Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 214]
[p. 214]

XCI. Premitur, non opprimitur.

 
De waerheyt vvort ghedruct, en dick ter neer ghesmeten:
 
Maer sij blijft niet verdruct, oft gantschelijck vergeten.


illustratie

 
De waerheyt gaet soo vast, dat sij niet can gemissen,
 
En comt noch wel in't licht nae lang gheraey en gissen.
 
Al schijnt het onghelijck gheheel bedect te zijn,
 
Nochtans beschaemtet sich seer dick in't Sonnen schijn.
 
Het Ros dat tegen recht sijn eygen heer onthouden,
 
En bij een ander was, het waere recht ontvouden:
 
Doch sonder schrift oft woort, mits dat sich selven wenden
 
Tot sijnen eersten stal, die dat van oudts bekenden.

DEn Keyser Galba (schrijft Suetonius) sittende inde vierschare om recht te doen, voor handen hebbende vonnis te spreken van een gheschil oft proces dat gheresen

[pagina 215]
[p. 215]

was wt oorsaecke van een Paerdt, wiens rechten heer oft meester niet blijckelijck oft bekent en was: siende dat door het twijffelachtich vertellen ende wtspreken der ghetuyghen, de raminge oft radinge des waerheyts moeyelick om vinden was, heeft de Nature self gestelt als Rechtersse ende Ordeelersse over dese saeck (ghelijck oock dede den Coninck Salomon, den welcken het geschil van de twee kinderen liet ordeelen door de ghenegentheyt ende affectie van een moederlick hert.) Ende om dit te doen, soo ghebodt hij dat het voorseyde Paerdt, daer het geschil om was, de ooghen gestopt, ende het hooft bewonden zijnde, geleydt soude worden aen het water daer dat gemeynlick plach ghedrenckt oft ghewatert te worden: ende datment aldaer het hooft weder soude ontdecken: ende soo van selfs weder laten gaen daer het wilde: Ende dattet alsdan toecomen ende eygen blijven soude den genen tot wiens huys dat het selve Paerdt, ghedroncken hebbende, los gelaten, ontbonden, ende ontblint zijnde, van selfs loopen soude. Met welcke middel merckelijcken bleeck, dat de waerheyt bedompt ende vermomt, oft soomen seydt geblint-doeckt can worden: maer nimmermeer heel verstickt oft verdruckt, ende t'ondergebracht sal blijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken