Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn tegenstem (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn tegenstem
Afbeelding van Mijn tegenstemToon afbeelding van titelpagina van Mijn tegenstem

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.35 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn tegenstem

(1975)–Hugues C. Pernath–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Gedichten 1966-1973


Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

De rimpels van augustus

1971

Voor Myra en Gustave B.

[pagina 79]
[p. 79]
 
Met deze dag het besef, het bewaren
 
Het vergeten.
 
En van vroeger vele vachten.
 
Alles is geweest, alles diende
5[regelnummer]
Zonder doel en zonder denken.
 
Zonder wanhoop en zonder ontwaken
 
Voortaan.
 
 
 
Deze dag verwart wat ik wou scheiden,
 
De vernedering en mijn dolzinnig geloof
10[regelnummer]
Dat radeloos en star verging
 
Tot twijfel.
 
Met velen tegen mij.
 
 
 
En weer jouw aanwezigheid
 
Die ik vermink tot een beweging
15[regelnummer]
En verhinder.
 
 
 
Van sommige schaduwplanten de klamme kelk,
 
Van sommige dieren de holten
 
De holen, de huizen
 
In hun eender heelal.
20[regelnummer]
Ontploffingen die met de wolken vervaagden,
 
Zo hebben al mijn herinneringen
 
Mijn angst voor het tweevoud gemeen.
 
En daartussendoor zijn alle druppels
 
Nog slechts klater en klank.
[pagina 80]
[p. 80]
25[regelnummer]
Een poging tot kermen, tot krijsen
 
En in mijn duidelijke drift
 
Vol koortsige pijn,
 
Vergeef ik eindelijk mezelve.
 
 
 
Tussen de bedrieglijke draden van de liefde
30[regelnummer]
Zie ik nog slechts hun loeren
 
Naar mijn afstands lijf.
 
Als een bedrogene, vol ontzag
 
Voor wie hem misbruikte en sloeg.
 
 
 
Mijn gehoor gun ik de vernieuwing,
35[regelnummer]
Zonder de moeilijke schakels
 
Van de andere dichter, zijn tijd te vroeg
 
En mijn uitstel te laat in dit geruis
 
Waarin vogels dalen volgens dezelfde wetten.
 
 
 
En terwijl ik treuzel
40[regelnummer]
Tussen de tralies van jouw vingers,
 
Terugkeer van een reis, een rilling
 
Waarna kevers mij beknagen,
 
Besta ik even traag als plots en trouw.
 
Uit het gekreun van jouw moedertaal
45[regelnummer]
Veronderstel ik mijn gelukkig getto
 
Waar jij de donkere duiven voedt.
 
En zo speel ik mijn begeerte
 
In handen van jouw liploze luister.
[pagina 81]
[p. 81]
 
Wat heeft mij afgericht?
 
 
50[regelnummer]
Ik, die leef in kringen,
 
Als een onvolwassen man
 
Tussen de blauwe kwalen van de nacht.
 
Alles zal falen, verteld worden
 
En verminkt.
55[regelnummer]
Namen zullen zwellen
 
En alles de onrust dreggen.
 
 
 
In mijn geheugen:
 
Verouderd, doch verder van de vreemde oevers
 
Der voorbije jaren, besef ik
60[regelnummer]
De gestadige stilte en al mijn flarden samen.
 
In fouten ben ik volmaakt
 
En als een onbeheerste herder
 
Heb ik mijn leven ontsloten aan grauw en slaap.
 
Tot het einde, de uitzondering
65[regelnummer]
Mij ook het zicht ontneemt
 
En lichtfragmenten zich rimpelend zullen splijten.
 
Ik, die alles ontvorm
 
En voortvluchtig verga
 
In de tuimelende terreur van de tijd.
70[regelnummer]
Einders die tussen muren herhalen
 
Dat wat ik verdrong, wat ik vernauwde
 
Tot zaadklont en klier.
 
