Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non
Afbeelding van Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde nonToon afbeelding van titelpagina van Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.30 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

marialegende


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non

(2007)–Anke Passenier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

Achtste Deel
In het huis van de weduwe

 
Tenslotte zwierf ze zolang rond
 
Dat zij opeens voor 't klooster stond
 
Waar zij ooit als non geleefd had
 
Mensen, wat een schok was dat!
 
 
 
Toen de zon was ondergegaan
 
Klopte zij bij een weduwe aan
 
Die zij vriendelijk verzocht
 
Of zij daar overnachten mocht
 
 
 
Ach, zei de vrouw, met die twee blagen
 
Zou 't wreed zijn om u weg te jagen
 
Ze lijken me ontzettend moe
 
Rust maar wat uit, ga zitten toe!
 
 
 
Wat ik heb om van te leven
 
't Brood dat God me heeft gegeven
 
Daarvan schenk ik u een deel
 
Ook al is het niet zoveel
 
 
 
Ze bleef dus met haar kinderen eten
 
En toen wou ze heel graag weten
 
Hoe 't er in het klooster voorstond
 
Dat zij onverwachts terugvond
[pagina 44]
[p. 44]
 
Beste vrouw, vroeg ze in vertrouwen
 
Is dat het klooster van edelvrouwen?
 
Ja, zei zij, 't is zo chique en rijk
 
Geen ander is eraan gelijk
 
 
 
Over de nonnen daar - geen kwaad woord!
 
'k Heb nooit iets vreemds van ze gehoord
 
Ze hebben een zeer goede naam
 
En staan bekend als vroom en deugdzaam
 
 
 
Zij, die bij haar kinderen zat
 
Vroeg: Waarop baseert u dat?
 
Want ik hoorde deze week
 
Toch nog iets waar ik van opkeek
 
 
 
Dat zo'n veertien jaar geleden
 
Een kosteres is uitgetreden
 
Die 's nachts de kerk uit is geslopen
 
En met een man is weggelopen!
 
 
 
Niemand die het weet waarheen
 
Ze zo plotseling verdween
 
En waar ze ooit gebleven is
 
En of zij nog in leven is
 
 
 
Wát!, zei de weduwe toen kwaad
 
Wat is dit nu voor roddelpraat?
 
De kosteres heeft niets misdaan
 
Hou uw mond of u kunt gaan!
[pagina 45]
[p. 45]
 
Al meer dan veertien jaar is zij
 
De kosteres van de abdij
 
En ze verzuimde nog geen dag
 
Behalve als ze ziek op bed lag
 
 
 
Dus wie kwaad spreekt over haar
 
Is een gemene leugenaar!
 
Want zij is zo goed en rein
 
Als mensen dat maar zelden zijn
 
 
 
Al ging je alle kloosters rond -
 
'k Wil wedden dat je niemand vond
 
Die zo'n goede inborst heeft
 
En zo vroom en zuiver leeft!
 
 
 
Voor haar, die zolang had gezondigd
 
Was dat zoiets werd verkondigd
 
Over de kosteres, heel raar
 
't Was gewoonweg onvoorstelbaar
 
 
 
Mevrouw, zei ze, ik zou graag weten
 
Hoe haar beide ouders heten
 
Ze kreeg hun namen allebei
 
Toen wist ze 't: Dit gaat over mij!
 
 
 
God, wat huilde zij die nacht
 
Die ze in dat huisje doorbracht
 
Voor het bed op blote knieën
 
Waar ze sliepen met hun drieën
[pagina 46]
[p. 46]
 
O Maria, Lieve Vrouw
 
Bad zij, ik heb zo'n berouw
 
Van al mijn zonden heb ik spijt
 
Ach, toon mij uw barmhartigheid!
 
 
 
Als hier een hete oven stond
 
Die vlammen braakte uit zijn mond
 
Vurig gloeiend als de zon
 
Kroop ik erin, zo snel ik kon
 
 
 
Ik greep het aan met beide handen
 
Om mijn zonden weg te branden
 
O God, ik zie geen uitweg meer
 
Wees me toch genadig, Heer
 
 
 
Maar U wilt niets van wanhoop weten
 
En dat mag ik niet vergeten
 
Al raak ik ook mijn angst niet kwijt
 
Toch hoop ik op barmhartigheid
 
 
 
Sinds U als mens op aarde kwam
 
En daar het lijden op U nam
 
Aan het kruis tot in de dood
 
Was geen zondaar U te groot
 
 
 
Elke zondaar die met spijt
 
Smeekte om barmhartigheid
 
Kreeg vergeving voor zijn misdaad
 
Ook al kwam hij nog zo laat
[pagina 47]
[p. 47]
 
Zoals we weten allemaal
 
Blijkt dit vooral uit het verhaal
 
Van hoe het Gisemast verging
 
Die met U, Heer, aan het kruis hing
 
 
 
U zei tot hem dat hij gelijk
 
Met U zou komen in uw rijk
 
Zo bleef die moordenaar behouden
 
Omdat zijn zonden hem berouwden
 
 
 
En toch is het ons duid'lijk dat
 
Die zondaar om genade bad
 
Pas op het einde van zijn leven
 
En dus niets meer had te geven
 
 
 
Geen and're schat, geen geld of goud
 
Gaf hij aan U voor zijn behoud
 
Dan alleen oprecht berouw
 
Dat was het, wat hem redden zou
 
 
 
Uw genade is niet te doorgronden
 
Is groter dan de grootste zonden
 
Als de zee die men niet leegscheppen kan
 
Men raakt er nooit de bodem van
 
 
 
Dus is er ook nog hoop voor mij
 
En daarom durf ik frank en vrij
 
Te vragen om barmhartigheid
 
Want ook ik heb grote spijt

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken