Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fantast (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fantast
Afbeelding van De fantastToon afbeelding van titelpagina van De fantast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.19 MB)

ebook (4.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

Menno van Meeteren Brouwer



Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fantast

(1948)–J. van Oudshoorn–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]

[I]

Daniël had het geval van de aanvang af met belangstelling gade geslagen en er weinig heil van verwacht.

De kees was een losloper. Vuil wit. Verwaarloosd, maar toch blijkbaar niet zonder thuis.



illustratie

Daartoe was hij te opgeruimd. Eerder zo'n hond, die alleen verre uitstapjes onderneemt en dan weer onfeilbaar de weg terug vindt.

Op een stuk land aan de boulevard had hij het een vrouw, die daar haar stekelsmous uitliet, door zijn onbehoorlijk optreden, erg lastig gemaakt. Hij was niet weg te slaan. Ook niet

[pagina 6]
[p. 6]

toen de vrouw de reeds bejaarde, tot dartelen minder gezinde, smous strak aan de lijn genomen had.

Thans liep het drietal op de boulevard aan de huizenkant. De flaneur scheen tot inkeer gekomen. Met de staart omhoog hield hij zich op behoorlijke afstand achter zijn kameraad.

Daar de vrouw hem niet meer weg joeg, versterkte hem dit in het besef: er bij te horen, en zo kwam hij dan even later naast de smous te lopen. Hij had kennis gemaakt en zich - vrij van minder eerbare bedoelingen thans - bij zijn nieuwe vrienden aangesloten.

Zo ver ging alles goed.... Tot langszij op een venster werd geklopt en de vrouw het daarvoor gelegen tuintje binnen ging.

‘Heb je twèe honden tegenwoordig?’, hoorde zij zich vragend toeroepen, door iemand, bezig de huisdeur te openen.

‘Wel nee’, antwoordde de vrouw korzelig, ‘maar ik kan die kees hier maar niet kwijt raken!’

De vuilwitte was intussen wat vooruit gaan lopen en stapte nu, alsof het de natuurlijkste zaak ter wereld gold, als eerste het hem vreemde huis binnen.

Voor wie het geval aandachtig gevolgd had, was het onmiskenbaar, dat hier een grote tac-

[pagina 7]
[p. 7]

tische fout begaan werd. Want door na al het gebeurde ook nog de leiding te nemen; met een parmantig: ‘hier zijn we dan’, als hoofd van het kleine gezelschap te willen optreden, daardoor werd het kader der amper gedulde toenadering verre te buiten gegaan.

De gevolgen konden dan ook niet uitblijven. Terwijl de huisdeur toegesmakt werd en binnen nog ruwe dreigementen volgden, kwam de avonturier, druipstaartend, weer alleen halverwege in het voortuintje te staan. Teleurgesteld en diep gegriefd als hij zich voelde, moest het hem wel goed doen, onverwacht een deelnemende blik te ontmoeten.

Want al kon hij dan hetgeen er thans in hem omging niet onder woorden brengen, zijn trouwhartige ogen drukten het te duidelijker uit: Wat zeg je me wel van zo'n hondse bejegening? Is het niet meer dan schande? - Ja, ja, mijn jongen, die mensen ook! -

Van de eerste schrik wat bekomen, trok de flaneur, met de staart half omlaag, langs de huizenkant de boulevard verder op. Eenmaal nog keerde hij zich om, in afwachting of zijn nieuwe kennissen zich misschien weer zouden vertonen. Lang duurde het echter niet of hij had het voor hem zo pijnlijke voorval verwerkt en het - naar hondentrant over het

[pagina 8]
[p. 8]

ganse lichaam rillend - van zich afgeschud. Voor goed!

Zijn staart kwam weer in de krul. Toen draaide hij zich om en begon behendig de drukke boulevard over te steken. Doelbewust, welgemoed, kerngezond.

Daniël, die hem nog even nakeek, voelde wangunst in zich opkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken