Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sublimita della Gloria. Hoogheyt van Eere.

Om dit af te beelden maeldemen een beeld dat op een hooge colomne of pilaer stont die seer cierlijck met beelden en lofwerck was uytgehouwen, 't beeld sal in de rechter hand een Lauwerkrans hebben, en in de slincker een spiesse.

De Romeynen plaghten haere Burgeren aldus in den hooghsten top totte Hoogheyt van Eere te verheffen, stellende verheven beelden op colomnen, tot haerder eere. Waer over de Poeet Ennius van Scipio seght, hoe grooten beeld sullen de Romeynen, wel over u maecken? met hoe grooten colom, sal u eere en loflijcke daeden uytbrommen? willende te kennen geven, hoe hoogh hy waerdigh was boven andere te worden verheven. Waer over Plinius seyt, de reeden waerom dese suylen zijn opgerecht, is om boven andere Menschen te worden verheven. De aldereerste dien een een colomne ter eeren wierde opgerecht, is geweest Cajus Menius, nae dat hy de oude Latijnen hadde overwonnen, en dat was 416 Iaeren van d'opbouwinge van Romen: alhoewel Livius seyt dat Menius te gelijck met Furius Camillus triumpheerde in 't Iaer 418, nae dat hy de Tivolesen, Velletranen, Neptunesen, en andere Volckeren van Latium hadde overwonnen, en dat de Raed haer beyde op de Marckt eerbeelden te paerde stelde. 't Is seecker dat Cajus Duellius, de eerste geweest is, die de colomna Rostrata ter eeren is opgerecht, hebbende aldereerst in de Scheepsstrijd getriompheert tegens die van Carthago in 't Iaer 493; waer van men noch een stuck van de voet siet, mette omschrijvinge. Tegenwoordigh sietmen noch binnen Romen die van Trajanus die 123 voeten hoogh is, en van Antoninus, hoogh wesende 175 voeten, waer op een naeckt beeld staet, dat een krans in de rechter en een spies in de slincker hand heeft, welcke colomnen van buyten met veele slachten en overwinningen &c. seer cierlijcken zijn uytgehouwen: Dese van Antoninus daer staet tegenwoordigh boven op, een Sint Paulus, die van koper vergult is. Op die van Trajanus is S. Petrus gestelt, door last van Paus Sixtus V, met veel meer andere, die by verscheyden Schrijvers als by Aidum, Smetium, I. Lipsium, Gruterium en andere zijn te vinden.

De Lauwerkransse isser in de eene en de spiesse in d'ander hand gestelt, om dat dese dingen seer wel passen, voor die van een doorluchtige geest, soo wel door de goede konsten als door de waepenen verheven worden, want de brave Poeten plaghten soo wel als de Manhafte Capiteynen, met een Lauwerkrans gekroont te werden, gelijck Ovidius in sijn I boeck Metamorph. Apollo daer van doet aerdigh singen:

 
O Lauverboom my toegevvijt,
 
Die altijd onse vreughde zijt,
 
Ons slaepen vvoeldy met u lof,
 
Ons Ve'el en Harpen vinden stof,
 
Ghy kranst dien Held die met trophée,
 
Met pomp en pracht het slot in rée.

De spiesse is een teycken van den krijgh, en daerom wierde die Bellona in de hand gegeven, en dat voor den Tempel, alwaer de Krijghs-suyle stont: van waer oock de Romeynen, gelijck wy elders geseyt hebben, een spiesse wierpen, nae wat syde zy den krijgh wilden voeren. Zy is oock een beeld van Wijsheyt, waerom zy oock Pallas in de hand is gestelt, die van de Heydenen voor een Goddinne van de Wijsheyt gehouden wierde: door wiens hulpe, gelijck mede door de treflijckheyt van de Krijghskonste, men totte hooghste top van eere geraeckte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken