Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fantast (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fantast
Afbeelding van De fantastToon afbeelding van titelpagina van De fantast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.19 MB)

ebook (4.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

Menno van Meeteren Brouwer



Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fantast

(1948)–J. van Oudshoorn–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

[II]

De buurten aan het einde van de boulevard vormden de uitlopers der stad.

Het was kort voor koffie-drinken en, als gewoonlijk omtrent dit uur, lagen de duinen, die dan kwamen, er zo goed als verlaten.

Naarmate Daniël - een mul voetpad volgend, hier en daar door dennebosjes begrensd - de geruchten der stad steeds verder achter zich liet, begon ook zijn van-dag-tot-dag-leven daar tot enkel herinnering te verzinken. Een bestaan zó vaag, dat het zich als werkelijkheid amper meer kon handhaven. Wanneer hij zich thans de uiterlijke contouren ervan voor de geest trachtte te brengen, dan doemden ook die nog slechts als in damp gehuld op.... Was het mogelijk om levensomstandigheden, waarin je jaren lang als vastgeroest was, volkomen te vergeten?

Die stille zijstraat daar, de vertrouwde huisdeur, dat interieur waar een vrouwelijke gestalte rondwaarde.... Alles weg. Voor goed! Maar hoe er dan de terugweg naar te vinden? Hoe beklemmend stil en eenzaam het hier was. Aan het einde van het laantje zou hem zelfs het

[pagina 10]
[p. 10]

vrije uitzicht op de duinen nog worden belemmerd. Dan pas kwam in het weer open terrein, thans nog verborgen door de bosjes, een veiliger, ook voor voertuigen toegankelijk pad.... Daniël bleef staan.

Om de hoek van het laantje had hij een lange magere mansgestalte ontwaard, die - betrapt

illustratie

- zich terstond weer op de achterweg terug trok. Want die had hem bespied, angstvallig, alsof degeen, die daar nader kwam, een hem totaal vreemd wezen was, waarvan niets goeds te verwachten viel. Maar dan behoefde je ook zelf van die kant geen overval of hinderlaag te duchten.

Halverwege het doodse paadje gekomen, be-

[pagina 11]
[p. 11]

merkte Daniël, hoe, tussen de bosjes aan de hoek bij de achterweg, een paar takken wat uit elkander gingen.... De ander vertoonde zich opnieuw.... Ditmaal enkel met het hoofd, dat thans veel duidelijker te onderscheiden was. Een bont-gestreepte puntmuts, een peenvormige lange rode neus, vochtig glanzende ogen, rond van nieuwsgierigheid, half open de tandeloze mond. Terstond echter was het ook weer verdwenen.

Dit kiekeboe-spelletje begon Daniël te irriteren. Hij verhaastte zijn schreden, van plan de snoeshaan te rede te stellen in het open terrein, waar het onmogelijk was zich te verstoppen en waar reeds de punt van diens muts zich, boven de bosjes uitdeinend, voortbewoog. De ander scheen intussen wel twee maal zo lang geworden te zijn.

Daniël sloeg de hoek van het laantje om. Op de achterweg echter, naar beide richtingen, geen sterveling meer te bekennen! Op de andere duinpaden, nabij of verre, evenmin. De bosjes ter weerszijden van het laantje, de enige hier in de buurt, waren met hoog prikkeldraad omrasterd. Daar overheen te klimmen ging niet gemakkelijk. Zo snel zeker niet.

Besluiteloos bleef Daniël staan. In deze duinstreek, omtrent dit leeg gelopen uur, had hij

[pagina 12]
[p. 12]

reeds eerder over afgelegen paden schichtige gedaanten ontwaard. In vlottende gewaden, sprookjesachtig, kransen in het haar, die de volkomen verlatenheid van het landschap afgewacht moesten hebben, om - uit een geheel andere wereld komend - hand aan hand een dartele reidans te beginnen. Maar telkens ook had dit vluchtige spel zó kort geduurd, dat niet te zeggen viel of het geen ijdel gezichtsbedrog geweest was.

Daniël gluurde hier en daar door het rasterwerk om de bosjes, kwam ten slotte op een hoger gelegen bank te zitten, vanwaar hij tot in de diepste duinpannen kon spieden.... Nergens een levend wezen.

Hij besloot terug te keren. Het onwezenlijke van deze totaal verlaten omgeving begon hem schichtig te maken. In gedachten reeds zonder enig levend contact meer met zijn verschraald bestaan daarginds, moest hij wel vrezen, nog verder alleen over de eenzame paden afdwalend, er ten slotte nog toe te zullen komen ook de duinen zelf, de hemelkoepel boven, de begane grond onder zich, te vergeten. Dan werd hem tot deze laatste resten der werkelijkheid al eveneens de terugweg versperd. Zou hij in het nergens opgelost en voor de buitenwereld verdwenen zijn. Spoorloos....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken