Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Huurling en herder (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Huurling en herder
Afbeelding van Huurling en herderToon afbeelding van titelpagina van Huurling en herder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (19.51 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Huurling en herder

(1955)–Jan Overduin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VII

Ik moet in deze dagen veel aan Agnes denken. Wat zou er van haar geworden zijn? Wat zou zij van mij zeggen, wanneer ze mij in deze toestand zag?

De gedachte, dat zij hier in de kamer had kunnen zitten, dat zij mijn verdriet gedeeld en mij getroost zou hebben wanneer ik haar niet zelf verstoten had, maakt mij warm. Zoals zo veel dat mij in deze week plotseling bewust geworden is, dringt tot mij door, dat ook dit een der grote vergissingen van mijn vroeger leven is.

Had ik het recht mij van haar te ontdoen? Ik weet nu dat ik het niet had. En toch meende ik toen, dat ik mijn handelwijze rechtvaardigen kon met hogere motieven. Ik verborg mijn zelfzucht achter de schijnheilige drogreden, dat zij niet hoog genoeg stond om predikantsvrouw te zijn.

Welk een bittere ironie als zij wist wat er nu van mij geworden is, als zij wist dat ik veel dieper gevallen ben dan waar ik in mijn hoogmoed meende dat zij stond. Nooit heb ik mij tegenover haar schuldig gevoeld; in deze dagen onderga ik mijn breuk met Agnes als een persoonlijke schuld. Terwijl ik vroeger trachtte mij van dit ‘intermezzo’ te bevrijden door er niet meer aan te willen denken, doorzoek ik nu berouwvol mijn herinnering over alles wat ik haar heb aangedaan, over mijn lafheid, dat ik gehoor gaf aan het drijven van mijn familie om mij van haar los te maken.

[pagina 32]
[p. 32]

Met schaamte denk ik aan haar stil leed om mijn zorgvuldig geënsceneerde verkoeling die zo feilloos doel trof. Zij was te trots om met medelijden genoegen te nemen en mij met een eenzijdige liefde lastig te vallen. Maar het allermeest schaam ik mij erover, dat ik alles een glimp van vroomheid heb trachten te geven door mijzelf en anderen wijs te maken, dat ik aan mijn toekomstig ambt verplicht was een ernstiger vrouw te nemen. Dit was het dat Wouter mij het meest kwalijk genomen heeft. Ik vraag mij af of hij haar verdedigde omdat hij zich met haar verwant wist. Of was het vooral omdat hij het bedriegelijke van mijn opzet doorzag. Zijn eerlijkheid moet zich het meest aan mijn schijnheiligheid geërgerd hebben. En ik weet nu ook dat Agnes met haar scherpe intuïtie mijn schijnvertoon doorschouwd moet hebben, al heeft ze mij dat nooit gezegd. Wat ik vroeger als een gebrek aan persoonlijkheid durfde uitleggen dank ik nu aan de mildheid van haar hart, dat zij mijn verraad aan haar oprechte liefde niet vervloekt heeft. In haar afscheidsbrief schreef zij alleen de woorden die ik toen anders uitlegde, maar die mij nu striemen: ‘Ik wil niet de vrouw zijn van iemand die zich te laag naar mij neerbuigen moet.’

En weer stel ik met verwondering vast, dat er zich sinds de gebeurtenis op het meer een Copernicaanse wending in mijn oordeel voltrokken heeft. Ik zie nu in, dat niet zij, maar ik in mijn hoogmoed te laag stond om het licht van onze liefde te ontsteken.

Terwijl ik mijn gevoelens tracht te ontleden word ik mij ervan bewust, dat er behalve een drang om mijn schuld tegenover haar goed te maken ook, temidden van mijn eenzaamheid, een pijnlijk verlangen in mij roept om haar nabijheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken