Leven om te sterven.
Mori omnibus aequa eademq.
HOe het Schaeckspel seer aerdigh by des menschen leven wort geleken, sal u in dit voorstel kortlijck werden vertoont. 't Schijnt datse, als met een gewapent heyr tegens malkanderen te velde gaen, om hare Hoofden en Koningen te bewaren, hier tegens steltmen sijne troupen, en let daer op voorsichtlijck dat niemant door dese de ordre koom te breken? en hoe voorbedachtlijck men die selve al bewaert, so wort nochtans de Koningh verrast en geslagen. Daer mede te verstaen wort gegeven, dat hoe vast een Keyser-Koning, Vorst of Prins met lijf-wacht en Hellebardiers beschermt, en met wallen omgraven is dat de doot even stout her-aen treed, en seght: her op Monarch, du moetst verlaten dijn kroon, staf, landen, goud, peerlen en schatten, en gaen met my naeckt en bloot: niets kan dy bewaren, du moetst een gang met den gemeenen hoop gaen, by my gelt Koning, Prins-wijs, sot, rijck en arm even vele. Sy moeten my alle den tol betalen: noch bidden, noch giften konnen my bewegen. En so gatet doorgaens inde Werrelt, terwy-