Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beatrijs. Dramatisch verhaal der middeleeuwsche legende volgens den tekst van het Haagsche handschrift (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beatrijs. Dramatisch verhaal der middeleeuwsche legende volgens den tekst van het Haagsche handschrift
Afbeelding van Beatrijs. Dramatisch verhaal der middeleeuwsche legende volgens den tekst van het Haagsche handschriftToon afbeelding van titelpagina van Beatrijs. Dramatisch verhaal der middeleeuwsche legende volgens den tekst van het Haagsche handschrift

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.33 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

marialegende


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beatrijs. Dramatisch verhaal der middeleeuwsche legende volgens den tekst van het Haagsche handschrift

(1925)–Herman van Overbeke–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Vyfde handel

[pagina 111]
[p. 111]
De klok klept.
[pagina 113]
[p. 113]
Beatrijs heeft de klok geluid.
De rei van nonnen schuift door de sakristij de kapel binnen.
De weduwe troost de verlaten kinderen.
[pagina 115]
[p. 115]
De Weduwe.
 
Ic hebber op ontfermenisse.
Zij is met de kinderen aan de kloosterpoort gekomen en klopt aan.
 
Beatrijs is voorgekomen.
De Weduwe.
 
Ic wille toter adbisse
 
Met desen verlaten kinden.
 
God sal hare int herte sinden,
 
Dat sise goet sal doen.
880[regelnummer]
Sine hebben cleet noch scoen...
Beatrijs heeft de Abdisse bijgehaald.
De Weduwe.
 
Ic come tot uwen convent,
 
Mijn vrouwe goede, nu bekent
 
Den noet van desen tween wesen:
 
Die moeder heefse met vresen
885[regelnummer]
Te nacht in mijn huus gelaten
 
Ende es ghegaen hare straten,
 
Ic en weet, west noch oest.
 
Dus sijn die kinder onghetroest,
De Abdisse.
 
Houtse wel, ic saelt u lonen,
 
Dat ghijs u niet en selt becronen,
 
Na dat si u sijn ghelaten.
 
Men gheve hen der caritaten
[pagina 116]
[p. 116]
895[regelnummer]
Elcs daghes, om gode.
 
Sint hier daghelijcs enen bode,
 
Die hen drincken hale ende eten.
 
Gheberst hen yet, laet mi weten.
De Weduwe.
 
Ic ben van sinne vroe
900[regelnummer]
Dat mi comen es alsoe.
In treure in den kloostertuin gezeten
Beatrijs.
905[regelnummer]
Mi es wel te moede
 
Dat icse wete in goeder hoede.
Bij het afscheid van de Weduwe komt de Abt in het klooster aan. De Abdisse leidt hem binnen.
De Abt.
921[regelnummer]
Eenwerven binnen den iare,
 
Com ic vernemen oft daer ware
 
Enech lachterlike gherochte
 
Daerghi blame af hebben mochte.
Abt en Abdisse zijn in de kapel gegaan.
Beatrijs.
 
Ic wil leiden een heylech leven,
 
Maer veel suchten ende beven
915[regelnummer]
Hebic van minen sonden,
 
Di ic niet en durve vermonden
[pagina 117]
[p. 117]
 
Ghene mensche, no ontdecken,
 
Noe in bichten oec vertrecken.
Uit de kapel klinkt:
 
R. Rorate coeli desuper, et nubes pluant justum.
 
I. Ne irascaris Domine, ne ultra memineris iniquitates: ecce civitas Sancti facta est deserta: Sion deserta facta est: Jerusalem desolata est: domus sanctificationis tuae et gloriae tuae, ubi laudaverunt te patres nostri.
 
R. Rorate....
 
II. Peccavimus, et facti sumus tamquam immundus nos, et cecidimus quasi folium universi: et iniquitates nostrae quasi ventus abstulerunt nos: abscondisti faciem tuam a nobis, el allisisti nos in manu iniquitatis nostrae.
 
R. Rorate....
 
III. Vidi Domine afflictionem populi tui, et mitte quem missurus es: emitte Agnum dominalorem terrae, de petra deserti ad montem filiae Sion: ui auferat ipse jugum captivitatis nostrae.
 
R. Rorate....
De Stem van God.
 
IV. Consolamini, consolamini, popule meus: cito veniet salus tua: quare moerore consumeris quia innovivat te dolor? Salvabo te, noli timere, ego enim sum Dominus Deus tuus, Sanctus Israel, redemptor tuus.
 
R. Rorate....
[pagina 118]
[p. 118]
De Duvel.
 
Snachts met uw lief ghi rumde covent,
 
Ende sijt tot die loese werelt gewent.
477[regelnummer]
Ghi waert seven iaer metten man,
 
Die .ij. kindere aen u gewan.
 
Ghi leefdet der iaren .vij. doe
 
Dat ghi ne weet met wien noch hoe.
 
Int armen weduwenhuus ghinder
 
Verliet ghi uwe .ij. kinder.
Beatrijs is ten uitersten te neer geslagen.
De duvel vlucht daar hij de verschijning ziet van den Jonghelinc met Witten gecleet.
Beatrijs.
 
Mijn vrient of ghi comen sijt van gode,
 
Soe manic u bi sine ghebode,
945[regelnummer]
Dat ghi mi segt ende niet en heelt,
 
Waerom ghi voer dat kint speelt
 
Metten sconen appel roet,
 
Ende het leet in uwen arm doet?
 
U spel en helpt hem niet een haer.
De Jonghelinc in Witten gecleet.
950[regelnummer]
Seker, nonne, ghi segt waer:
 
En weet niet van minen spele
 
Weder luttel no vele,
 
Hets doet, en hoert no en siet.
 
Al des ghelike en weet god niet,
[pagina 119]
[p. 119]
955[regelnummer]
Dat ghi leest ende vast:
 
Dat en helpt u niet een bast;
 
Hets al verloren pine,
 
Dat ghi neemt discipline;
 
Ghi sijt in sonden soe versmoert,
960[regelnummer]
Dat god u beden niet en hoert
 
Boven in sijn rike.
 
Ic rade u: haestelike
 
Gaet ten abt, uwen vader,
 
Ende verteelt hem algader
965[regelnummer]
U sonden, al sonder lieghen.
 
Laet u den duvel niet bedrieghen.
 
Die abt sal u absolveren
 
Vanden sonden, die u deren.
 
Eest, dat ghise niet wilt spreken,
970[regelnummer]
God salse zwaerlike an u wreken!
Hij is verdwenen.
De nonnenrei schuift door de sakristij naar het konvent.
Tot den Abt, die de rei sluit.
Beatrijs.
975[regelnummer]
Mijn vader ic bidde dat ghi hoert
 
Mijn biechte van worde tot wort.
De Abt,
in de sakristij.
 
Des en willic laten niet,
980[regelnummer]
Bepeinst u wel ende besiet
 
Volcomelijc van uwen sonden.
 
Ende wille mi die al vermonden.
[pagina 120]
[p. 120]
Beatrijs gaat geknield naast den Abt zitten en biecht stil.
En er klaagt het lied.
 
Ten was noyt mensche van sonden,
 
Van sonden so versaecht,
 
Had hijs groten rouwe
 
En Gode sijn liden claecht
 
Ende voort op hope levet,
 
God die heere is al so goet,
 
Dat hijt hem al verghevet.
 
 
 
De boose werelt
 
En is anders niet
 
Dan loos, quaet ende vals,
 
Onghestadich als dat riet
 
Dat voer alle winden helt;
 
So wier der werelt volgen wil,
 
Sijn herte blijft onghestelt.
 
 
 
Dese valsche werelt is
 
Broosscher dan een ghelas;
 
Ten was noyt eenich mensche,
 
Hoe hooch hi gheboren was,
 
Hi en sterf ende wert niet,
 
Met alle sinen groten goede
 
Daer hi hem toe verliet.
De Abt.
 
Dochter, ic sal u absolveren
1000[regelnummer]
Vanden sonden, die u deren,
 
Die ghi mi nu hebt ghelijt.
[pagina 121]
[p. 121]
 
Gheloeft ende ghebenedijt
 
Moet die moeder gods wesen!
1005[regelnummer]
Ic legghe u op thoeft met desen
 
Die hant ende geef u perdoen
 
Ende nu sal ic in een sermoen
 
U biechte openbare seggen
 
Ende die soe wiselike beleggen,
 
Dat ghi ende u kinder mede
1010[regelnummer]
Nemmermeer, te ghere stede,
 
Ghenen lachter en selt ghecrigen.
 
Het ware onrecht, soudement swigen,
 
Die scone miracle, die ons here
 
Dede doer siere moeder ere.
1015[regelnummer]
Ic saelt orconden over al.
 
Ic hope, datter noch bi sal
 
Menech sondare bekeren
 
Ende onser liever vrouwer eren.
[pagina 123]
[p. 123]
De Abt verlaat het klooster.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken