Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1 (1700)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1
Afbeelding van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.82 MB)

ebook (4.29 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1

(1700)–Johannes d' Outrein–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

III. Afdeeling.
De over-een-komsten tusschen Christus en een Appelboom, als mede tusschen de Joodse Overheden en de boomen des wouwds.

Ga naar margenoot+OM nu te voldoen aan de gelykenis, die de Heilige Geest hier gebruikt, sullenwe ons niet inlaten om by te brengen alle over-een-komsten tusschen Christus en een boom, maar alleen blyven in de gelykenis van den Appelboom, en daar ontrent aanmerken I. eenige weinige eigenschappen. II. De schaduwe. III. De vrugt desselfs: welk alles in tegenstelling van de boomen des wouwds zynde opgevat, soo sal aan de verklaring van dit vers voldaan zyn.

Ga naar margenoot+Nopens het eerste; Wy merken in den Appelboom in tegenstellingGa naar margenoot+ van de boomen des wouwds aan. a Dat den Appelboom een tamme boom is, door de vlyt van een boomgaardenier of hovenier gesaaid, geplant, geënt, ende op allerleye wyse gecultiveert en gehavend. Daar in tegendeel de boomen des wouwds wilde boomen zyn; soo gewassen en soo groejende, als de natuur opgeeft, sonder des landmans vlyt en toedoen. Wat nu de Saligmaker aangaat; 't is waar, daar word van hem gesegd, dat hy als de spruite des Heeren, souwde van onder hem selven spruiten, Zach. VI. maar dit neemt niet weg, dat het toedoen des Vaders ontrent hem in syn geboorte, bekwaammaking tot syn ampten, in syn opstanding en verheerlyking is besig en werksaam geweest: want even daarom word hy de spruite des Heeren genaamd. Indien het van de geloovige kan gesegd worden, dat sy een plante zyn, die de hemelsche Vader geplant heeft. Matth. XV. 13. Het is van hem in soo veel meerder nadruk waaragtig. Waarom ook de Saligmaker segt: Ik ben de ware Wynstok, en myn Vader is de Landman. Joh. XV. 1 Hy is de man van Gods regterhand ende des menschen sone, dien hy sig gesterkt heeft Ps. LXXX. 18. Hy is de spruite uit der hoogte, Luc. I. 78. dien de Vader selfs als uit syn eigen schood, Joh. I. 18. ja uit syn eigen wesen genomen en hem geplant heeft, en doen groejen als de spruite des Heeren en vrugt der aarde, Jes. IV. 2. als een rysken uit den afgehouwenen tronk van Isai, een scheute uit syne wortelen. Jes. XI. 1. Jes. LIII. 2. Ia die hem ook geplant heeft, als een teeder taksken op een hoogen en verheven berg, en hem doen worden tot een groote en vrugtdragenden boom. Ezech. XVII. 22, 23.

Ga naar margenoot+Wiltge, dat wy het wat onderscheidentlyker seggen, waar in de culture des Vaders al bestaan heeft ontrent Christus? I. Hy heeft hem na syn Menschheid doen ontfangen worden in, en geboren uit de Maget Maria. II. De Godlyke natuur heeft hy met de Menschheid soo nauw vereenigd tot eenigheid des persoons, dat een stam niet nauwer aan syn wortel, nog een ente nauwer met den stam vereenigd wesen

[pagina 131]
[p. 131]

kan, als die beide naturen vereenigd zyn geworden. Dus seide den Engel: De Heilige Geest sal over u komen, ende de kragt des Allerhoogsten sal u overschaduwen. Daarom ook dat Heilige, dat uit u geboren sal worden, sal Gods Soon genoemd worden. Luc. I. 35. III. Het is God de Vader, die dese spruite geplant, nat gemaakt, en den wasdom heeft gegeven. IV. Hy heeft deselve doen zyn tot cieraad en heerlykheid, Jes. IV. 2. terwyl hy op hem heeft doen rusten den Geest der wysheid ende des verstands, den geest des raads ende der sterkte, den geest der kennisse ende der vreese des Heere. Jes. IX. 2. Wat gaf hier door desen Appelboom niet al liefelyke bloeiselen in de lente van syn jeugd, terwyl Iesus toenam in wysheid ende in grootte, ende in genade by God en by de menschen. Wanneer Hy onder de Leeraaren in den tempel soodanig sig gedroeg, dat alle die hem hoorden, so ontsetteden over syn verstand te antwoorden. Luc. II. 47, 52. V. en hoe heeft hy sig naderhand, sederd dat de Vader hem door den Heiligen Geest gesalfd en ingehuldigd heeft in syn Profetisch-ampt, vertoond als een Appelboom, bekroond met cierlyk loof en aangename vrugten, terwyl hy in aansien en ontsag was by de menigte, en syne heilsame lessen, leer- en vermaan-redenen, mitsgaders syne prysweerdige en heilige werken en daden soo overvloedig uitleverde. VI. Maar wederom heeft de Vader, als synen Landman, hem doen groejen, na dat hy is afgehouwen uit den landen der levendigen, en als een graantje geworpen in de aarde, heeft hy hem doen uitspruiten in syn opstanding, en verdere verheerlyking, en doen voortbrengen syne vrugten, waar van wy daar na sullen spreken. Zie soo is Christus een boom, door Gods culture en toedoen gesaaid, geplant, opgeschoten en tot een cierlyken en vrugtbaren Appelboom geworden.

Vergelyk nu hier eens by de Oversten der Ioden. Sy waren plantenGa naar margenoot+ die de hemelsche Vader niet geplant heeft. Matth. XV. 13. Sy waren uit den Vader den duivel. Joh. VIII. 44. Slangen en adderen-gebroedsels. Matth. III. 7. Menschen, daar niet anders dan een natuurlyk beginsel in was, den Geest niet hebbende. Sy mogten de naam dragen van geplant te wesen in de voorhoven des Heeren; maar dien roem was ydel. Het Iodendom was een woestyne geworden, en sy slegts wilde boomen, in die woestyne groejende; niet beter dan de Heidenen, ja in veele opsigten slimmer. Haaren wynstok was uit de wynstok van Sodom, ende uit de velden van Gomorrha. Deut. XXXII. 32. Gelyk se daarom worden aangesproken: Gy Vorsten van Sodom, en gy volk van Gomorrha. Jes. I.

b. Een Appelboom is een boom, die niet seer trots in de hoogte opgroeit,Ga naar margenoot+ maar laag van stam, en die meer in uitbreiding als in hoogte is. Maar de boomen des wouwds steken haar kruin in de hoogte en staan steil verheven. 't Is waar, dat Christus en syn koningryk ook wel by een hoog-verheven Ceder word vergeleken. Ezech. XVII. Dogh hier komt hy nu in een ander opsigt voor. Immers is het Ie-

[pagina 132]
[p. 132]

sus, die in sig wel vertoond heeft de heerlykheid, als des eenig geboornen van den Vader, vol van genade en waarheid: maar evenwel gepaartGa naar margenoot+ met nederigheid. Leer van my, dat ik sagtmoedig ben en nedrig van herten. Matth. XI. 29. Een worm en geen man. Psal. XXII. 6. Sonder gedaante en heerlykheid. Jes. LIII. 2.

En het is waar, sedert syn opstanding is hy wel verhoogd, verheven en seer hooge geworden, en syn koningryk geworden tot een hoogen Ceder, waar uit het gebleken heeft, dat Jehova den nedrigen boom, Christus, verhoogd, en den hoogen boom, De Ioodse Overheden, vernedert heeft. Ezech. XVII. 24. Maar evenwel heeft sig syn koningryk altyd in nedrigheid vertoond, en sig meer uitgeset in menige en wyduitgestrektheid, als wel in hoogte en luister naar de weereld. Gy siet uwe roepinge, broeders, dat gy niet vele wyse en zyt naar den vleesche, niet vele magtige, niet vele edele. Maar het dwase der weereld heeft God uitverkooren, op dat hy de wyse beschamen souwde: ende het swakke der weereld heeft God uitverkoren, op dat hy het sterke souwde beschamen. Ende het onedele der weereld, ende het veragte, heeft God uitverkoren, ende het gene niet en is, op dat hy het gene iet is te niete souwde maken. Op dat geen vleesch souwde roemen voor hem. I. Cor. I. 26, 29. Daarom worden Christi onderdanen genoemd de elendige des volks, en de kinderen des nooddruftigen. Psal. LXXII. 4.

Ga naar margenoot+Maar wat aangaat de Joden en hare Oversten, wat waren die trots en hoogmoedig! wat stakense hare kruin en neuse in de hoogte! Haar omringde de hoovaardy als een keten: sy setteden haren mond tegen den hemel, ende hare tonge wandelde op der aarden. Psal. LXXIII. Het was onder haar: Zie wy agten de hoogmoedige geluksalig, en die godloosheid doen, worden gebouwd. Mal. III. 15. Zie Jes. XVI. 6. Hoewel dese hoogmoed niet lang na de komste Christi heeft staande gehouwden konnen worden. Want sedert is de dag des Heeren gekomen tegen alle hoogmoedige en allen hoogen boom, om die neder te werpen. Zie Mal. IV. 1. Jes. II. 11 - 17. Matth. III. 10 Zach. XI. 1 - 3.

margenoot+
Vergelyking van Christus met een Appelboom.
margenoot+
I. Eigenschappen van den Appelboom, op Christus overgebragt.
margenoot+
a. Is een tamme en geplantede boom, daar culture ontrent geoefent is.
margenoot+
Wat culture God de Vader ontrent Christus gedaan heeft.
margenoot+
De Joden zyn wilde boomen.
margenoot+
b. Een Appelboom is nedrig.
margenoot+
Soo ook Christus.
margenoot+
De Joden waren trots en hoogmoedig.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken