Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fantast (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fantast
Afbeelding van De fantastToon afbeelding van titelpagina van De fantast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.19 MB)

ebook (4.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Illustrator

Menno van Meeteren Brouwer



Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fantast

(1948)–J. van Oudshoorn–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

[III]

Daniël had zich verlaat. De kortste weg naar de stille zijstraat waar hij woonde voerde langs de winkel van een fotograaf. Het liefst echter had hij die winkel thans gemeden, geirriteerd als hij er telkens weer werd door de arrogante manier waarop een jongmens daar, achter het grote raam, de voorbijgangers placht na te zien.

Zestien, ten hoogste achttien, kon de lummel zijn. Maar hij voelde zich blijkbaar reeds een hele Piet; was voor zijn leeftijd veel te modieus gekleed, droeg het blonde jongenshaar in een geonduleerd kuifje en liet voortdurend zijn blinkend-witte tanden zien. Een pedant lachje tintelde dan in zijn listige ogen. Brutaal, honend, zelfvoldaan. Ja, zelfvoldaan vooral. Want uit dit jeugdige en toch reeds zo ouwelijke gelaat sprak de onwankelbare overtuiging, het maatschappelijk ver te zullen brengen. Het hatelijkste echter daarvan weer was, dat de melkmuil die overtuiging - hoe aanmatigend zij overigens leek - ook aan anderen wist op te dringen. Zo ten minste verging het Daniël telkens weer.

[pagina 14]
[p. 14]

Niet onmogelijk, dat de bengel reeds bestuurslid van de een of andere jeugd-vereniging was en daar zijn kornuiten van elke dag met: ‘Mijne Heren’ aansprak.

Zeker, dit vroeg ontwikkelde zelfbewustzijn, het vaste vertrouwen bij voorbaat over de toekomst te beschikken, lieten voor innerlijke verscheurdheid geen plaats over. Maar daarom ook juist viel er in die drieste blik geen zweem van werkelijke jeugd meer te onderkennen. Daniël begon zich steeds meer tegen het jongmens op te winden; tegen diens gegolfde haardracht, diens fraaie dasspeld, en maakte daarbij afwerende gebaren. Hoe had hij zich door de ijdeltuit zó kunnen laten intimideren, dat hij er thans zelfs bijna toe gekomen was zich voor hem een omweg te getroosten.... En dat nog wel, terwijl Doortje thuis zat te wachten....! Neen, snaakje, straks wordt er uit een ander vaatje getapt!

Aan de overkant kwam de winkel reeds in zicht. Nog juist tijd voor een plan de campagne.

Tegenover de winkel aangekomen, zou Daniël zich met een ruk naar het grote raam keren en dan, de straat overstekend, terstond beginnen de ander te fixeren - even doordringend als vernietigend - en hem zo, de stap wat inhou-

[pagina 15]
[p. 15]

dend, steeds maar blijven fixeren. Op zo'n blaaskaak kon dat natuurlijk niet veel uitwerking hebben. Maar dat was bijzaak.

Want, op het trottoir aangekomen, zou Daniël - al kon de ander hem achter het raam ook niet verstaan - het tweemaal, luid en met verachtelijke nadruk, zeggen: ‘Dood element! Dood element!’ Tweemaal, kort achter elkander....

illustratie

Mocht de fotograaf er desnoods zelf aan te pas komen! Des te beter. Want was deze er ten slotte niet voor aansprakelijk, dat het publiek nu reeds maanden lang aan een dergelijke impertinentie bloot gesteld werd!
[pagina 16]
[p. 16]

Het beslissende ogenblik was aangebroken. Schuin tegenover de winkel gekomen, keerde Daniël zich met een ruk naar het grote raam. - Geweldige ogen opzettend - zodat een bakkersjongen zijn lachen niet kon houden - maakte hij aanstalten de straat over te steken.... Verbijsterd bleef Daniël staan....

 

Het portret was uit de etalage verdwenen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken