Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 231]
[p. 231]

C. Te decus omne tuis.

 
Ghij hebt u heel geslacht verciert met uwe deucht:
 
Al d'uwe zijt ghij troost, hoop, toevlucht, eer en vreucht.


illustratie

 
De vroomicheyt en deucht is in soo grooter waerden,
 
Soo wel bij quaed' als goed' altijts op deser aerden,
 
Dat die een cloecke daet sijn leven heeft ghedaen
 
Seer grooten lof behaelt, die niet en can vergaen:
 
Iae dat sijn adeldom blijft nae sijn overlijden;
 
En dat sijn kinders al sijns roemen met verblijden,
 
En seggen overluyt, Dien man is al ons eer:
 
Des sullen wij sijn deucht naetrachten meer en meer.

DE oprechte edelheyt onder alle de menschelicke geslachten heeft heuren eersten oorspronck gehadt van eenighe stoute

[pagina 232]
[p. 232]

oft vrome daden, die waerdich waren datmen die onthouden, oft altijts loven sou: gelijck alsset ghebeleken is aen de doorluchtighe vroomicheyt van Lysimachus wt Macedonien- den welcken, soo Trogus Pompeius schrijft, als hij door tbevel van den Coninck Alexander gestelt was tegen eenen seer fellen Leeu, om daer van verslonden oft verscheurt te worden, dede nochtans in sulcker voeghen blijcken sijn cloeckheyt ende vroomicheyt, stekende sijn hant in't diepste van de Keel des Leeuws, dat hij hem de tong wttrack, ende den Leeu op staenden voet worgde ende ombrocht. Om welcke daet hij wederom soo verre quam inde ghenade van sijnen Coninck, dat hij door de groote vermogentheyt ende autoriteyt, daer Alexander hem naederhant in stelde, een stadt dede timmeren, die hij nae sijnen eygen naem Lysimachia liet heeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken