Elck by 't sijne.
Certamen et contentio de dignitate, ac praeeminentia
HIer wil het edele met het onedele, 't verachtste met het verhevenste kampen. Hier wordt de Adelaer gestelt als Koning der vogelen, dewelcke den Donder en Blixem-God op sijne wiecken plag te voeren, om in 't geselschap van Apollo en de Zang-Goddinnen te verkeeren, die niet wil wijcken voor yemandt, om over te gheven het recht van de Liere Apollinis, en daer beneffens de eere, van de Lauwer-bladen verkregen te hebben, Dit wort dan gestelt tegen die gene die al te lichtvaerdigh eens anders wetenschappen willen lasteren om gesien te wesen, ten minsten datse geacht sullen werden om oock wat te schijnen. Nazianzenus bestrafte te syner tijdt de waen-wijsheyt deser luyden door een aerdighe ghelijckenisse. Want, seyde hy, een yeder behoort hem met het sijne te vernoegen. Sydy wijs, of tracht ghy nae wijsheydt, weest te vreden. Ghy kondt niet alle verheven zijn, bedenckt dan dat ghy minder zijt. Maer om verheven te zijn, so spant niet mette quade aen: kondy geen