Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2
Afbeelding van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.88 MB)

Scans (4.75 MB)

ebook (5.60 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Carl Storch



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2

(1937)–A.J.F. van Ostaden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

25. Weer goede vrienden.

Hoe komen jullie eigenlijk hier, Puk en Muk?’

‘Dat kon ik jou ook vragen, Iwan, hoe kom jij hier met je vrouw. Ben je met de slee verongelukt onderweg en nu het spoor kwijtgeraakt?’

‘Was 't maar waar! 't Is veel slimmer. Ik zal je 't wel 'ns vertellen.

Ik had jullie laten wegbrengen door dien wreden man Schenkinski. Die zou van mij honderd gulden krijgen als hij jullie naar Siberië bracht. Maar dat geld zou hij pas ontvangen als 't paard weer bij ons op stal stond.’

‘Waren we maar wijzer geweest,’ kwam de vrouw er tussen, ‘dan waren we nu misschien zelf ook niet zo ongelukkig.’

‘Stil nou, vrouw, laat me uitvertellen! Wat gebeurd is, is gebeurd.

Jullie waart een paar dagen weg, toen kwam een hele troep soldaten ons huis binnengestormd. Ze riepen: wij zijn hier de baas en jullie hebt niets meer te vertellen. Je wordt alle twee verbannen naar Siberië. M'n vrouw viel flauw. Ik zeg: maar we hebben niets gedaan, waarom moeten we dan naar Siberië? Juist omdat je niks gedaan hebt, riepen ze. Toen dacht ik aan jullie, jongens. Jullie had eigenlijk ook niks gedaan. Dat ik toen gevallen was, had helemaal niets te betekenen. En dat ongeluk met die vlecht ook niet. Dat was toch vals haar, maar Jekatrien had niet graag dat de mensen dat wisten. Wat ik jullie had aangedaan, kreeg ik nu zelf ook. Alles werd me afgenomen. Alleen mocht de vrouw nog vijf minuten bij mekaar zoeken wat ze nodig

[pagina 58]
[p. 58]

kon hebben onderweg. De rest wat achterbleef, waren we allemaal kwijt. Maar in angst doe je altijd domme dingen en dat heeft Jekatrien ook gedaan. Ze nam 'n koffiemolen mee, maar vergat de koffiebonen. Twee mooie eetlepels, maar niets om pap of soep van te maken. 't Enige goede wat ze mee nam, waren 'n paar warme dekens. Die zou ze ook niet gezien hebben, als ze niet vergeten had 't bed op te dekken. Nou, met dat rommeltje op de rug, stapten wij op tussen 'n paar soldaten in. 't Was erg, maar wat konden we doen, twee arme mensen tegen 'n troep soldaten. We zijn maar gedwee mee gegaan, omdat we niet anders konden.

Toen we al 'n heel eind in Siberië waren, zeiden de soldaten: ‘Loop maar altijd rechttoe, dan kom je er vanzelf. En probeer niet terug te keren. Want als je dat in je hoofd haalt, krijg je er ook een kogel in.’ De soldaten bleven ons nog lang nakijken. Eindelijk gingen ze terug. Toen konden wij eens uitrusten en bepraten wat ons te doen stond. Ik zei tegen Jekatrien: Vrouw, zei ik, willen we maar terug gaan. Da's hier nou toch géén land. Daar kunnen het beesten nog niet uithouden, dan toch zeker geen mensen. Goed, zei m'n vrouw, als jij maar voorop gaat, Iwan. Als dan de soldaten komen, kun je ze beter aanspreken dan ik. Ik deed dat maar. Als er nou 'n kogel kwam, dan was die voor mij, maar daar ben ik ook man voor. We zijn dan zo op stap gegaan. We zijn steeds bang geweest dat we die soldaten nog zouden zien onderweg. Maar gelukkig is 't goed afgelopen. We zagen hier die tent staan, en toen dachten we: die is van de soldaten, maar we waren zo vreselijk moe, en we hadden zo'n vreselijke honger, dat we 't maar gewaagd hebben. En nu zitten we hier, Puk en Muk, en we zijn blij dat je ons alles vergeven hebt, wij hebben onze straf dubbel en dik gehad.

[pagina 59]
[p. 59]

Maar wat hoor ik daar? Is er nog iemand achter de tent?’

‘Ja Iwan, daar staat ons paard.’ En nu begon Puk wijd en breed te vertellen hoe 't hun tweetjes gegaan was. Van Schenkinski, van den hotelhouder, die niets hielp en toch zo goed geholpen had, van de vlucht, en den dronkaard, en van de sneeuwbui en van alles, totdat Muk riep:

‘Puk, de pap brandt aan!’

‘Ik dacht ook al,’ zei Jekatrien, ‘wat ruikt hier zo, maar dat zal die pap zijn.’

Iwan gaf daar zoveel niet om.

‘Dan is dat paard eigenlijk van ons, Puk. Vinden jullie goed, dat we met ons vieren voortaan bij mekaar blijven? Dan is 't paard van ons allemaal. En als we dan thuis aankomen, zal ik zorgen dat jullie naar je land kunt terugkeren. Waar komen jullie eigenlijk vandaan?’

‘Wij zijn van Klaas Vaak!’

‘Nu goed dan, dan laat ik jullie wegbrengen.’

‘Dan stel ik voor,’ riep Muk, ‘dat we op de nieuwe vriendschap samen 'ns lekker pap gaan eten.’

Daar waren ze allemaal voor.

Het vuurtje was juist uitgebrand, de ketel stond op de grond.

Iwan maakte 'n stoel van de slee van Puk en Muk, en z'n vrouw ging op de zak rommel zitten, die ze van thuis had meegesjouwd. Puk en Muk zouden zich wel weten te behelpen.

‘Suiker is er geen in,’ zei Puk.

Muk zette zo maar 'n raar gezicht toen hij dat hoorde.

‘Misschien kan ik je daar nog wel aanhelpen. Iwan zegt wel, dat ik alleen maar rommel heb meegenomen. Maar ik zal 'ns in m'n zak kijken.’ En die juffrouw Jekatrien, die ook van zoetigheid hield, had waarachtig suiker bij zich. Ze strooide die over de pap met gulle hand.

[pagina 60]
[p. 60]

‘Zie je nu zelf, Iwan, dat we die lepels niet voor niets hebben meegenomen?’

‘Ja, die lepels komen heel toevallig goed van pas. Maar die koffiemolen?’

‘Die kunnen we misschien ook nog wel eens nodig hebben.’

‘Om kiezelsteentjes te malen zeker? Dat zal lekkere koffie zijn! Nou, eet smakelijk.’

De pap smaakte heerlijk!



illustratie

Jekatrien riep er geweldig over. Ze was wel 'n beetje aangebrand, maar dat gebeurde bij haar zo dikwijls.

Ze bekwamen alle vier van hun heerlijk maal. Ze werden nog 'ns door en door warm van binnen. Dat deed hun goed bij al die kou.

De nacht zouden ze in de tent doorbrengen. Iwan, Puk en Muk, zouden om de beurt de wacht houden, met de grootste te beginnen.

Toen de lucht al vol sterren stond, was Puk heel stilletjes

[pagina 61]
[p. 61]

onder de tent uitgekropen. Het was 'n heldere nacht vol prachtige maneschijn. Hij liep eerst langs 't paard. 't Beest stond te slapen. Het scheen niet veel last te hebben van de kou. Toen ging Puk 'ns aan de voorkant kijken, hoe 't Iwan maakte, of die misschien niet stond te slapen. Nee hoor, de grote man stond netjes op wacht. Toen hij Puk zag komen, presenteerde hij 't geweer.



illustratie

‘Wat is 't wachtwoord?’

‘Wel te rusten, kapitein!’

‘Goed onthouden. Dan zal ik je maar komen aflossen. Ga jij maar slapen, want morgen is 't weer vroeg dag. We moeten weg, zo gauw de zon opkomt.’

Toen Muk, de derde wacht, 'n tijdje voor de tent had gestaan, zag hij de zon opkomen. Zo gauw ze de eerste stralen over 't veld liet schieten, rukte hij het voorhang van de tent weg.

[pagina 62]
[p. 62]

‘Opstaan heren! De zon komt zeggen dat we de rei verder gaan voortzetten.’

Jekatrien was het best uitgeslapen: die had de hele nacht lekker kunnen doezelen. Terwijl de anderen zich klaar maakten, ging Muk het paard verzorgen. Dat kreeg voor z'n ontbijt weer hooi met brood. Daar was 't zeer tevreden mee. Toen 't paard met eten klaar was, leidde Muk het voor de tent. De anderen drie waren ook reisvaardig.

‘Jekatrien, ruim nu alle rommel uit je zak, en stop er alleen maar dingen in die we onderweg nodig kunnen hebben: brood voor 't paard, en touwen.’

Jekatrien, deed dat graag, maar de koffiemolen en de lepels moesten weer mee.

Puk dacht: laat die vrouw maar, ze heeft er zelf de last van.

Iwan zette Puk en Muk te paard, vóór 't zadel, bij 't begin van 't paard z'n nek. Zelf ging hij op 't zadel zitten, en voor Jekatrien was er nog plaats achter 't zadel.

Maar dat had heel wat in, eer die dikke madam zat. De kist zette ze bij 't paard, maar toen kon ze er nog niet op. Boven op de kist zette ze toen omgekeerd de papketel, en nu lukte 't met heel veel gilletjes.

Eindelijk, daar zat ze.

‘Hou mij maar stevig vast,’ zei Iwan, ‘dan zit jij het makkelijkst van allemaal.’

Het paard zei niets, maar het keek zo 'ns achterom. Zo'n vrachtje had hij nog nooit te torsen gehad. Vooral daar achteraan. 't Was om er onder te bezwijken.

Van galopperen was nu geen sprake meer. Dat hoefde 't dan ook niet.

‘Toe maar paardje,’ zei Puk, toen alles gereed was.

[pagina 63]
[p. 63]

zachtjesaan, beestje. Je moet maar denken, dat we al de tijd hebben.’

Langzaamaan zette het zich in beweging. Toen het eenmaal aan 't lopen was, viel 't toch alles te zamen mee.

Iwan had zo'n goede zin dat hij 'n sigaar opstak.



illustratie

‘Nu moet je nog gaan roken, Iwan,’ zei Jekatrien, ‘nu we toch al zo ongelukkig zijn.’

‘Dan hebben we geen last van de muggen, vrouw!’

‘Muggen? midden in de winter in Siberië!’

Iwan liet z'n vrouw praten, en Puk en Muk ook. Ze keken maar waar ze zouden uitkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken