Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De sproke van Beatrys (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van De sproke van Beatrys
Afbeelding van De sproke van BeatrysToon afbeelding van titelpagina van De sproke van Beatrys

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (4.50 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
marialegende


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De sproke van Beatrys

(1941)–Francine Schregel-Onstein–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

[XI]

WILD EN WILDER SLOEGEN DE POORTERS EN ruwe ambachtslieden zich op de dijen en ontbloote knieën. De gerstenevel beet hen de oogen rood en deed hun stemmen tot heeschheid overslaan, terwijl zij den Meizang zongen. Om den met welriekende, kleurige kransen behangen spar dansten mannen en vrouwen den Meiendans. Op het plankier in den ruimen herberghof stampten en schoven vele snelle voeten in een wervel van dolle uitgelatenheid.

Nu gold het, wie zijn gezellinne het hoogst van den vloer kon heffen!

Als een veder voelde Beatrijs zich telkenmale omhoog getild. Neen, haar jonge vriendinne Hildegard werd niet dichter tot de Meizon geheven dan Egidius het háár vermocht te doen! Wellicht lachte Hildegard te luid en was haar lief, den blozenden Deddo, reeds de blauwe nevel in hoofd en beenen geslagen...

Beatrijs kon niet schateren en schelle kreten van opwinding geven. Doch lijk diamanten straalden haar oogen en haar wangen gloeiden.

‘Ons derde Meifeest, vrouwe Beatrijs!’ sprak Egidius hijgend, terwijl hij haar nederzette en zij in lichte omarming bleven stilstaan.

Geen acht gaven zij op den jubel der toeschouwers, die het zegevierend paar te huldigen zochten in verdubbelde blijdschap, wijl hun monden gelegenheid vonden te luider feestkreten tegen den blauwen hemel aan te stooten.

Totdat de reidansers het paar uit den kring botsten en zij op den verlaten boomgaard toetraden, alwaar zij zich met diepe ademteugen uitstrekten onder een bloeienden perzikboom. Zoel speelde de wind door het gebladerte en verkoelde weldadig hun verhit gelaat. Een merel tripte onbeschroomd voor hen heen, terwijl hun lippen elkander ontmoetten in liefdes eeuwiglijk jongen kus. Van dichtbij loeide een uitbundig kerelslied uit feestende kelen over hen heen en

[pagina 46]
[p. 46]


illustratie

[pagina 47]
[p. 47]

de aarde trilde onder het gestamp der wendende voeten.

‘Herinnert ge u onzen eersten Meinacht, Egidius, bij den Eeglantiersheuvel?’ vroeg Beatrijs stille.

De vingers van den man speelden met haar blanke handen. Hij antwoordde niet. Het kerelslied verstomde en zij konden nu het rumoer, waarin de Meiendag de gansche stad had gestort, van verten beluisteren. De zuivere geur der aarde dauwde op hun zwijgen.

Dan drukte Egidius zijn vrouwe vast tegen zich aan en kuste de stralende, blonde lokken, welke van onder de zijden wiele waren losgegleden.

‘Zijt ge niet al te moede?’ vroeg hij ontrust. ‘Wij zullen hier nog een wijle toeven en spoeden ons dan huiswaarts, opdat ge mijn zoon zijn deel van het Meienfeest verschaft!’

Beatrijs vatte zijn handen en bracht ze aan haar lippen. ‘Mijn zoon, zegt ge, Egidius?’

Zijn fiere lach schonk haar te wijder vreugde. Want hoort der menschen ziele niet gaarne àlles het eigendom harer uitverkorene noemen? Te rasch verjoeg een naar rusten hunkerend paar hen uit den perzikhof. Nog immer raasde het feestgerucht voor de herberg. Zij groetten hun vrienden Deddo en Hildegard en wandelden opgewekt keuvelend over de zandige, warme straten naar hun huis, waar het innig gedeelde leven hun weder wachtte, dat hunne dagen aaneen reeg gelijk een nonneke de kralen van een gebedenkrans.

 



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken