers een zoon die zo geleerd was en die ver in de grote stad heel veel te vertellen had. Die zoon kwam wel nooit thuis. Hij was na de dood van zijn moeder nog maar eens geweest op de boerderij, maar hier.... och zo'n staatsman komt hier niet meer, dacht ze nederig.

Het is hier alles te klein voor voorname lieden. Maar plotseling gebeurde het, dat er een dure auto in het stadje kwam en de bekende staatsman kwam het kleine voortuintje door om zijn vader te bezoeken. Dat het bezoek maar een bedoeling had heeft nooit iemand geweten. De staatsman kwam geld lenen. Hij nam de cheque van zesduizend gulden nauwelijks aan. Het was maar een kleinigheid voor hem. Dat hij geen stuiver meer bezat en dat de auto hem niet toebehoorde bleef geheim. Zelfs dat zijn politieke partij in duigen viel en hij met zeer ondergeschmikt werk weinig kon verdienen, bleef een geheim. Gelukkig beleefde de oude boer het niet, dat al zijn geld werd opgemaakt en van de armoede van zijn zoon in de politiek was hem nooit iets bekend geworden.

[pagina 106]
[p. 106]

Tot zijn laatste levensogenblik dacht de oude Brandenburg, mijn zoon wordt nog eens het hoofd van de staat en dan wordt het goed. Voor zijn dood nam hij afscheid van zijn zoon en ook toen was zijn bewondering nog bijna eerbied.

Vele jaren daarna gebeurde het op een regenachtige middag, dat de oude huishoudster een brief onder de deur geschoven vond en daardoor kwam er een grote verandering in haar leven.

In de brief stond: Leg vanavond klokslag 10 uur duizend gulden neer in de achtertuin bij het hek. Als je het niet doet, verbranden we je levend, want je bent een heks! - Bevend van angst zat het vrouwtje die avond alleen in haar huisje. Wat moest ze beginnen. Als ze naar buiten ging, om bij de veldwachter hulp te vragen, werd ze misschien meteen al aangevallen. Maar als ze vóór 10 uur het geld niet had neergelegd, zouden de rovers het huis in brand steken. Och, och, wat een tijden beleefde ze en hoe wisten die bandieten, dat hier nog geld was. Onverwacht kwam er redding. Ze hoorde een auto stilhouden voor het huis en om het gordijn ziende, zag ze hoe de veldwachter uitstapte en wees, terwijl hij zei: ‘Hier is het, mijnheer!’ Even daarna was de geleerde heer Brandenburg binnen. Hij kwam, om te spreken over zijn vader en informeerde al spoedig naar diens nalatenschap. De oude huishoudster verzekerde, dat mijnheer reeds alles bezat, wat zijn vader had toebehoord en vertelde dan in één adem van de dreigbrief, die ze had ontvangen.

‘Wees maar gerust,’ zeide Brandenburg, ‘want als er een auto voor de deur staat, durven de rovers zeker niet te komen!’

Zo was het ook. Er gebeurde niets die avond, behalve, dat Brandenburg had vernomen, dat de oude huishoudster een grote som geld verborgen hield. Hij raadde haar aan het geld naar een Bank te brengen en ook naar een andere stad te verhuizen, zodat nie-

[pagina 107]
[p. 107]

mand wist, dat ze geld had. Helaas, hoe goed ze het aanhoorde, ze deed het niet en op een Decembernacht had men bij haar ingebroken en haar geld gevonden. Van schrik verloor ze haar geheugen en wist niet meer, waar ze het voornaamste bedrag geborgen had. De politie zocht, maar kon de slimme inbrekers nergens vinden.

Nadat ze in een rustig tehuis een goede verzorging had gevonden, werd haar huisje voor onbewoonbaar verklaard. Het was te oud en te vermolmd van balken, om het nog langer te sparen. Uit medelijden kocht Brandenburg het huisje voor een behoorlijk bedrag, dat hij van een vriend leende. Van dat geld kon de goede ziel dan nog een rustige oude dag hebben. Toen het huisje werd gesloopt, kwam in de kelder de verdwenen schat te voorschijn. Brandenburg wilde de grote som natuurlijk aan de eigenares teruggeven, maar ze had niet meer geld nodig. En daarom kocht hij de oude boerderij van zijn vader terug en bracht het bedrijf geheel tot herstel. Met de omwonende boeren sloot hij vriendschap en ze noemden hem onder elkaar: de geleerde boer. Hij kreeg nu de gelegenheid zijn ideeën te ontplooien, werd dijkgraaf en lid van de Gemeenteraad en deed heel veel in het belang van de polder en zijn bewoners. Wel niet als staatshoofd, zoals zijn vader het vroeger had gehoopt, maar hij was gelukkig en wist mee te werken aan de voorspoed van anderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken