Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Corrie en de kaboutertjes (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Corrie en de kaboutertjes
Afbeelding van Corrie en de kaboutertjesToon afbeelding van titelpagina van Corrie en de kaboutertjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

Scans (13.46 MB)

ebook (3.68 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

A. Wijthoff



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Corrie en de kaboutertjes

(1923)–Bertha Elisabeth van Osselen-van Delden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

Hoofdstuk XXII. [De schatkamer van Korikerebi]



illustratie

‘Kabouters, zoekt hier in den grond, hier is mijn schatkamer, zoekt, en je zult vinden.’

Dadelijk gaan de kabouters aan het wegruimen van het blad, en daar vinden ze een groote, platte trommel en ze brengen haar voor de voeten van Korikerebi. En als Korikerebi de trommel opent, zien ze een menigte mooie dingetjes uit de dertig cent bazar; mesjes, ballen, allerlei soort van poppetjes, snoeren kralen, knikkers, pistooltjes met amorces, fleschjes met gekleurde inkt, trompetjes, fluitjes, cri-cri's, een koekepannetje, een strijkijzertje, een schetsboekje, een naaldeboekje, een doosje met schrijfpennen en plakplaatjes.

Een groot gejuich gaat op onder al de kabouters,

[pagina 127]
[p. 127]

Corrie, de nimfen, de muggen, kevers, konijntjes en en krekel, vooral als Korikerebi zegt:

‘Dat mag Lili onder jullie verdeelen, maar eerst moet Corrie achter dien boom gaan zoeken.’

Hij wijst naar een dikken beukeboom, en als Corrie er achter kijkt, ziet ze verscheiden banketbakkersdoozen op elkaar staan.

‘Presenteer ons nu maar,’ roept Korikerebi.

Corrie neemt voorzichtig het deksel van een doos en heerlijke soezen geuren haar tegen.

‘Soezen! soezen!’ juicht zij, en begint bij Oom Frits en als de eerste doos leeg is neemt zij een tweede en dan een derde en ze eten en lachen en hebben dolle pret.

Als al de soezen op zijn, gaan ze de mooie dingen verdeelen, ieder naar zijn smaak en Lili doet het zoo goed, dat ze allen tevreden zijn. Jan Bamstien heeft het schetsboek en Iddy een koekepannetje en Hukkie en Baby elk een badpoppetje.

‘Ziezoo kinderen,’ zegt mijnheer Stevens, ‘nu moog jullie in optocht door het dorp trekken tot aan den Engel, en dan tracteer ik op limonade of melk naar verkiezing.’

[pagina 128]
[p. 128]

‘Hoezee!’ juichen ze allen, en ze worden in 't gelid geschaard; Lili voorop met de Muggenkoningin op haar schoot, getrokken door de kevers en dan de muggen en nimfen en al de anderen er achter. Peltridewi schudt eerst het mulle zand uit zijn schoenen en de krekel zet het masker met de uitpuilende oogen weer voor, dat zij afgezet had om soezen te eten.

‘Wat zullen ze in het dorp wel zeggen; ze zullen nog nooit zoo iets gezien hebben,’ zegt Jaap.

‘Ziezoo koningin Lili,’ zegt Henk, ‘ze zijn in 't gelid geschaard; zullen we nu maar oprukken?’

‘Ja mijn gevleugelde rossen, slaat uwe vlerken uit en laat ons zweven over bergen en over boomen naar het liefelijke dorp, dat de menschen de Steeg noemen.’

Daar gaan ze, vlug maar voorzichtig den Rouwenberg af. En achter hen de nimfen en kabouters; en Peltridewi en Kijkoveral duwen den geleenden wagen, waarin Lili gekomen is, en daarin zit nu Hukkie met Ada en Ruudje Plas.

Achteraan komt de voerman van Athlone met de koffers en doozen op zijn kar en brengt ze weer naar de verschillende pensions.

[pagina 129]
[p. 129]

De geheele optocht komt door de Diepe Steeg in het dorp, en alle menschen en kinderen loopen naar buiten om het te zien, en ze volgen hen tot aan den Engel.

Juist komt er een stoomtram uit Velp vol dames, heeren en kinderen.

‘Kijk,’ roept Jaap, ‘daar zitten Annetje, Toosje en Frans, waar gaan die heen?’

Alle kabouters en nimfen verdringen zich om de stoomtram en ze zien allerlei kennisjes, die verbazend veel plezier hebben in al die kabouters en nimfen.

‘Mea! Mea!’ roept Dolly, ‘waar ga jullie heen? En Hetty en Ellen en Hannie en Dirk en Fritsje, hè, ik wou dat jullie ook hier waart, we hebben zoo'n pret!’

‘We gaan naar Ellecom!’ roepen ze, terwijl de tram verder gaat.

‘Hé,’ zegt Henk, ‘daar zitten Alfred en Broer, en Agnes, Jantje en Willy!’

‘Niemand heeft toch zooveel pret als wij.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken