Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh (1648)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
Afbeelding van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sanghToon afbeelding van titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.79 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

(1648)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio  D4v]
[fol.  D4v]

Godt leeft, die 't geeft.



illustratie
Fructas millecuplus.


 

HOe de segen Godes verrijckt, en van 't kleyn een groot maeckt, wil dit uyt-beeldsel eygentlijck te kennen geven. Want gelijck van een Coren een stroo-halm, van een halm een bosselken, en van een bosselken een schoof voortkomt, soo segent God uyt het penningsken een stuyver, en soo voorts tot duysent-voudige vruchten. Hierom seyden de Oude, dat een arm man wel-varende kan worden, wanneer hy het kleyne gade slaende, spaert tot een hoop, want vele kleyntjes by een vergadert, sullen eyndelijck een hoop werden. Daerom wie God met kleyne middelen tot het groote segent, die moet altijd te rugge sien wie hy geweest, en wat danckbaerheyt hy schuldigh is: De langhsame vergaerde hoop kan in korter tijdt wederom seer kleyn worden, want men kan wel van niet tot weynigh geraken, en dit weynigh kan u met spaersaemheyt tot genoegh brengen: Maer indien men dan in al te veel behagen

[Folio  D5r]
[fol.  D5r]

heeft, soo sal hem oock sijn weynigh en zijn genoegh ontslippen: Want, Seneca schrijft, gelijck de zwaerwichtigheyt der koren-ayren, het stroo of den halm doet kroken en buygen, alsoo doet de wichtigheyt der Overdadigheyt, en de onnutte verquistinge de langh-gegroeyde en opgewassene goederen den hals breken. Soo gaet het hier in dese Werreld gemeenlijck, daer wy de Danckbaerheyt en ootmoet behoorden plaets te geven, drijft ons de hooghmoed der rijckdommen tot sulcken dertelheyt, dat wy noch Godt, noch ons even-naesten kennen, alsoo dat wy, door de al te groote om-vaminge van het Gheluck, dat ons te voren soo heerlijck plach te verheffen, werden verdruckt en te gronde geworpen, ende geraken dan in alle ellende en verachtinge.

 
Wie 't kleyne spaert, geraeckt tot meer,
 
Doch danckbaerheyd behoort den Heer:
 
Verlaet u niet op 't aerdsche goed,
 
Want dat bedrieght een hoogh gemoed.
 
Het goet is als een wilde zee,
 
Die ebt en vloeyt, soo doetet mee:
 
Geluckigh wie Gods zegen acht,
 
En 's werrelds ydelheyd belacht.
 
SIet hier de goetheyd Gods en sijnen milden zegen:
 
Siet hier een teere halm wel duysentvout gelaen:
 
Een Koren stroo alleen, door 't Sonne-schijn en regen,
 
Is swanger en bevrucht met een ontelbaer graen.
 
Hier is de zegen Gods, die daeghlijcks stelt voor oogen
 
De zwackheyd van den mensch, en sijn groot onverstand:
 
En doet door syne gonst hem klarelijck vertoogen,
 
Dat d'Overvloed alleen daelt van des Heeren hand.
 
Onmooghlijck dat u zweet en arbeyd sou gedyen,
 
Indien des Heeren staf u schatten niet vergroot:
 
De brooden zijn niet wegh die in verleden tyen,
 
Veel duysent waren spijs, en stelpten hare nood.
 
‘Soo sal de zegen Gods den vromen noch verrijcken,
 
‘En vullen sijn schapraey met oly, broot en wijn:
 
‘Want sonder 's Hemels gonst, de mensche most beswijcken,
 
‘Vermids niet buyten Godt hier kan voorspoedigh zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken