Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XCIX. Pohibere nefas.

 
Verbieden dat den aert der quaden voort sal gaen,
 
Is heel onmoghelijck, onbillch, ongeraen.


illustratie

[pagina 230]
[p. 230]
 
Eylaes waer sal een mensch die niemant quaet en wil,
 
Voortaen doch zijn bewaert, beschermt, gerust en stil?
 
Eylaes waer sal een mensch op-recht bij alle lieden
 
Voortaen voor't quaet gespuys, en loose veynsers vlieden?
 
Keert hij hem eens van voor, hij is vast inden strick,
 
Keert hij hem om, en wijct, hij wort geslaghen dick:
 
Ter werelt is gheen quaet soo quaet om te beletten,
 
Als die een vrients gelaet met een quaet hert besmetten.

Anders.

 
Seer swaer is om t'ongaen dees tweehoofdige slang;
 
Van achter en van voor maect sij ons even bang.

DE Amfisbene, een grouwelick seldtsaem ende wonderlick serpent, oft eer monster, hebbende een hooft aen sijnen staert, al soo wel als voren, daer't mede bijt voorwaerts cruypende, ende weder achterwaerts gaende, alsoo 't wil (gelijck Aristoteles ende Plinius schrijven) soude seer wel moghen wesen een Devijs oft Wapen van eenen vuylen hoop verraders met twee aensichten, ende op-rechte dobbelhertige vijanden van binnens huys: de welcke soo schadelick zijn, datter geen pest en is, crachtiger om iemant te hinderen, dan sulcken geslacht van menschen, als Cicero seer wel verclaert. Ende dit zijn die schelmen daer het ghemeyn Fransch ghedicht oft spreeckwoort van vermaent:

 
Tel par deuant faict bon visage,
 
Qui par derriere mord & outrage.

Al oftmen seyde: Sulck toogt van buyten een vriendelick gelaet, Die binnen int hert niet en dinct dan overlast en quaet. Oft best:

 
Sulc toont van voor een blij gelaet,
 
Die u van achter bijt oft slaet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken