Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princelijcke deuijsen (1563)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princelijcke deuijsen
Afbeelding van Princelijcke deuijsenToon afbeelding van titelpagina van Princelijcke deuijsen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.94 MB)

ebook (31.54 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Silvius



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princelijcke deuijsen

(1563)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 111v]
[fol. 111v]

Consultori pessimum.



illustratie

[Folio 112r]
[fol. 112r]

Tquaet ende die straffinghe comt altijts op die gene die tquaet raden, oft leeren ende wisen te doen. Twelcke men sien mach aen de vendelen ende banieren, de welcke vergaderen tvolc ende lockent ten strijde, maer selue zijnt die principaelste die alder eerst int perijckel comen ende een quaet iaer hebben. Ten ander soo behooren die roervincken van allen twist ende ghevecht alder meest gestraft te wesen: ende oock die wetten zijn meer tegen henlieden, dan teghen die vechters selue. AulusGa naar margenoot+Gellius, tot propooste vande ghene die tot quaet raden, beschrijft een historie vanden quaetheyt vanden wijchelaers van Hetrurien, de welcke ontboden zijnde vande Romeynen, om dat tbeelde van Horatius Cocles vanden donder geraect was, maecten die Romeynen wijs (als haerlieder heymelicke ende bedecte vianden die sy waren) datmen dit beelde behoorde in eenen donckeren hoeck daer gheen Sonne comende was, te stellen. Niet te min gheaccuseert zijnde van haerlieder bedroch, werden geuanghen, ende nae dat sy haerlieder valscheyt ende verraet bekent hadden, soo waren sy terstont ghedoot. Ende dit beeldt werdt ghestelt op Vulcanus plaetse, op een heerlicke ende sienlicke plaetse. De sake aldus soo wel vergaen zijnde voort ghemeente, soo hebben die kinder

[Folio 112v]
[fol. 112v]

begonst te singhen alle die stadt duere, tot spijt ende schande van die quade raetgeuers, die wijchelaers, die quaden raet, is den quaden raders schadelick gheweest.

margenoot+
Aul.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken