Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh (1648)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
Afbeelding van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sanghToon afbeelding van titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.79 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

(1648)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio  E4v]
[fol.  E4v]

De gestadige Jager wint.



illustratie
Actina et negotiosa vita.


 

DEse Dieren wierden genaemt Hippocentauri, om datse uyt half paerdt en mensche bestonden: sy hadden hare woonplaetse in Thessalien, ontrent den Bergh Pelion, waer van verscheyden dingen seer fabuleus worden verhaelt. Ja men schrijft dat S. Antonius gereyst komende, en van den wegh afgedwaelt zijnde, van dit Dier op den rechten wegh is gebracht. Dit willen wy dan hier mede te kennen geven, dat also dit dier seer wercklijck en besich was in 't jagen, rennen en vliegen, dat also een mensche behoorde naerstigh te wesen in 't bestieren van sijne handelingen totte deughd en Godsaligheyt: op dat wy also door onse besige leven mogen de dertelheden ontrecken hare inbeeldingen en ydele spiegelingen: waer door dickwils, oock de vroomste, vanden Koninglijcken weg der deugde worden afgetrocken. Maer wy doen in 't tegendeel, en laten ons door de Wellusten, en door de gestadige hope der winningen, als rasende, betoveren, alsoo dat onse hert en gedachten daer mede zwanger gaen, even als die gene die 't voorgaende vergetende, altijt naer 't andere ommesien, en met een quynende geldsucht naer 't oneyndlijck hopen, daer doch niemand toe sal geraken: Want de goederen deses werrelds konnen plaetselijck

[Folio  E5r]
[fol.  E5r]

werden vervult, maer de oneyndelijcke gedachten van den mensch konnen noch Hemel, zee noch aerde vervullen. Hierom is 't datmen plaght des menschen gedachten af te beelden by het driekante hert, en by de ronde des werelts: want alsoo de geheele ronde dat is de Wereldt, het driekant, dat is het hert niet vervullen konde, soo konde oock alle de werrelt des menschen begeerlijckheyt niet verzadigen. Vergeefs is 't dan al te seer besigh te zijn en sijn vlijt en naerstigheyt tot sodanige slibberighe en onghestadighe winste aen te leggen, die op 't laetste sijnen meester te schandlijck om 't leven helpt.

 
De sorgh verruckt ons hier en daer,
 
En stort ons in een groot gevaer:
 
Wy rennen om het loose goed,
 
Door klip en banck, door ebb' en vloed.
 
Het goed is onse sorgh en vreughd,
 
Het eenich voedsel van ons jeughd.
 
Wy droomen, gapen al van winst:
 
Op deughd gedencktmen alder-minst:
 
Het goed most eerst-mael sijn gesocht,
 
't Is tijdts genoegh op deughd gedocht.
 
‘Vergeefs is 't dat ghy deughd vergeet,
 
‘De doodt staet voor u winst gereedt.
 
WIe 't leven na dit beeld wil levendigh vertoogen,
 
Die sta een weynigh stil en sie met open oogen:
 
Hoe 't leven is gelijck dit Monster dat geswind,
 
Vlieght over bergh en dal, en snelder als de wind:
 
't Is nimmermeer gerust, 't is over-al te jagen,
 
't Soeckt over-al het wild door listen en door lagen:
 
En altijdt op der vlucht verkrijght het geene rust,
 
Maer 't woelen is sijn vrueghd en sijn gestade lust.
 
‘Wy die door vyer en locht, en water zijn gedreven,
 
‘En midden in de Dood, vergeten onse leven,
 
‘Wy loopen sonder eynd in een gestade draf:
 
‘En besich na de winst, soo rennen wy nae 't graf.
 
‘Wanneer wy dan den loop des levens soo bestieren,
 
‘In wackerheyd tot deughd, in zeden en manieren,
 
‘En hygen naer het perck, de loop-baen van de deughd,
 
‘Genieten wy het loon van een volmaeckte vreughd:
 
‘Dan drijven wy door vlijt uyt ons verdorden sinnen,
 
‘De dertelheyd en lust, de kinders van het minnen:
 
‘En suyvren onse ziel, door d'yver en den geest,
 
‘En scheyden soo den mensch (door reden) van een beest.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken