Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz) (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
Afbeelding van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)Toon afbeelding van titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (9.14 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

(1972)–Gerrit Paape–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Negentiende hoofdstuk
Het onweder en een kwaad wijf

1295Lang ware de lugt betrokken geweest. Dikwijls had men onwederGa naar voetnoot1295 1296verwagt; doch telkens waren de buien wederom overgedreeven. 1297De lugt verdroeg zeer veel. Eindlijk echter pakte de met vuurbe- 1298zwangerde wolken zig digt op en tegen elkander. Door tegenstrij- 1299dige winden, uit de vier hoeken der aarde, als 't ware, opgejaagd, 1300schooven zij zo lang over en onder elkander heenen, tot dat de 1301ruimte, welke door hunne zwaartekragt bepaald was, geheel op- 1302gevuld ware; als toen schokten en bonsten zij tegen elkander, metGa naar voetnoot1302 1303een geweld, dat hen barsten deed. De bliksem vloog er van alle 1304zijden uit! het waren breede vuurstroomen, duizendmaalen breeder 1305en gloeïender, dan er immer uit den Vorst der brandende BergenGa naar voetnoot1305 1306voortvloeiden. De donder ratelde, bulderde en stampte, even als of 1307hij alömme halve waerelddeelen ontmoetede, die hem ten taak 1308gegeeven waren, om te verbrijzelen. Het gevolg van dit alles was, 1309een zundvloed over 't Aapenland.

1310De vernielende vuurstroom, die zonder ophouden, uit de wolken 1311regende, en het meeste geweld oeffende op het geboomte, waar-

[pagina 105]
[p. 105]

1312mede dit gansche land overdekt is, zweefde zo verschriklijk over 1313de aarde en klom, met bedreiging van dood en vernietiging, zo 1314dikwerf tegen den stam des booms op, in welken ik mij bevond, dat 1315ik telkens vuuriglijk bad, dat toch mijn lijden kort mogt wezen.

1316Doodsangsten en verschrikkingen des grafs neepen mij den klop- 1317penden boezem toe. Nu, riep ik, ga ik waarlijk heen ter plaatze 1318waar mijn lieve zalige Vrouw mij is voorgegaan! -

1319Neen! Man! werd er geroepen, houd uw gemak ik zal wel bij uGa naar voetnoot1319 1320komen.

1321Nu verstijfde mijn tong in mijn mond; mijne handen bestierven 1322aan den tak, dien zij aangegreepen hadden; mijn aangezigt werd 1323sneeuwit; mijn beenen waren zo stijf en beweegingloos als een 1324koevoet, waarmede men radbraakt; in 't kort, ik verbeelde mij 1325Lots Huisvrouw te zullen worden, niet om dat ik naar SodomGa naar voetnoot1325 1326te rug keek, maar om dat mij dagt, de Stem van mijn Vrouw te 1327hooren.

1328Ik zweeg stokstil; niet om dat ik mijn Vrouw niet met antwoord 1329verwaardigde; of dat ik een haat op haar had; of omdat ik bezigGa naar voetnoot1329 1330was met bidden; of voorneemens was om stil uit den boom te krui- 1331pen en haar te ontloopen, - (zo als men kwaadäartiglijk onder 1332't Menschdom verspreid, -) neen! - Ik zweeg om geen andere 1333reden, dan, om dat ik niet spreeken kon.

1334Een vehement bliksemlicht en een gruuwlijken donderslag wer-Ga naar voetnoot1334 1335den juist gezien en gehoord, toen een ijskoude menschenhand 1336mij bij het dik van mijn been vattede.

1337Ik gaf een luide gil.

1338Schrik niet! werd er gezegd.

1339Doch wie Satan zou er in die omstandigheeden niet schrikken!

1340Wie zijt gij? vroeg ik, zo veel ik uit kon brengen.

1341Ik ben uw Vrouw! was het antwoord.

1342En toen viel ik geheel van mij zelve.

voetnoot1295
ware: zie hiervóór, r. 150.
voetnoot1302
als toen: (klemtoon op toen) - in oudere vorm ook als doe(n); bijw. van tijd, versterking van toen; gebruikt in de Statenbijbel, bijv. 2 Kron. 26:20. bonsten: van ww. bonsen = bonzen.
voetnoot1305
den Vorst der brandende Bergen: kwasi-verheven, ‘oosterse’ perifrase van het begrip vulkaan, vuurspuwende berg, waarbij ‘de berg van vuur’ uit Deut. 4: 11, 5: 23 en 9: 15 misschien een rol speelt. Deze hele passage is kennelijk een pastiche van bijbelse poëzie en van de daarop geïnspireerde pathetiek van de gezangen van Ossian. Cf. ook de plechtstatige genitiefvorm: den stam des booms. Zie voor de bijbelpastiche hiervóór, p. 60.
voetnoot1319
houd uw gemak: de gemeenzame interruptie heeft een ontnuchterend effekt na alle hoogdravende woorden van de ik-figuur.
voetnoot1325
Lots Huisvrouw te zullen worden: d.w.z. te veranderen in een zoutpilaar, cf. Gen. 19: 26.
voetnoot1329
een haat: zie hiervóór r. 116.
voetnoot1334
vehement: hevig.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Reize door het Aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)