Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De jeeste van Walewein en het schaakbord (2 delen) (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van De jeeste van Walewein en het schaakbord (2 delen)
Afbeelding van De jeeste van Walewein en het schaakbord (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De jeeste van Walewein en het schaakbord (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.09 MB)

Scans (26.34 MB)

XML (1.48 MB)

tekstbestand






Editeur

G.A. van Es



Genre

poëzie

Subgenre

epos
ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De jeeste van Walewein en het schaakbord (2 delen)

(1957)– Penninc, Pieter Vostaert–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VI. Wijze van uitgeven.

De tegenwoordige voorstanders van een consequent doorgevoerde diplomatische uitgave moet ik teleurstellen. Een zodanige kritiekloze weergeving van een Middelnederlands handschrift acht ik in dit geval beslist ongewenst. Wij kunnen ons in het Nederlands taalgebied niet de weelde veroorloven van twee uitgaven van de Walewein naast elkaar: één voor de filologen en één voor het belangstellend publiek. Het heeft ruim honderd jaar geduurd, voor er een nieuwe volledige uitgave het licht kon zien. Ik acht het noodzakelijk dat voor dit prachtige middeleeuwse epos weer in ruime kring belangstelling ontstaat, dat het in handen komt van allen, die zich uit lief-

[pagina 459]
[p. 459]

hebberij of uit studiezin met de Middelnederlandse letterkundige geschiedenis bezig houden: belangstellende lezers, studenten in de Neerlandistiek, werkers voor de Middelbare acte Nederlands, onderwijzers en docenten in de Nederlandse taal en letterkunde. Al dezen moeten bij hun lectuur, als het hun gaat om de letterkundige of litterair-historische waarde, zo weinig mogelijk gehinderd worden door formele staketsels van orthografische onduidelijkheden of door verwarrende schrijffouten.

Aan de andere kant hebben de filologen en taalkundigen recht op een gezonde, betrouwbare tekst, die niet door het kritisch vernuft van een hunner vakgenoten tot een subjectief geidealiseerde modeltekst is opgepoetst. Dat wil echter ook niet zeggen, dat voor filologische en taalkundige doeleinden slechts aan een ongerepte afspiegeling van de handschriftelijke tekst wetenschappelijke waarde mag worden toegekend. De enkeling die de bijzonderheden van schrift en spelling wil bestuderen of zelfs voor sommige verschijnselen van taalkundige aard een onaangetaste tekst voor ogen wil hebben, moet zich tenslotte tot het handschrift zelf wenden.

Uit deze twee overwegingen volgt de noodzakelijkheid van een compromis. Ik ben mij er van bewust, dat ik me daardoor juist aan kritiek van verschillende partijen blootstel. Zowel de filoloog als de leek dient echter te beseffen dat hij voor zich niet het volle pond mag eisen. Over de aard van het compromis kan natuurlijk evenzeer getwist worden. Voor de een gaat men niet ver genoeg in deze richting, voor een tweede gaat men weer te ver in een ander opzicht. Ik heb slechts naar mijn beste inzicht en kunnen getracht een uitgave van de Walewein te leveren, die voor wetenschappelijk onderzoek kan dienen, maar tevens toegankelijk is voor de belangstellende leek, die zich enige moeite getroosten wil.

De tekst is samengesteld aan de hand van de fotokopie, maar bij alle twijfelgevallen is het hs. zelf geraadpleegd. Ook de drukproef is door mij en afzonderlijk door mijn assistent aan het hs zelf getoetst. In de navolgende opzichten wijkt mijn tekst van de handschriften af:

[pagina 460]
[p. 460]

1. Op sommige punten heb ik de orthografie gewijzigd:

 

a. In de anlaut schrijven beide kopiisten steeds een v: vroe 22, vroeden 165, vaert 168, veinstren 174, vader 7398, vrouwen 7424, vaste 7429, enz.

In de inlaut tussen vocalen echter steeds een u: auonture 2, bescreuen 3, upheuen 4, houescheit 28, percheuael 39; ook aan het begin van een tweede lettergreep na l, r: zeluerijn 56, zelue 57, deluen 8326, steruen 301. Meestal ook na een prefix op vocaal eindigend: gheuellen 160, gheuouch 193, aneuaen 110, beuaen 5100, ook wel na nasaal en r: onueruaerde 364, onuer-gouden 4925. Verder in samenstellingen als: vagheuier 5825. Meermalen ook in prepositieverbindingen, die als één woord kunnen gelden: te uoren 310, 5241, ter uaert 322, enz.

Daarentegen wordt na een prefix op consonant eindigend ook meermalen v geschreven: onvroet 161; soms ook na vocaal: ghevreesschen 5057; en meermalen na prepositie: te voren 5169, 5254; metter vaert 5193.

In al deze gevallen heb ik de moderne schrijfwijze met v gevolgd.

 

b. Voor de vocaal u schrijven beide kopiisten in sommige woorden herhaaldelijk v. Steeds in het pronomen v (= u) en iv (= ju). Meestal in de prepositie vut (= uut); meermalen in vp (= up), en het adverbium nv (= nu). Ook soms in een substantief, dat met vocaal begint vre (= ure). Dus steeds woorden die beginnen met of eindigen op een vocaal.

Daarentegen in de posities tussen consonanten steeds u: duwiere 8419, burch 8449, sulc 8470, creature 8530, rudder 4305, zult 4333, dus 4405. Ook in duer 4313; en steeds uw(es) 4317; vaak ook up 4326, 4340 etc.

Voor deze vocaal schrijf ik in alle omstandigheden de u.

 

c. Meermalen schrijven de beide kopiisten in de anlaut een i met consonantische waarde: iou 231, ieghen 267, 299, 3770, 3791, gheiaghet 3810; bij B. steeds iv (= ju). Daarnaast echter vaker jou 3719, 3720, 3795, 3798 enz.; herhaaldelijk jeghen 3811, 3910; steeds joncfrouwe. En ook in andere woorden,

[pagina 461]
[p. 461]

vaker j dan i: jammerlike 9419, serjant 9545, joste 3860, etc. Voor de vocaal schrijven beide soms j: jc (= ic) 3837, 7417, 8633, 9412, etc.; jnhertelike 7850.

Ik heb steeds j gebruikt voor de consonant, maar i voor de vocaal, behalve bij seriant, waar blijkbaar de gedeelten van Penninc en Vostaert verschillen; zie W dlijst. De y heb ik echter gehandhaafd waar hij voorkwam. De j voor vocaal heb ik in de aantekeningen gesignaleerd.

 

d. Het bekende verschil tussen lange s in anlaut, geminatie en combinatie met t, c of p en de ronde s in de anlaut heb ik opgeheven door één letterteken te gebruiken. De wisseling van z en s in de anlaut heb ik gehandhaafd, b.v. ghezien 231, zale 234, zijt zeker 264, zie 250, enz.

 

e. Verdere wisselingen in het spellingsbeeld heb ik onveranderd gelaten, b.v. de g en gh in anlaut en inlaut; de ey en ei, of de oe en oo in gesloten lettergreep, de ou en oe.

 

2. De afkortingen heb ik opgelost. Twijfelgevallen doen zich voor bij het teken voor n/m en bij dat voor aer/ar/er/or. Zie de beschrijvingen van de afkortingen op blzz. 422 en 403. De oplossingen zijn te herkennen aan cursieve druk.

 

3. De kopiisten schrijven nagenoeg geen hoofdletters, buiten de hoofdletterkolom. De enkele plaatsen zijn in de tekstkritische aantekeningen vermeld. De eigennamen heb ik met een hoofdletter afgedrukt.

 

4. De leestekens van het hs. heb ik niet gehandhaafd; wel zijn ze in de aantekeningen aangegeven. Zie voorts de uitvoerige beschrijving op blzz. 432-458. Met een moderne interpunctie, onmisbaar hulpmiddel voor de niet taalkundig geschoolde lezer, ben ik zeer zuinig geweest. Ik heb ongeveer dezelfde gedragslijn gevolgd als in mijn uitgave van de Sinte Servaes. De zinsverbanden heb ik dus door punten, of eventueel door uitroeptekens en vraagtekens afgegrensd. Soms geven puntkomma's een minder scherpe grens aan; dubbele punt wijst meermalen op samenhang van asyndetische zinnen. Komma's heb ik alleen

[pagina 462]
[p. 462]

gebruikt waar de duidelijkheid het eiste: vrijwel nooit aan het eind van een versregel; wel in het vers tussen hz/bz, of ter afscheiding van attributen en vocatieven. De directe rede staat tussen aanhalingstekens.

Deze interpunctie, hoe sober ook gehouden, zal van de zijde der filologen waarschijnlijk de meeste weerstand oproepen. Inderdaad, interpunctie betekent tekst-interpretatie. Leestekens zijn echter nu eenmaal nodig om de tekst voor de leek toegankelijk te maken. Maar op vele plaatsen zijn verschillende interpuncties mogelijk. Ik heb, waar mij dat van belang leek, die verschillende mogelijkheden in de aantekeningen aangegeven. Doorgaans heb ik mijn interpunctie getoetst aan de veel meer gedetailleerde methode van Jonckbloet. Vaak heb ik een andere mogelijkheid gekozen, met verwijzing naar de zijne, om de kritische lezer zelf voor de keus te stellen.

 

5. Kennelijke schrijffouten in L. heb ik verbeterd. Op sommige plaatsen heb ik een noodzakelijke emendatie ingevoerd. Een en ander natuurlijk steeds met verantwoording in de aantekeningen. Waar de tekst enigszins kon verdedigd worden, heb ik niet gewijzigd maar volstaan met suggesties in de commentaar. Daarbij heb ik kritisch gebruik gemaakt van voorstellen van Jonckbloet, Penon, de Vries, Verdam e.a.

Hun gegevens heb ik, voor zover mij nodig of gewenst voorkwam, in mijn tekstkritisch apparaat verwerkt. De vergelijking met de fragmenten G., die ik zonder verbetering van fouten weergeef, heb ik tot in vele details doorgevoerd. Zie voorts de litteratuur achter de commentaar.

 

De asterisken achter de versregels van de tekst verwijzen naar de aantekeningen. In dit apparaat vindt men behalve de genoemde verklaringen van sommige leestekens en de toelichting op de aangebrachte of gepostuleerde tekstveranderingen, ook nog allerlei bijzonderheden over de handschriften.

De woordenlijst is voornamelijk bedoeld als hulpmiddel voor de leek. Zij bevat waarschijnlijk vele gegevens, die iemand met enige kennis van het Middelnederlands niet meer nodig heeft.

[pagina 463]
[p. 463]

Maar de grens is moeilijk te bepalen. Daarom heb ik haar enigszins ruim getrokken. De inrichting is zo eenvoudig en praktisch mogelijk. Men vindt er de woorden zoals zij in de tekst voorkomen: een werkwoordsvorm, behoeft men dus niet eerst te herleiden tot de onbepaalde wijs, noch een buigingsvorm tot de nominatief, voor een leek immers vaak een onmogelijke opdracht. Ook is het spellingsbeeld niet genormaliseerd: een vorm als ‘adde’ vindt men dus rechtstreeks in de alfabetische lijst (niet als hadde of onder hebben). Ook de woorden met ghe-en ge- zijn apart vermeld, ook wanneer hetzelfde woord in twee spellingen voorkomt. Natuurlijk is dan wel met verwijzingen gewerkt. De alfabetische orde is strikt in acht genomen, dus b.v. de woorden met c na die met b en niet op de plaats van de k; en de y tussen w en z. De woorden zijn op hun vindplaats kort en zakelijk vertaald, zonder etymologische uitleg of andere toelichtingen. Van woorden die geregeld voorkomen zijn meestal niet alle tekstplaatsen opgegeven, wel de voorkomende schakeringen in betekenis voor zover die vertaling behoefden. Van bijzondere woorden en uitdrukkingen, speciaal van de Romaanse woorden zijn, ten dienste van nader stilistisch onderzoek, alle vindplaatsen vermeld. Vergelijk ook de inleiding blz. 358.

Ik heb opzettelijk het tekstkritisch apparaat niet geplaatst aan de voet van de bladzijden waarop de tekst is afgedrukt. Dat ontsiert de bladspiegel en irriteert vele lezers eerder dan dat zij tot gebruik er van worden aangespoord. Die aantekeningen zijn trouwens hoofdzakelijk voor deskundigen of studerenden. Een afzonderlijk apparaat is ook handiger voor het bijeenzoeken van gelijksoortige verschijnselen. Hetzelfde geldt voor de woordenlijst, die ik verre verkies boven voetnoten. De laatste zijn onoverzichtelijk en onbruikbaar als men wil nagaan of een bepaald woord in deze tekst voorkomt, waar en in welke betekenisschakeringen of wanneer men verschillende plaatsen met elkaar wil vergelijken. Helaas was het ideaal van een volledig woordarsenaal onbereikbaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken