Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz) (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
Afbeelding van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)Toon afbeelding van titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (9.14 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

(1972)–Gerrit Paape–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Dertigste hoofdstuk
Het geheim der pasquilschrijvers

1848Intusschen dat het geheele Aapendom opgetoogen van vreugd, den 1849dag verbeidde, waarop het van zijnen staart beroofd zou worden

1850verleedigde ik mij, met een wandeling onder deeze onge- 1851lukkig Bevooröordeelden te doen. Telkens schooten mij de oogen 1852vol traanen. - Beroofde men hen nog van iets, dagt ik, dat weder- 1853om kon aangroeïen, ik zou het met minder hartseer zien; - maar 1854een staart! - Hemel! - een staart aftekappen! - die nimmer door 1855een anderen vervangen word, welk eene dolligheid!

1886Onder soortgelijke denkbeelden naderde ik een ouden Okker- 1857notenboom, op welken een Aap zat, die zig zeer druk bezig hield 1858met schrijven, en die al de gebaarden maakte van een Poëet, dieGa naar voetnoot1858 1859een vaars formeert.Ga naar voetnoot1859

1860Ik stond stil, want dit verschijnzel verwonderde mij.

1861Gij zijt een schrijver! riep ik hem toe.

[pagina 124]
[p. 124]

1862Zal er iets van uw dienst zijn? vroeg hij, en klom met allen spoed 1863uit den boom.

 

1864Nommer 17
Van mijn dienst? - Doet gij dan winkel?Ga naar voetnoot1864

 

1865De aap
Ja en neen! zo als gij wilt. Ik ben een Schrijver, en sta elk ten dienst, 1866die mij betaalt.

 

1867Nommer 17
Is het schrijven dan hier een ambagt?Ga naar voetnoot1867

1868De aap
Is het dat onder het Menschdom ook niet?

 

1869Nommer 17
In geenen deele! daar is het eene edele oeffening, van verheeven, 1870doorlugtige en onbaatzugtige verstanden.

 

1871De aap
Ei! ei! - hier is het dan anders. Doch het is ons toetegeeven, want 1872wij zijn maar Aapen. - Zo dra zullen wij geen Menschen zijn, of 1873wij zullen ook als verheeven, doorlugtige en onbaatzugtige verstan- 1874den schrijven.

 

1875Nommer 17
Maar op wat wijze exerceert gij dit ambagt.Ga naar voetnoot1875

[pagina 125]
[p. 125]

1876De aap
Dat ik alles aanneem, wat mij besteld word. Dus bij voorbeeld, 1877komt een Boekverkooper bij mij. Aap! zegt hij, hier heb ik eenigeGa naar voetnoot1877 1878tijtels, daar moet gij eens Boeken van maaken, want zo als 't mij 1879voorkomt, dan moet een boek met zulk of zulk een tijtel goeden 1880aftrek hebben. - Goed, zeg ik dan. Ik leg den tijtel voor mij: neem 1881een borrel goeden jenever, en bedenk zeer ernstig wat er van den 1882opgegeeven tijtel te maaken zij. Ik keer en wend dezelve in mijn 1883gedagten, even gelijk een Kleermaaker eene lap laaken, waaruit 1884hij een broek moet snijden, tot zo lang dat ik er iets op gevonden 1885heb, - want het ga zo 't wil, - 't is besteld werk; iets moet ik er 1886van maaken; - zelden mist het, of ik vind er iets op, - voor een 1887Schrijver van eenige bekwaamheid is dit ook niet moeilijk, - want, 1888tusschen ons gezegd, welke zijn zijne Leezers? - Dan val ik aan 't 1889werk en wring, en draai en fatzoeneer mijn schrijverij naar den 1890opgegeeven tijtel. Het werk afzijnde ontvang ik mijn geld, en word 1891het boek wel verkogt, dan ziet een Boekverkooper er niet op, om 1892mij een honorarium daarenboven te geeven.Ga naar voetnoot1892

 

1893Nommer 17
Dit heeft onder de menschlijke boekverkoopers geen plaats. Deeze 1894beschouwen de boekmaakerij als een edele uitspanning des hoog- 1895vliegende vernufts, -

 

1896De aap
Ik weet het, - maar wij arme Duivels hebben anders niet te vree- 1897ten. Wij moeten wel zo handelen. - En het is daarom, dat ik zeer 1898verlang, om insgelijks mensch te worden.

[pagina 126]
[p. 126]

1899Nommer 17
Schrijft gij ook over de publique zaaken?

 

1900De aap
Ik schrijf over alles, pro en contra. - Ik moet van alle Aapen 1901leeven. - Ik heb tegenwoordig een lofdicht en een Hekeldigt onder 1902handen, en dat beiden op Nommer Vijf.

 

1903Nommer 17
Maar hoe kunt gij daar iets goeds van maaken? - Het een of het 1904ander moet u niet van harte gaan?

 

1905De aap
Het gaat mij alle beiden van harten.

 

1906Nommer 17
Dat is onmooglijk!

 

1907De aap
Gij zijt geen schrijver, Manmensch!

 

1908Nommer 17
En waaruit weet gij dat?

 

1909De aap
Daeruit, dat gij mijn gezegde voor onmooglijk houd. Waart gij 1910een Schrijver, dan zoud gij weeten, dat elk Mensch een goede en 1911een kwaade zijde heeft; dat men hem, om een Lofdigt op hem te 1912maaken, slegts van den goeden kant te beschouwen heeft, en dat 1913men, om hem door een Pasquil ten toon te stellen, slegts zijneGa naar voetnoot1913 1914gebreken heeft aantestippen.

 

1915Nommer 17
Maar om wat reden verlangt gij toch een Mensch te worden?

 

1916De aap
Om de Wereld nog veel bedekter en met oneindig meer voordeel 1917te kunnen bedriegen.

[pagina 127]
[p. 127]

1918Nommer 17
Uwe openhartigheid is het eenigste dat een eerlijk Man in u prijzen 1919kan.

1920En hier mede verliet ik hem.

voetnoot1858
gebaarden: geste; deftiger dan gebaren maar met dezelfde betekenis; zie WNT IV, 378.
voetnoot1859
een vaars formeert: een vers schept. Kwasi-verheven formulering; formeren komt vooral voor in bijbels taalgebruik ter aanduiding van Gods scheppingskracht.
voetnoot1864
Doet gij dan winkel?: houdt gij er dan een winkel op na?
voetnoot1867
Is het schrijven dan...: met goed gespeelde verbazing hekelt nr. 17 in deze passage de (politieke) broodschrijverij in de Republiek (‘daar is het eene edele...’), ondertussen vergetend dat hij zelf zich ook aan dit vergrijp schuldig maakt.
voetnoot1875
exerceert: beoefent.
voetnoot1877
hier heb ik eenige tijtels: geringschatting voor de eigenlijke inhoud van een boek vormt een dankbaar onderwerp voor de 18e-eeuwse satire. De duitse schrijver G.W. Rabener (1714-1771) en op zijn voetspoor onze spectatoriale auteurs (bijv. Betje Wolff in De Rhapsodist) hekelen lange nietszeggende voorredes, opdrachten, noten en registers. Zij gaan zelfs zover om de uitgave van alleen maar een register of noten te bepleiten en dit ook metterdaad te doen. Zie Verzameling van Hekelschriften, uit het Hoogduitsch van den Heere G.W. Rabener, Amsterdam, bij Pieter Meijer, 1763-1774, 5 dln.
voetnoot1892
een honorarium daarenboven: een extra honorarium boven het overeengekomen handgeld waartegen de auteur zijn eigendomsrecht overdraagt aan de boekverkoper.
voetnoot1913
Pasquil: schimpdicht, schotschrift.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Reize door het Aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)