Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCIX. Furor fit laesa saepiùs patientia.

 
Geduldicheyt te veel beschadicht oft gequelt,
 
VVort dulheyt in het laetst, en toont oock sijn gewelt.


illustratie

[pagina 446]
[p. 446]
 
Het goedertieren Schaep verdraegt seer langen tijt
 
Der kinders dertelheyt, heur trecken, en gesmijt:
 
Maer in het eynd, nae dit onmatich lange tergen,
 
Als sij sijn goetheyt al te veel gedultheyt vergen,
 
Betoontet wattet can, en stoot dat swacke wicht,
 
Dat hem soo heeft gequelt, ter aerden al te licht.
 
Alsoo gebeurtet oock, wanneer de groote Heeren
 
Al te sachtmoedich zijn, het Volck wil heur niet eeren:
 
Iae self verachtse haest met heel onwaerden moet:
 
Tot dat gen goeden heer in't laetsten, half verwoet,
 
Sijn goetheyt keert in quaet, en sich begint te wenden
 
Tot straff van al de gheen' die sijn macht niet en kenden.
 
Een Vorst moet oock sijn Volck niet aendoen groot gequell:
 
Want dickwijls was dat goe, maer wort door terghen fell.
 
De goetheyt van een Prins, moet ons niet stouter maken:
 
Den Prins moet oock het Volck niet al te smadich laken.

MEn vint somtijts ettelicke menschen soo onredelick, ontijdich ende moeyelick met woorden ende wercken, dat sij hen niet en ontsien te verstooren ende lastich te vallen de vreedsaeme, stille ende deugdelicke menschen. Daerom soo varen sij in't laetste daer gemeynlijcken seer qualijc mede, min noch meer dan als het gebeurde met een iong knechtken; het welck alsset een Schaep wat te lang gequelt hadde, ten laetsten van dat selve Schaep, mette horens ter aerden over rugge gesmeten wert: bevindende ende ghevoelende metter daet, dattet waerachtich is tgene dat de Latijnen pleghen te segghen;

[pagina 447]
[p. 447]

Furor fit laesa saepiùs patienia: dat is, De lijdtsaemheyt al te dikwijls gequetst oft gequelt, wort ten laetsten dullicheyt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken