Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

XLIX. Ecquis emat tanti sese demittere?

 
VVie cocht soo dieren coop te bucken, oft sich crommen,
 
Wist hij dat hij daer door in ongeluck souw commen?


illustratie

 
Men wenscht op deser aerd nae macht, en Coninckrijcken:
 
Men seydt, Waer ick een heer, dat weynich mijnsghelijcken
 
Te vinden waeren meer, dan had ick mijnen lust:
 
Maer, laes, dan soudt gij eerst droef zijn en ongerust.
 
Houdt u bij dijn beroep: hoort desen Coninck spreken,
 
Die seydt, Nu heb ick mij in desen last gesteken:
 
Dan waer elckeen bekent dees Conincx-croone rijck,
 
Sij raepten heur hiet op, al laeg sij in het slijck.

Valerius Maximus vermaent van eenen Coninck: den welcken ontfangen hebbende in sijn handen eenen Turband oft

[pagina 125]
[p. 125]

Conincks hoet, den selven seer lang tusschen sijn handen bleef houden, hem wel besiende ende aenmerckende, eer dat hij hem op sijn hooft sette: ende seyde: O costelick laken, gij zijt veel edelder dan geluckich! Waer het sake dat iemant wel bevroeydde oft verstont hoe veel sorgen, ghevaer, ongeval ende jammer dat in v zijn, voorwaer al sage hij u liggen midden in het slijck, hij en soude sich niet willen nederen, om u daer wt te heffen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken