Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 228]
[p. 228]

XCVIII. Virtutis Fortuna comes.

 
Eens anders rijckdom moet ghij sien met blij ghelaet en vreugt,
 
En kennen willich, dat Fortuyn gheleydtster is van deugt.


illustratie

 
Veel zijn soo vol gelux; sij hoeven niet te schrapen,
 
Met sorg en arbeyt groot: maer als sij liggen slapen,
 
Comt heur het goet in huys: Fortuyn die voor heur vischt,
 
Geeft heur veel lant en goet en gelt, heel onbewist.
 
Maer geeft heur Godt daer toe die wijsheyt ende zegen
 
Dat sij met deugt en eer dat bruycken wel ter degen,
 
Sij moghen spreecken recht van gelucksalicheyt:
 
Geluck is geen geluck, dat Deucht niet en geleydt.

DE schilders meenende te maecken een beeldt dat Timotheus den heir-tog oft Velt-oversten van Athenen seer wel behagen ende aengenaem wesen souw, (als Suidas schrijft) om dat hij soo rijck ende machtich geworden was, schilderden hem, al of hij lag en sliep: ende neven hem stelden sij de Fortuyne, oft Goddinne des Ghelux, die hem heele steden bood oft gaf, besloten in Visschers netten, fuyken oft korven. Waer mede sij den selven Timotheus nochtans

[pagina 229]
[p. 229]

meer bedroefden dan verblijdden: mits dat hij merckte dat sij sijn geluc ende voorspoedichheyt eer de blinde Goddin Fortuna, dan sijne deugt oft vromicheyt toeschreven. Self Plutarchus seydt, dattet sijn vijanden ende benijders waren, die sulcx hadden doen schilderen tot sijnen schimp: ende dat hij hun daer op aldus antwoorden, om soodanich quaet ghevoelen des volcx wech te nemen: Doen ick dit al slapende; wat sal ick dan doen, als ick waeck?

Anders.

 
De nijders ist groot leyd, De goede ist groote vreugt,
 
Dat veeltijts, soomen seydt, Geluc geleydt de deugt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken