Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Corrie en de kaboutertjes (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Corrie en de kaboutertjes
Afbeelding van Corrie en de kaboutertjesToon afbeelding van titelpagina van Corrie en de kaboutertjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (13.46 MB)

ebook (3.68 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

A. Wijthoff



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Corrie en de kaboutertjes

(1923)–Bertha Elisabeth van Osselen-van Delden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

Hoofdstuk XI. [Een regenachtige dag in de veranda van Rustoord]



illustratie

‘O Lili,’ zegt Corrie den volgenden morgen vóór het ontbijt, ‘kijk nu toch eens hoe saai, hoe vervelend, hè ba, hoe suf! Nu regent het, en nu kunnen we niet met Oom gaan wandelen, nu moeten we ons den heelen dag thuis zitten te vervelen.’

‘Waarom zouden we ons vervelen? we kunnen toch thuis ook wel spelletjes doen.’

‘Hè neen,’ zegt Cor, ‘daar heb ik nu niets geen plezier in.’

‘Nu, dan kun je lezen.’

‘Hè neen, ik wou veel liever naar buiten.’

‘Dan kun je in de veranda gaan zitten.’

‘Wat heb je daar nu aan? ik wou gaan wandelen.’

‘Laten we wat prettigs bedenken, maar eerst

[pagina 62]
[p. 62]

gaan we ontbijten, ik zal straks bij je komen in de veranda.’

Lili ontbijt met haar ouders in eene andere kamer dan de familie van Dam, maar na het ontbijt zijn ze veel samen. Corrie is al gauw weer bij haar en zegt met een klagelijk stemmetje:

‘Lili, nu kunnen we ook al niet in de veranda zitten, het regent er zoo in, wat saai, wat moeten we nu doen? wat zullen we ons vervelen.’

‘Lili zal wel wat bedenken,’ zegt Mevrouw Bantam; ‘daar staat Paul Boshamer aan den overkant onder de veranda van Rustoord, hij kijkt naar de lucht; wat zet hij een vies gezicht, ik geloof dat hij zich verveelt. Daar komt hij al aan. Dag Paul, hoe is het met zusje?’

‘O heel goed Tante, zij loopt al alleen van de trap.’

‘Ja? wat een vluggertje; wat speelde zij gisteren aardig met Hukkie.’

‘Vandaag komt Hukkie weer bij haar en nu kwam ik vragen of Lili ook wou komen en Corrie en Robbie en of ze de poppen mee wilden brengen.’

[pagina 63]
[p. 63]

‘Mijn poppen zijn boven,’ zegt Lili met een vragenden blik, want zij kan ze niet zelve gaan halen.

‘O, ik zal ze wel halen,’ zegt Paul, en hij holt de trap op naar boven. Ze hooren hem stommelen en daar komt hij terug met al de poppen van Lili aan éen bos, bij de haren vastgehouden, precies een bos wortels.

‘O Paul!’ roept Lili verschrikt en de tranen springen haar in de oogen.

Paul haast zich de poppen voorzichtig op haar schoot te leggen en hij strijkt de haren weer glad en ze zijn gelukkig niet bedorven.

Corrie haalt ook Robbie en haar poppen en nu gaan ze samen naar pension Rustoord. Het regent daar gelukkig niet in de veranda en ze kunnen daar heel prettig gaan spelen.

Daar komt Hukkie met de kinderjuffrouw onder een groote parapluie en ze wordt naast Baby Boshamer in een hoekje gezet en Paul zal vertooningen houden met de poppen.

‘Dat is mijn pop,’ zegt Robbie en neemt een kapotte pop van de tafel. De zemels vallen er uit en de beide voeten zijn er afgebroken.

[pagina 64]
[p. 64]

Daar komen de Rensburgjes voorbij met regenmantels en parapluies.

‘Waar gaan jullie heen? vraagt Paul.

‘We moeten brieven naar de post brengen,’ zegt Marie.

‘Wat speel jullie prettig met de poppen,’ zegt Tineke.

‘De pret moet nog beginnen,’ zegt Paul, ‘komt ook bij ons, dan kun je meedoen.’

‘Dan zullen we eerst de brieven wegbrengen,’ zegt Marie, en ze loopen haastig door naar het postkantoor.

‘Wat ga je nu doen, Paul?’ vraagt Corrie.

‘Ik maak een tooneel, hier in dezen hoek, boven op de tafel. Laat eens zien, die pop is goed voor rooverhoofdman.’

‘Maar Paul, het is een meisjespop.’

‘O, dat hindert niet, het verbeeldt een verkleede roover. Al de roovers hebben zich in vrouwen verkleed en nu gaan ze dat kind rooven.’

Hij neemt een klein poppetje en zet het midden op de tafel. Hij laat een groote pop over de tafel wandelen; ze bukt zich over het kind en zegt met een pieperig stemmetje:

[pagina 65]
[p. 65]

‘Dag lief meisje, wil je een beetje met me gaan wandelen? dan zal ik je mooie bloemetjes geven.’

‘Als 't u blieft Mevrouw.’

‘Kom dan maar mee mijn lieve schat.’

‘Kijk,’ zegt Paul, ‘nu wordt ze meegenomen naar het bosch bij al de andere roovers. Maar nu gaat haar vader haar zoeken met een pistool in zijn zak en een heele boel touw.’ Paul haalt een groote bos touw uit zijn zak.

‘De vader zoekt het heele bosch door en daar vindt hij al de roovers; hij bindt hun handen op den rug en hangt hen allemaal op aan een boom, Hier jou leelijke rooverhoofdman, jij het eerst!’

Paul slaat een touw om den hals van de pop en wil haar aan een pilaar van de veranda vastbinden, maar Lili en Corrie roepen verschrikt:

‘Neen Paul, neen, dat mag je niet, je maakt haar kapot.’

‘O! daar kunnen ze wel tegen; wacht ik zal de kapotte pop van Robbie ophangen. Hei, Robbie! waar ben je? O, daar loopt hij met de pop in den tuin van Athlone, het regent niet meer.’

Hukkie laat zich van den stoel glijden en loopt

[pagina 66]
[p. 66]

de veranda uit naar Robbie en Juf volgt haar; nu wil Baby Boshamer ook, Paul zet haar op den grond, laat haar alleen de veranda afstappen en zoo vlug als een kievit is zij het hek uit en den straatweg over. Paul haar na, want hij is erg zorgelijk voor zijn zusje.

‘Kijk daar zitten we nu alleen, nu gaan ze allemaal weg,’ zegt Corrie pruilend, ‘en daar begint het weer te regenen.’

Juf en Paul komen gauw weer terug geloopen met Hukkie, Baby en Robbie en nu begint het te stortregenen.

‘O wat zullen de Rensburgjes nat worden; zouden ze nog niet komen? o ja! ze hollen hier naar toe.’

‘Hè wat een bui! we zijn kletsnat,’ zegt Marie Rensburg. ‘We hadden van middag naar Velp zullen gaan naar de Tantes, maar nu zal er niets van komen; wat is die regen toch vervelend.’

‘Zie eens,’ zegt Lili, ‘het regent met belletjes en er komen al beekjes over den weg. Wat zullen de boeren en de tuinlui blij zijn.’

‘Hè, ik vind het vervelend,’ zegt Corrie zuchtend.

[pagina 67]
[p. 67]

‘Zou je dan nu liever op den Rouwenberg zitten, zoo als verleden?’

‘O neen,’ zegt Corrie, ‘maar eigenlijk was het toch leuk, omdat je ons toen zooveel verteld hebt.’

‘Hè Lili, vertel ons ook wat,’ zegt Marie Rensburg; en Florentine, bij verkorting Tineke, gaat zoo dicht mogelijk bij haar staan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken