Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz) (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
Afbeelding van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)Toon afbeelding van titelpagina van Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (9.14 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)

(1972)–Gerrit Paape–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Een en dertigste hoofdstuk
De pasquillenfabriek

1921Ik verwonderde mij nu niet langer over de verbaazende meenigte 1922Pasquillen, die er bijna alle uuren te voorschijn kwamen. Ik had 1923de Bron ontdekt waaruit dezelve voortvloeiden. Deeze Aap had het 1924ongemeen druk. Gemeenlijk begon hij twee stukken te gelijk, die 1925elkander volmaakt tegen over stonden. Wanneer hij eene bladzijde 1926vol geschreeven had, lag hij dezelve om te droogen naast zig neder,Ga naar voetnoot1926 1927en begon een ander stuk; hiervan een zijdje geschreeven hebbende, 1928lag hij het weg, en greep het ander wederom op; schreef het vol; 1929lag het weder weg en vervolgde het ander, en dus zo voort, tot dat 1930de beiden stukken voltooid waren.

1931Hij was zo handig en gaauw, dat hij al voort, voort schreef, 1932zonder zig te bedenken of optezien. Voor deezen, (zei hij mij eens,)Ga naar voetnoot1932 1933heb ik nog wat in voorraad kunnen werken, - maar thans is het 1934heet van de naalde weg. Terwijl ik het agterste schrijf is het voorste 1935al gedrukt, gevouwen en ingenaaid.

1936Maar, vroeg ik hem; wanneer dit Staartenthousiasmus eenmaal 1937zal ophouden, - want dat kan niet altoos duuren, - wat dan? - 1938dan is uw drukte gedaan.

1939Gedaan? - glimlachte hij, - vooreerst is er nog veel werk aan 1940't Staartärtikel! want wat is er niet veel voor en tegen te schrijven?

1941Maar, zei ik, morgen worden ze afgekapt!

1942Ha! ha! antwoorde hij mij, dan schrijf ik overmorgen, Klaag- 1943liederen, Treurzangen, Lijkdigten, Grafschriften en soortgelijken. 1944Dan maak ik zinnebeelden op de Pikpleisters en kaalgatten; of ik 1945geef een natuurlijke Historie van de Pik of van de Staart uit: of 1946anders ontwerp ik een geneeskundig Tijdschrift, over de spoedige

[pagina 128]
[p. 128]

1947geneezing van wonden door afkapping veroorzaakt, en honderder- 1948lei fraaiheden meer.

1949Men zou dergelijke prullen wel eens kunnen verbieden; voerde 1950ik hem te gemoet.

1951Verbieden? - verbieden? - riep hij al lachende uit. Daar zijn 1952de Aapen te wijs toe! - Onze Baviaanen laaten ons alles zeggen 1953en schrijven wat wij willen, doch intusschen gaan zij hun gang. 1954Doen alles wat hen gelieft! - en wat schade kunnen wij schrijver- 1955tjes hen dan toebrengen? - Wanneer al de waereldsche Schrijvers 1956eens Pasquillen op de maan maakten, wat denkt gij dat zij doen 1957zou? - Zij zou voortdrijven zo als zij gewoon was, zonder zig 1958aan de Pennekrabbelaars te bekreunen, - en zij zou wijslijk han- 1959delen, - want, helaas! als een Pasquil niet verbitterd, dan mist 1960de Maaker zijn oogmerk, en - hij scheid er uit, - om dat zijn 1961Leezers er uitscheiden. - Men heeft hier eens een voorstel gedaan, 1962om van Staatswegen een soort van opkoop van de Pasquillen inte- 1963voeren: dat wil zeggen, dat elk, die bekwaamheid genoeg bezat, 1964om een Pasquil te kunnen maaken, van wat natuur, of op wie het 1965ook weezen mogt, volkomen vrijheid had, om zulks te doen, zonder 1966deswegens eenige de minste moeilijkheid te ontmoeten, zullende 1967hij zelfs onder Protectie der hooge Regeering genoomen worden, 1968- mits, dat hij zijne Pasquillen bij daar toe aangestelde Commis- 1969sarissen inleverde, die bevoegd zouden zijn, om er over te oordee- 1970len, en den Maaker betaalen zouden tegen Boekverkoopersprijs, 1971of, zo het Pasquil fraai was, een honorarium daarenboven. Alle de 1972dus verzamelde Pasquillen zou men dan in een maandwerkje plaat-Ga naar voetnoot1972 1973sen en aldus met Privilegie uitgeeven.Ga naar voetnoot1973

[pagina 129]
[p. 129]

1974En hoe ging het met dit voorstel? vroeg ik.

1975Het werd verworpen, zei de Aap.

1976En waarom?

1977Om dat men vreesde, dat de kunst van Pasquillenmaaken er 1978geheel door bedorven zou worden, en dat men begreep, dat, onder 1979't Menschdom, die Maatschappijen het gelukkigst zijn, waar men 1980de fraaiste pasquillen maakt.

1981Maar, mijn lieve Aap! die onbepaalde vrijheid van Pasquillen 1982te moogen maaken, moet immers het getal van Pasquilmaakers 1983tot in 't oneindige vermenigvuldigen?

1984Zo denken er de Menschen over, antwoorde hij. Maar het tegen- 1985deel is waar. Overäl waar men die vrijheid verleent nijpt men de 1986Pasquilschrijvers de keel toe, want hij moet al zeer veel bekwaam- 1987heid bezitten, die in zulk een land met Pasquillen iets verdienen 1988wil; maar het tegendeel is waar, in een land, waar men angstvallig 1989de Pasquillen ten strengsten verbied; - daar is geld te verdienen? 1990- Hebt gij niet menigmaal, drie, vier, vijf guldens en meer voor 1991een voddenschrift gegeeven, dat anders geene verdiensten had, 1992dan dat het verbooden was, - en 't welk gij niet zoud hebben willenGa naar voetnoot1992 1993aanzien, wanneer het met Privilegie gedrukt was geworden?

1994Ik moest dit den Aap toestaan.Ga naar voetnoot1994

1995En, fluisterde hij mij in 't oor, dit is eene der drangredenen, 1996waarom ik mensch begeer te worden, en mijn best doe, om al de 1997Aapen tot Menschen te helpen maaken; want dan zal men gewislijk 1998het Pasquilmaaken verbieden, en als dan zal ik eerst een goede 1999stuiver kunnen verdienen, zonder mijn ziel er op uitteputten.

2000Maar gij, Heer Satire- en Pasquilmaaker! zei ik, als gij daar

[pagina 130]
[p. 130]

2001uw daaglijks werk van maakte, dan zou men alles verbieden, waar- 2002op uw naam stond, of dat men wist dat van uw kwam.

2003Juist dat zou ik verlangen, antwoorde hij, want sterker recom- 2004mandatie kon men mij niet bezorgen.

2005Maar dan zoud gij niets kunnen uitgeeven, zei ik.

2006De Aap lachte, 't Is waar, zei hij, iemand die Pasquillen of Sati- 2007res maakt, is vast te conscientieus om een valschen naam aante-Ga naar voetnoot2007 2008neemen.

2009Dergelijke gesprekken had ik meer met deezen Aap, waardoor 2010ik hoe langer hoe meer mij verwonderen moest, dat het Aapendom 2011de Menschlijkheid wilde aanneemen.

2012Verwonder u niet, zei de Aap, wanneer ik hem mijne verwonde- 2013ring betuigde, de Aapen willen Menschen worden, om dezelfde 2014beweegreden, (elk in 't zijne,) als ik u reeds aangevoerd heb, die mij 2015er toe beweegt.

2016Ik bedankte hem voor dit compliment.

voetnoot1926
lag: legde.
voetnoot1932
Voor deezen: vroeger.
voetnoot1972
maandwerkje: in maandelijkse ‘stukjens’ uitkomend geschrift.
voetnoot1973
Privilegie: ‘octrooi voor het met uitsluiting van anderen mogen uitgeven van een boek, oudtijds door den souverein, tijdens de Republiek door de Provinciale Staten of de Staten-Generaal, op verzoek van den uitgever verleend. In 1796 afgeschaft’ (WNT XII, 4241). Privilegie betekent hier niet ‘voorrecht’ maar ‘waarborg’, waardoor schrijver of boekverkoper in zijn eigendomsrecht tegen nadrukkers werd beschermd. Zie J.T. Bodel Nyenhuis, De wetgeving op drukpers en boekhandel in de Nederlanden tot in het begin der XIXe eeuw, Amsterdam 1892 (Bijdragen tot de gesch. van den Nederlandschen Boekhandel, dl. IV), p. 4-5. Het verlenen van octrooi hield nimmer een goedkeuring van de desbetreffende uitgave in.
voetnoot1992
Met preventieve censuur hield de overheid zich niet op. Wel werden talrijke boeken en pamfletten na verschijning door plakkaten van overheidswege verboden, maar zulke bepalingen sorteerden in de praktijk weinig effekt als gevolg van de gewestelijke en stedelijke autonomie. Toen het Hof van Holland in 1796 op aandrang van de gereformeerde synode aan de Staten van Holland adviseerde om Censores Librorum in te stellen, wekte dit bij de boekverkopers zoveel protest dat het plan ijlings onder tafel verdween. Zie A.C. Kruseman, Aanteekeningen betreffende den boekhandel van Noord-Nederland in de 17de en 18de eeuw, Amsterdam 1893 (Bijdragen tot de gesch. van den Nederlandschen Boekhandel, dl. VI), p. 343, 389-395; Bodel Nyenhuis, p. 168 vv.
voetnoot1994
toestaan: toegeven.
voetnoot2007
is vast te conscientieus: dit klinkt des te ironischer doordat de schrijver van de Reize door het Aapenland zichzelf achter een schuilnaam verbergt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Reize door het Aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)