Na 't soet het suur.
Dulcia mixta malis
HOe schandlijck sich dese bedrogen vinden, die alleen het soete en vermaecklijcke willen genieten, en niet eens op de bittere na-smaeck gedencken, heeft dese beeldenisse u willen uytdrucken. Hier is een arm Stumper afgeschildert, die alleen den Byen meenende haren soeten honig-zeem te rooven, niet eens dachte dat sy met vlimmige en fenynige angels, gewapent waren, en dat het soete verselt was met het suyre. Nimmermeer, seyd Seneca, is de Wellust alleen, altijd isse strijdigh, de smerte is haer een doodt-vyandin, doch de Wellust moeter onder, vermidts sy te haest vervliecht, en de smerte of rouwe altijdt kleeft aen de slippen van die de Wellust heeft genooten. De Oude schilderden de Wellust seer cierlijck met een langhe sleep, op wiens breede boort stont geschreven: De droefheydt volgt hier na. Also datse seer wel verstonden, datter geen Roose sonder doornen, noch Wellust sonder smerte konde gevonden werden. Apulejus seyd, niet schijnter soo Goddelijck en soet in dese Werrelt, dat niet met eenige bitterheyt vermengt is. Wie dan in dese werrelt de ware ruste wil soecken, die sal hem seer bedrogen vinden. Terwijle wy ons met een seer lieflijck sonneschijn soecken te verlustigen, overvallen ons de buyen, stormen