Tot lichtspleet tussen onze liefde
 
Wachtend, op wat ons zal beliegen.
[pagina 82]
[p. 82]
75[regelnummer]
Tot daar de tekens van mijn hand.
 
Tot daar de sluwe sluimer die luistert
 
En in mijn ingewanden verkrimpt
 
Tot vlezig vilt.
 
 
 
Geschreven:
80[regelnummer]
Alle woorden, alle psalmen bedoeld.
 
En zwijgend, in mijn grootste kamer
 
Verlaat ik alles waaraan ik toebehoorde,
 
De stem en alles wat ik bedreef
 
Gedurende jaren verleden en verdaan.
 
 
85[regelnummer]
En reizend
 
Naar de zoveelste voorwaarde
 
Die ik niet vervul, verder van deze stad
 
Verder van mijn gemeen, vervang ik
 
Met deze identifikatie,
90[regelnummer]
Mijn verval door de vreemde wereld
 
Van iedere keerzijde.
 
Iedere dood door een geweldloos seizoen.
 
 
 
Ik behield alleen de waanzin
 
Waarin ik denk en doem,
95[regelnummer]
En in die tuinen waarin ik thuis hoor
 
Tracht ik op dit late uur
 
Van mijn vele littekens te bekomen, stuiptrekkend
 
Met de gave voorhuid van mijn verdriet.
[pagina 83]
[p. 83]
 
Gehoorzamend,
100[regelnummer]
Zoals de roede gehoorzaamt aan de klacht
 
Neem ik afscheid van een feest
 
Waar ik nooit welkom was.
 
En in het gisten van jouw vrucht
 
Verschuif ik mij, verhalend
105[regelnummer]
Naar de onmacht dichterbij.
 
Mijn handen zomaar.
 
 
 
Een kampmuseum waar mijn eigenwaarde
 
Zich herleidde tot het zoeken naar namen,
 
Het tellen van nagelkrassen
110[regelnummer]
Het vergelijken van getallen.
 
En terugblikkend op het afgrijzen,
 
Verging het mij
 
Voorwereldlijk en onnodig.
 
In de besneden sporen van een grijze stilte
115[regelnummer]
Was het hijgen verzadigd.
 
 
 
Het zuur scheidde tranen en tijd,
 
Terwijl zij zongen in koren
 
Zich zonder de handen herhalend.
 
Gadegeslagen.
120[regelnummer]
In bewegingen die stokten in bewegingen
 
Verscheurd en onherroepelijk
 
Alsof zij nooit hadden bestaan.
 
In de zespuntige kristallen van de nacht
 
Doofde het blinde blauw van zovele ogen.
[pagina 84]
[p. 84]
125[regelnummer]
Want onze hersenen zien
 
Wat ogen nooit zullen verklaren,
 
De gegevens die liefde en haat herhalen
 
In het geratel van het wiel van de waanzin
 
Dat blijft gensteren over de dwaalwegen
130[regelnummer]
Van voorheen. Dat mij verbindt
 
Met een vreemde verwantschap, de hoop
 
Waarover ik nooit met iemand sprak.
 
Mijn schaduw wordt stoffig,
 
Mijn lichaam steriel
135[regelnummer]
En meestal was de dood
 
Mij dit leven toch waard.
 
 
 
En terwijl jij de laatste hand legt
 
Op mijn duisternis,
 
Mij uitzuiverend met slavische talen
140[regelnummer]
Verdraag ik mijn adem en mijn angst.
 
 
 
Tussen de onbegrepen grenzen
 
Van mijn geweten, ligt mijn spiegelbeeld
 
Rimpelend in augustus,
 
En in de waas van veertig jaren
145[regelnummer]
Blijf ik over met mijn vrouw en mijn vriend
 
Die mij ongewroken ondergaan en bevrijden
 
Uit de klemmen van mijn alleenspraak alleen.
 
Dorsend op een veld vol wrede sporen
 
Ontkom ik heelhuids aan mezelve.
150[regelnummer]
Mijn woord voor waar.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken