Vrolijke jongensstreken

[p. 102]

Het winterfeest van de blauwe vogel.

Midden in de winter is de blauwe vogel jarig. Je kunt nooit aan hem zien of hij ook onder wordt. Hij bleef altijd en voor altijd dezelfde blauwe vogel, maar wel geeft hij elk jaar een feest en dat noemen ze daarom maar zijn verjaardag. Weet je wie er allemaal op het feest uitgenodigd worden? Dat zijn er heel wat en je hebt er zeker vriendjes en vriendinnetjes bij. Laten we eens om een hoekje gluren wie er alzo bij de blauwe vogel binnenstappen. Ik zie daar al een ondeugend lachend jongetje met een veer op zijn hoed. Dat is Peter Pan. Die jongen hoort thuis in de Engelse sprookjes en die heeft dus een heel reisje gemaakt. Naast hem loopt Roodkapje. Dan volgen Hans en Grietje. De wolf met de geitjes, moeder de gans, Klein duimpje met zijn broers en Duimeliesje op haar zwaluw, Sneeuwwitje en de kabouters en alle sprookjesfeeën en koninginnetjes, waarover je wel gelezen hebt. In de kooi van de blauwe vogel wordt een heerlijk diner gegeven en daarvan mogen allerlei dieren mee genieten. Kleine elfjes zweven van alle kanten uit het donker aan en dragen kleine schaoltjes met de heerlijkste gerechten in de kooi. Ze vliegen zo maar door de tralies in en uit. Die zijn ook wijd genoeg, dat de sprookjeskinderen er door kunnen huppelen.

Alleen de blauwe vogel zelf is veel te groot en

[p. 103]

toch.... Als hij wil, vliegt hij zo weg. En dat doet hij ook werkelijk heel dikwijls, maar nooit dat de mensen het zien.

Als al de sprookjeskinderen aan tafel zitten, komen muizen, konijnen, jonge haasjes en allerlei kleine vogeltjes binnen en voor elk van hen in een klein stoeltje klaar gezet. Een krekel speelt op de viool en daarbij zingt een nachtegaal. Later na het diner worden er vrolijke spelletjes gespeeld. Zo gaat het door tot na middernacht. Dan krijgen alle bezoekers nog een mooi geschenk mee als herinnering aan het winterfeest en na een vrolijke rondedans gaan allen echt opgetogen naar huis.