Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kinderen van het Achtste Woud (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kinderen van het Achtste Woud
Afbeelding van De kinderen van het Achtste WoudToon afbeelding van titelpagina van De kinderen van het Achtste Woud

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter van Straaten



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kinderen van het Achtste Woud

(1977)–Els Pelgrom–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

De dorsmachine

Op een dag kwam de dorsmachine uit het dorp, want zelfs in dat oorlogsjaar ging het boerenwerk zoveel als mogelijk was gewoon door. Everingen was aangesloten bij een boeren-coöperatie, die een dorsmachine bezat. De machine liep op stoom en dat was maar goed ook, want elektriciteit was er niet meer en op Klaphek was zelfs nog nooit elektriciteit geweest.

Door vier paarden werd het grote gevaarte over de hei getrokken. De machinist en een paar arbeiders liepen ernaast.

Nu kon je weer goed merken dat Noortje een echt stadskind was. Ze wist niets van het dorsen af. Zo maar, midden in de winter, graan dorsen? Dat leek haar toch een beetje mal toe. De zaak was zeker niet meer in orde door de oorlog, want het koren was immers al lang geleden, in de zomer, geoogst? Maar Evert vertelde haar dat het toch heus ieder jaar zo ging. Je moest je beurt afwachten met die dorsmachine, hij reed de wijde omtrek door van boer naar boer. Al die tijd hadden de graankorrels nog in de aren gezeten, in schoven gebonden en opgestapeld op de zolder van de schuur. En ook de strobult naast het huis, met zijn rieten dakje op vier hoge palen, was eigenlijk al die tijd niet echt een strobult geweest. Daar zaten ook nog graankorrels in de aren; het was een korenbult.

Het graan van het vorig jaar was dit jaar niet toereikend geweest. Daarom hadden Everingen en Henk al een paar maal met dorsvlegels graan gedorst op de stenen vloer van de schuur. Gelukkig maar dat ze die ouderwetse vlegels nog bewaard hadden, anders hadden ze al lang geen roggebrood of pap meer kunnen eten en er ook niets van kunnen weggeven. In normale tijden hoorde je dat niet te doen, dan moest je uitkomen met je graan tot de dorsmachine kwam, van het ene jaar tot het andere.

Het werd een drukke week. Zolang het licht was draaide de machine; het stof en het kaf stoof in het rond en iedereen in huis die daartoe in staat was, werkte mee. Ook Noortje hielp. Samen met Evert stond ze voor het luikgat boven in de schuur en

[pagina 88]
[p. 88]

wierp bossen koren naar beneden. Het was zwaar werk en je werd er warm van. Haar handen grepen de bundel beet waarmee het koren was samengebonden. De halmen leken eerst wel in haar vel te snijden, maar na een paar uur voelde ze dat niet meer. Ze voelde nog wel het stof, dat in haar ogen en neus prikte en op haar hoofd kriebelde.

Al die tijd stond daar beneden de machine te trillen en te stampen en maakte zo'n lawaai, dat je niet met een ander hoefde te praten, omdat die je toch niet kon verstaan. Een van de mannen stond er bovenop en ving de bossen op die zij naar beneden gooiden. Hij liet ze verdwijnen in een vierkant gat. Aan de achterkant vloeiden de korrels uit een soort slurf in de zakken die eronder werden gehouden, en het stro viel ernaast. Daar stonden ook weer mensen klaar om er stevige bossen van te maken, die weer opgestapeld moesten worden. Stro was ook kostbaar.

Noortje voelde zich trots op haar vader. Met een gaffel stak hij in de schoven en gaf ze, hoog boven zijn hoofd, door aan Henk. Die zorgde ervoor dat de nieuwe strobult mooi recht werd. Vader was veel sterker dan ze had gedacht. En hij zit bijna altijd op een stoel te lezen, dacht ze. Kijk hem nu eens werken!

's Morgens en 's middags kwamen Alie en Dinie met grote kannen koffie. Er was geen suiker om in de koffie te doen, maar ze kregen er wel veel warme melk in. Noortje en Evert zaten tussen de mannen en slurpten van de hete koffie. Het was vreemd, de koffie smaakte nu veel lekkerder dan anders. Er werd niet veel gesproken; iedereen was moe en had een droge keel van het stof.

Om twaalf uur werd er, zoals altijd, warm gegeten en nu moesten ze dat in twee ploegen doen. Zoveel mensen konden niet tegelijk om de tafel zitten. De dorsers kregen eerst, daarna de vrouwen en de kinderen. Het sprak vanzelf dat Evert en Noortje met de dorsers meeaten. Tante Janna kookte in die dagen twee wasketels vol snert of stamppot, en alles ging schoon op. Wie daarna nog wat te eten kwam vragen, kreeg brood of pap.

Honger maakt mensen geduldig en moedig. Je zou denken

[pagina 89]
[p. 89]

dat er niet veel waren die boerderij Klaphek wisten te vinden. Het lag daar zo verscholen tussen de heuvels; het huis was pas te zien nadat je de Eerste Beukenlaan tot aan de bocht was door gelopen, of als je de Tweede Beukenlaan helemaal uit liep. Alleen zij die graag lange wandelingen maakten, ver van huis, kwamen zo ver. Maar in die winter, toen niemand zin had om voor zijn plezier te gaan wandelen, waren er honderden die de weg naar Klaphek leerden kennen.

Die eerste dag was de dorsmachine aan het eind van de morgen aangekomen en het werk kwam in de loop van de middag op gang. Later wisten ze niet meer of er toen al iemand was geweest, die vroeg of hij wat graan kon krijgen. Maar de volgende morgen stonden er mensen achter de boerderij te wachten toen het nog schemerdonker was. De arbeiders van de dorsmachine waren nog niet eens aangekomen. Die kwamen pas op hun fietsen als het licht genoeg was om aan het werk te gaan.

Everingen zag de mensen geduldig naast de machine staan, elk met een zak of sloop in de hand. Om twaalf uur was het een lange rij geworden, helemaal van achter het huis tot voorbij de varkensstal. Ze stonden in de koude vrieslucht geduldig te wachten en stampten met hun voeten op de grond en bliezen hun adem in hun blauwe handen.

De baas had nu geen tijd meer om mee te werken. Met een litermaat deed hij graan in de zakken, die voor hem werden opgehouden. Ieder kreeg twee maatjes vol. Stilletjes schoven de mensen in de rij op. Wie zijn zak gevuld had haastte zich weg om het kostbare graan veilig naar huis te brengen. Vaak werden mensen die op hongertocht waren, door Duitse soldaten aangehouden en gedwongen om het beetje voedsel dat ze bij zich hadden, af te geven. Dan waren al die vermoeiende angstige uren voor niets geweest en moesten ze de anderen die thuis zaten te wachten, teleurstellen.

Sommigen waren, als ze eindelijk aan de beurt waren en Everingen het graan uit de litermaat liet stromen, zelfs te moe om dankjewel te zeggen. Nu, dat kon hem niets schelen. Hij wist wel dat die mensen ook blij waren met het graan. En tegelijk dacht hij eraan dat je van dat beetje rogge maar een paar keer een pan met pap kon koken, pap van meel en water. En

[pagina 90]
[p. 90]

dan veegde hij met de rug van zijn hand de druppel af, die voortdurend aan zijn rode neus hing, en zei: ‘Geluk ermee en goeie reis!’

Na vier dagen was het dorsen klaar. Laat in de middag werden de paarden voor de machine gespannen. De arbeiders zeiden: ‘Aju!’

‘Het beste!’

Voor het huis stonden Evert en Gerrit en Noortje hen na te kijken. Het zware gevaarte hobbelde de wei af en verdween onder de beukebomen. Ze hoorden de machinist nog tegen de paarden schreeuwen toen ze al in de duisternis waren verdwenen.

Opeens was het stil in de boerderij geworden. Het huis leek leeg. Nu pas zagen ze hoe vuil het overal was. Elke keer als de mannen naar de keuken gekomen waren om te eten, hadden ze hun klompen op de deel uitgeschopt. Maar er bleef stro aan hun sokken hangen, en al die stukjes stro hadden ze in de gang of in de keuken verloren. De vloer was even vuil als die in de koeiestal. Het was al te donker om nog met schoonmaken te beginnen.

De volgende morgen joeg vrouw Wolthuis de kinderen naar buiten. Ze smeet de ene emmer water na de andere door de gang en schrobde net zo lang tot de tegels een heel andere kleur hadden gekregen.

Een poosje later liep Noortje op kousevoeten op haar tenen door de gang. Ze wou er graag een poosje blijven, want ze vond dat het daar nu het mooiste plekje van het hele huis was. Het rook er zo fris en de muren leken veel witter dan eerst. De zon scheen door het raampje boven de deur en zelfs het paard op het schilderij dat boven de deur naar de deel hing, leek mooier geworden, bruiner en glanzender.

Vrouw Wolthuis kwam uit de keuken en ontdekte Noortje daar. ‘Wil je wel eens maken dat je weg komt, lelijk mormel!’ riep ze. ‘Mijn mooie gang bederven met je vuile voeten! Ik zal jou eens even...’

‘Ik heb toch sokken aan...’

‘Ja, wat zou dat? Kijk eens wat een vlekken je hebt gemaakt. Heb ik daarvoor zo hard gewerkt?!’

[pagina 91]
[p. 91]

Noortje was al op de deel. Wat vrouw Wolthuis zei was onzin, dat wist ze heel goed. De tegels waren nog nat en daardoor kon je haar voetstappen erop zien. Als ze waren opgedroogd zou er geen vlekje over zijn. Ze wist ook wel dat vrouw Wolthuis het zo kwaad niet meende. Schoonmaken was nu eenmaal haar lust en haar leven.

De volgende dag zag de gang er weer heel gewoon uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken