Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz) (1789)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz)
Afbeelding van Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz)Toon afbeelding van titelpagina van Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land der willekeurigen (onder pseudoniem J.A. Schasz)

(1789)–Gerrit Paape–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Agttiende hoofdstuk.
De schrijver, alias de Jothamist.

Dit geval was zekerlijk zo onaangenaam voor de luiden, die gebeeten waren, als voor den Prediker, die zig daar door versteeken vond van de schoonste geleegenheid der waereld, om zijn godzaligen ijver voor het huis van Abimelech, en zijn geweldigen askeer tegen de Jothams, aan den dag te leggen.

Niemand kan zig een verbeelding maaken van den spijt die deeze Euangeliedienaar over eene teleurstelling van dien aart gevoelde.

In het hart van deezen Man des vreedes en der Christlijke liefde is dus de Bron van alle mijne volgende onheilen te zoeken.

Hij had zig nog naauwlijks hersteld van den schrik, of hij ging bij een zijner Buuren, die insgelijks door den hond gebeeten was, ten einde nadere informatien wegens deeze malle historie intewinnen.

Deeze Buurman was een Chirurgijnsgast, die door zijn Meester alleen gebruikt werd om de

[pagina 75]
[p. 75]

baarden der Dorpelingen te scheeren. Zijnde er maar een op het gansche Dorp, die deeze stoppelhairige kunst exerceerde.

De Knaap derhalven kon men gevoeglijk aanmerken als een loopende courant, die binnen zeer korten tijd, - (dewijl zijn mes over de kaaken van alle de Inwoonders gleed, -) het nieuws aan den Man kon helpen. Men gebruikte hem zomtijds ook met zeer Staatkundige inzigten.

Bij voorbeeld, wanneer de Heer van het Dorp, of een ander voornaam Overheidsperzoon iets ter kennis van het algemeen wilde brengen, zonder als de Verteller daarvan te boek te willen staan, dan deed hij, onder voorwendzel van uit de Stad te moeten gaan, van bezoek te krijgen, of iets van die natuur, de Baardschrapper zeer vroeg, eer dezelve nog iemand geschooren had, bij zig komen. Onder 't scheeren geraakte men in praat, en het discours kreeg een rigting zo als de Heer het begeerde, en als dan volgde de zaak zelf, doch altoos onder sterke recommandatie van den welëdelen Zegsman niet te noemen: 't welk de Baardverwoester heilig beloofde en al vrij wel naarkwam.

De Scheermescommissaris op de loopbaan der stoppelige uitwasschen treedende, was bij allen, altoos de eerste vraag:

[pagina 76]
[p. 76]

Wat nieuws?

Het antwoord was daadlijk gereed.

Dat en dat.

De uitroep van den geschoorenen:

Is 't mooglijk?

De verzekering van den scheerenden:

Dat ik zeg is waar. Gij kunt er staat op maaken

De nadere vraag van den Halfbaardigen:

Maar van wie weet gij het?

De nadere verklaaring van den Inzeeper:

o! Van een zeer goede Hand; maar wie mag ik niet zeggen; dat 's een geheim. enz.

De Dominé vroeg daadlijk aan deezen Vriend:

Of hij ook gebeeten was.

barbier .

Ja! mijn heer! - zie daar,

zijn kous uittrekkende.

Hier in mijn kuit.

dominé .

Dat heeft nog al raak geweest.

barbier .

Dat beloof ik u, Dominé! had het een weinig dieper geweest, dan had hij een pees afgebeeten.

dominé .

Kunt gij er nog op loopen?

barbier .

Dat is gebrekkig; - maar ik moet wel. Gij weet mijn affaire.

[pagina 77]
[p. 77]
dominé .

Maar hoe kwam het toch?

barbier .

Door middel van een hond.

dominé .

Dat begrijpt zig van zelf. Maar om wat reden beet hij u?

barbier .

Hij gaf geen reden. Hij beet maar.

dominé .

Maar was er iemand, die hem aanhitste?

barbier .

Wel niet aanhitste, maar die ik geloof, dat hem op zijn poot trapte.

dominé .

En wie was dat?

barbier .

Een vreemdeling.

dominé .

En hoe zag er die vreemdeling uit?

barbier .

Zomtijds heel zuur en dan schomperlachte hij weer eens. -

dominé .

Ei! ei! zuurzien en schomperlachen! - Zo! - en merkte gij niet waarom?

[pagina 78]
[p. 78]
barbier .

Zekerlijk over deeze en geene uitdrukkingen in uw preek, over Aabelmeellicht: - op die naam althans lachte hij dikwijls.

dominé .

En wanneer zag hij zuur?

barbier .

Als gij den naam van dien anderen karel noemde, - van, - van, - hoe heet hij ook? - die karel, die als een blits de werf af liep?

dominé .

Meent gij Jotham?

barbier .

Ja! ja! Pothans, Pothans, dezelfde.

dominé .

Geen Pothans, maar Jot-ham.

barbier .

Nu Jot-ham dan. Gij moet het mij niet kwalijk neemen, Dominé! dat ik de Man zijn naam wat krom uitspreek: kijk als hij een Scheerklant van mij was, dan zou ik in zijn naam niet haperen, want weetje, die schrijf ik allen naauwkeurig op.

dominé .

Dan is die Vreemdeling vast een Jothamist, die expres in de Kerk gekomen is, om de publique rust te stooren.

[pagina 79]
[p. 79]
barbier .

Dat geloof ik voor het naast ook; want, wat duivel! hoefde hij een onschuldigen hond op de poot te trappen, en dat juist in het beste van de preek.

dominé .

Ja! gij had wat schoons gehoord.

barbier .

Die verdoemde Joot, - Joot, - hoe noemt gij hem ook?

dominé .

Jot-hamist!

barbier .

Jothamist. - God bewaare ons, dat er geen meer Jothamisten op het dorp mogen komen; want als mij de hond nog eens bijt, dan kan er niemand in veertien dagen geschoren worden.

dominé .

Ja! de Jothamisten zijn nog veel gevaarlijker en schadelijker dan de paalwurmen.

barbier .

Maar is er geen kans om dit ongedierte uit te roeien?

dominé .

Daartoe denk ik mijn best te doen.

En nu ging het verder op een onderzoek, hoe ik Jothamist gekleed was, wat lengte, wat

[pagina 80]
[p. 80]

kleur, wat oogen, wat neus enz, ik had, en waar ik gebleeven was.

Den zelfde avond nog ging de Barbier uit scheeren, en vertelde aan allen, die zig aan de scherpte van zijn mes vertrouwde, dat er een Jothamist op het Dorp gekomen was, met oogmerk om Kerk- en Burgerstaat omtekeeren, doch men verstond hem niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken