Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het recht ontkleed (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het recht ontkleed
Afbeelding van Het recht ontkleedToon afbeelding van titelpagina van Het recht ontkleed

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (7.36 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het recht ontkleed

(1966)–François Pauwels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

XVII

De frisse wind buiten woei de vernedering van haar af. Jonnie wilde ze spreken. Hem ter verantwoorring roepen. Zou ze naar Utrecht gaan, hem in z'n studentenkamer verrassen?... Maar dan schoten haar de woorden van zijn vader te binnen, dat Jonnie het helemaal met hem eens was. Het inzicht dat alle contact met hem nutteloos was, gaf haar opnieuw een bijna gelukkig gevoel van bevrijding. Ze had niks met dat onbetrouwbare jochie te maken. Zelfs het kind waarvan ze zwanger was, kon net zo goed van een ander wezen. Onwillekeurig stapte ze steviger door. Was ze niet vrij, heerlijk vrij met haar jeugd, haar gezonde lichaam en een toekomst die alleen aan haar behoorde?... Het werd later en dat beangstigde haar niet. Ze wilde pas thuiskomen wanneer ze zeker wist dat Mies haar niet zou horen. 's Morgens was het vroeg genoeg haar van haar gesprek met Kokkelaar op de hoogte te brengen. Ze zou er wel danig van opkijken! In plaats van een stralende verloofde, het weggetrapte hoerekind!... Zou ze dan maar meteen vertellen van haar toestand?

Doorstappen, doorstappen!... De meeste huizen die ze passeerde, waren al donker! Buiten gaan ze nu

[pagina 108]
[p. 108]

eenmaal vroeg naar bed. Heel anders dan in de drukke stad! Die leek haar altijd vol licht en leven. Daar nemen ze geen notitie van je en kon je doen wat je wilde!

Ze naderde de grote weg, met af en toe een auto die haar verblindde en dan weer verdween in de duisternis. Ze bedacht in hoe korte tijd ze Amsterdam kon bereiken, waar haar moeder haar zeker niet de deur zou wijzen. Die gedachte verwarmde haar. Ze stond niet helemaal alleen op de wereld. In de verte naderde weer een auto. Misschien wel die van Jonnie op weg naar z'n vriendelijke Pa, - om samen van het grote nieuws te genieten, dat hij zich over niks meer zorgen hoefde te maken, dat er een eind was gekomen aan hun verhouding, ‘voor goed een eind’!...

De donkere romp van een vrachtwagen naderde. Waar ze wachtte minderde hij vaart en stond stil. Uit de bestuurderscabine boog de krullebol van de chauffeur.

‘Mot je naar de stad, juffie?...’ lachte hij.

Even flitste het verlangen naast hem in te stappen. Wat kon haar verder nog gebeuren? Maar dan was het of ze plotseling Jonnie voor zich zag. Weer zo'n kerel die alleen op een pleziertje uit was, om je daarna als oud vuil op de mesthoop te gooien.

‘Barst’... antwoordde ze vinnig, draaide zich om en verdween in de zijlaan.

'n Beetje had ze wraak genomen. Wat zei moeder

[pagina 109]
[p. 109]

ook weer? Je moet doen als de orgelman: rammelen met het centenbakje!

Nou, helemaal zonder centen was ze niet.

Hoeveel zou er nou precies in het sigarenkistje zitten, dat haar eigen, eerlijk verdiend geld was en waar niemand iets over te zeggen had?...

In ieder geval voldoende om op eigen gelegenheid naar Amsterdam te komen. Kon ze meteen wat kleren en ondergoed meenemen. Ze stond stil en luisterde naar de wind die opeens heftig in de reeds herfstige bladeren te keer ging. Daarna werd alles rustig, waarschijnlijk in afwachting van een bui. Het werd tijd dat ze een besluit nam, want morgen moest ze met een verklaring voor de dag komen. Ze rekende er wel op dat Mies bleef zwijgen, maar in de nabije toekomst zou ze haar toestand niet langer geheim kunnen houden en wat stond haar en ook de Keerijzers dan nog te wachten?... In het kletsgrage dorp zou ze met de vinger worden nagewezen... Wanneer Bradelschade het te weten kwam, brachten ze haar naar een gesticht... Nee, verdwijnen moest ze en zo schielijk mogelijk!...

Als dievegge speurde ze rond de drogisterij. Ze hoorde geen geluid, zelfs niet het hoesten van de oude man. Voorzichtig opende ze de achterdeur en sloop op haar kousevoeten naar binnen. Ze wist dat de treden van de trap naar haar kamertje wel eens kraakten. Voetje voor voetje trok ze zich aan de leuning geluidloos naar boven. Hijgend en met een

[pagina 110]
[p. 110]

kloppend hart stond ze voor haar bed. Daaronder lag het koffertje dat moeder haar bij haar komst had meegegeven. In een wip griste ze haar boeltje samen. Toen ze daarmede klaar was, haastte ze zich naar beneden. Ademloos wachtte ze voor de linnenkast. Nog steeds geen onraad. Opeens werden haar ogen groot van de schrik. De sleutel die gewoonlijk half uit het slot van de antieke kast hing, stak er niet in. Mies had de gewoonte wanneer ze boodschappen ging doen en er behalve opa niemand in huis was, de sleutel in haar tas te bergen. Ze voelde of de deur gesloten was en dat was inderdaad het geval. Er zat wel speling in het gammele slot, maar een ruk om het te forceren, zou net voldoende geluid veroorzaken om Mies wakker te maken. Er was nog één mogelijkheid: dat ze wel de sleutel in het slot had omgedraaid, maar het niet met de vereiste zorgvuldigheid had gedaan, waardoor deze er later was uitgevallen. Dan moest ie op de grond liggen... Ze bukte en zocht met zenuwachtige vingers over de vloermat en het zeil. Niets! Tegelijk hoorde ze van benee de rochelhoest van opa. Er viel geen tijd te verliezen. Ze drukte haar hoofddock tegen het slot, peuterde haar vingers tussen de iets wijkende kastdeuren en rukte het pand met kracht naar zich toe. Het hele slot kwam mee, maar de kast was open! Onmiddellijk graaide ze tussen en achter het netjes opgestapelde linnengoed. Daar had ze het kistje te pakken! Papier en zilvergeld stopte ze schielijk in

[pagina 111]
[p. 111]

de buitenzak van haar jas en boog zich toen luisterend over het leuninkje van de overloop. Het enige wat ze hoorde, was het jagen van haar eigen hart. Opa was blijkbaar weer in slaap gesukkeld, want anders zou Mies zijn opgestaan om hem z'n stroopje te geven. Niemand zou haar nu nog kunnen weerhouden. Ze deponeerde het slot voorzichtig in de kast, sloot de deuren en haastte zich de trap af. Eenmaal buiten, kletterde de regen op haar neer. Ze was er dankbaar voor. Ook het rumoer had haar ontvluchting begunstigd. Gelukt! juichte het in haar. Het hinderde niet wanneer ze sliknat werd. Ook niet wanneer ze de hele nacht zou moeten doorlopen om Amsterdam te bereiken. Ze bedacht zich echter. Binnen het uur kon ze in Baam zijn. Daar vond ze zeker behoorlijk onderdak en morgen vroeg per trein naar Mokum, de vrijheid tegemoet!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken