Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeders oudste (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeders oudste
Afbeelding van Moeders oudsteToon afbeelding van titelpagina van Moeders oudste

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.23 MB)

Scans (12.31 MB)

ebook (3.43 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Illustrator

Freddie Langeler



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeders oudste

(1929)–Willy Pétillon–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

IV.

- Zeg moeder, hoe moet dat nu? vroeg Annie op den dag van het mondeling examen, toen ze om twaalf uur met haar beide zusjes thuis kwam.

- Wat bedoel je, lieve kind? zei moeder, die bij het kleine gascomfoor stond en met alle aandacht op den melkkoker lette.

- Als Francis straks thuis komt. Wij hebben er al voortdurend over loopen praten. Moeten we haar feliciteeren of niet? En.... enne....

- En we wilden weten of er ook een beetje feestelijkheid is, hielp Jo haar zusje uit de verlegenheid.

- Al heeft Frans nu ook het land aan de kweekschool, het lijkt me toch wel erg leuk om voor een examen geslaagd te zijn, merkte Annie op.

- Maar ze wou toch ook niet, dat we haar zouden komen halen of tegemoet loopen, zei Jettie.

[pagina 25]
[p. 25]

- Toch zou ik een bloemetje wel fleurig vinden, vond Jo, en ze dacht aan de weelderige bossen seringen en tulpen en narcissen, die ze onderweg gezien had, maar die ze niet had durven koopen, hoewel ze dien morgen de helft van haar wereldschen schat, 62½ cent, expressievelijk voor dit doel in haar zak had gestoken.

Moeder glimlachte, terwijl ze naar de drie blozende snoetjes keek, die in spanning naar haar werden opgeheven. Wat begon Jettie op Frans te lijken - en op haar vader. Die uitdrukking in de oogen, de lijn van het peinzende mondje, die bij Francis vaster, gedecideerder was, het voorhoofd, als ze het haar had weggestreken, zooals nu....

- Moes, je melk kookt over, gilde Jo op het oogenblik, dat een pluim dampende schuim zich uit het ronde gat in het deksel verhief.

Een gelukkige greep van moeder naar den melkkoker voorkwam een ramp en de melk werd in veiligheid gebracht.

- Zeg nou eens wat je er van denkt, drong Annie.

- Ik denk dit, zei moeder. We zullen Frans niet den indruk geven, dat we, expres om haar, een bijzondere feestelijkheid op touw zetten, maar voor een beetje fleurigheid zorgen we toch. En dan wachten we háár stemming af. Is ze somber, dan doen we alsof er niets is en wil ze wel een beetje feestelijkheid, dan kan het zonder eenige moeite.

- Mogen we dan wat bloemen gaan koopen? vroeg Jo. Dat kan nog wel, zoo gauw zal ze toch niet komen, denkt u wel?

- Niet voor één uur, dunkt me, antwoordde moeder met een blik op de klok.

- Dan moet ieder wàt bijdragen voor de bloemen.

- Je kunt van mij een kwartje krijgen, zei Jettie, dat is alles wat ik heb, Zaterdag heb ik een doosje pastels gekocht en nu zijn de duiten op.

- Ik heb een gulden, maar ik wou er graag wat van houden voor cadeautjes en zoo, bekende Annie, met een schuinen blik naar Jettie, die haar verjaardag op 1 Mei vierde.

- Geef jij dan ook een kwartje, ik geef er twee, omdat ik toevallig rijk ben, verklaarde Jo grootmoedig. En jij moes?

- Ik kan niet voor mijn dochter onderdoen, dus ik zal ook twee kwartjes geven.

[pagina 26]
[p. 26]

- En Wim? vroeg Jo, zich over haar broertje buigend, die met groote belangstelling en ernstige blikken het geheele gesprek had gevolgd.

- Ik heb dertig cent en ik wil er tien van geven, antwoordde het ventje met groote beslistheid.

- Ga dan vlug Jo en zorg, dat je mooie frissche bloemen krijgt.

Met den arm nog maar half in den mouw van haar mantel rende Jo de deur uit.

- Wat komt er verder voor feestelijks, moes?

- Rijstkoekjes voor bij de koffie en voor vanmiddag bij de thee.... raad maar eens?

- Toast.

- Mis, want het is al klaar.

- Beschuitjes met flikken.

- Mis.

- Sandwiches.

- Weer mis.

- Zeg het dan maar, want dan raden we het toch niet.

- Eigengebakken gemberkoekjes.

Deze mededeeling werd door de kinderen met luid gejuich ontvangen en Wim danste van blijdschap op één been om de tafel.

Maar moes, wat ben je dan van morgen druk bezig geweest. Moet je nou vanmiddag niet rusten? Je hebt zoo'n kleur, zei Jettie en ze streek medelijdend langs haar moeders gloeiende wangen.

- Neen prul, ik voel me in het geheel niet moe. Het eenige wat ik wensch is, dat Frans in een beetje prettige stemming thuiskomt, zei moeder met eenigszins gedwongen opgewektheid, want ze had de laatste dagen onder de neerslachtigheid van haar oudste meer geleden dan ze zelf wilde bekennen.

- Daar is ze, daar is ze! klonk eensklaps een juichende stem in de gang en Jo, die zooeven bij haar haastig weghollen vergeten had de voordeur dicht te trekken en nu zonder bellen naar binnen kwam, trok opgewonden Francis mee, Francis, die in haar handen een groote bos bloemen hield, bloemen van allerlei kleur en geur, waardoor de kamer plotseling vervuld was van warme voorjaarsweelde.

Francis had een hooge kleur, haar oogen schitterden, haar

[pagina 27]
[p. 27]

mond lachte. Het was als een geïmproviseerde triomftocht.

- Ik ben er, moeder, zei ze warm, en zachter, met haar arm om moeders schouder, voegde ze er bij, zóó dat de anderen het niet konden hooren, en ik ben er èrg blij om, voor u en voor mij.

Haar moeder kuste haar.

- Kind, ik ben zoo blij.

- Ik kwam haar op straat tegen, legde Jo intusschen aan de anderen uit en omdat ze nogal vroolijk keek en er gezellig uitzag, heb ik haar maar dadelijk de bloemen gegeven. Zeg, moeder, gaan we aan tafel, ik rammel van den honger.

- Eerst een kopje koffie. Omdat het vandaag, nu we zullen maar zeggen, omdat het vandaag zulk mooi weer is, krijg jullie allemaal een kopje.

Francis lachte.

- Moeder, zeg gerust maar, omdat het vandaag een beetje feest is, want ik voel me echt feestelijk en ik ben werkelijk blij, dat ik er door ben, al begrijp ik dat zelf niet goed. En ik vind het kinderachtig om net te doen, of het mij niet schelen kan, als ik er werkelijk over in mijn schik ben.

Jettie keek haar oudste zusje met iets als bewondering aan.

- Je bent een kraan, zei ze met overtuiging.

Francis begon de bloemen in verschillende vazen en potjes te schikken en moeder schonk koffie. In bijna plechtige stilte werd de geurige drank genoten, want koffie was een weelde-artikel, dat de kinderen slechts bij hooge uitzondering kregen en waarop ze natuurlijk dol waren, al zou het alleen daarom zijn. Tusschen twee behoedzaam-kleine slokjes in, merkte Jo op:

- Ik weet wel, dat het niet hoort en niet netjes is, maar ik zou er best een rijstkoekje bij willen.

Ze wierp een begeerige blik op de schaal goudgele rijstkoekjes, die op het buffet prijkte.

- Wel, daar is eigenlijk niets tegen. Ik had ze gebakken, omdat ik bang was, dat er brood tekort zou zijn, zei moeder met een plagenden blik naar Francis.

- Jawel, dat begrijp ik, lachte deze. U bedoelt zeker, dat het niet hindert of we ze nu eten of straks. Mogen we er dan elk eentje vooruit en straks de rest?

Ze greep de schaal en ging er mee rond.

- Zeg, vertel eens wat van het examen, vroeg Annie.

[pagina 28]
[p. 28]

Nu Francis in zoo'n prettige stemming was, durfde ze wel er over te spreken.

- Och, het leek eigenlijk heel veel op een mondelinge les. Ik zat weer naast dat grappige blonde dikkertje. Dat lijkt me een leuk kind; ze is heelemaal niet verlegen. Stel je voor, met aardrijkskunde kon ik niet op den naam van den Arno komen. Het was dom natuurlijk, maar hij wou me niet te binnen schieten. En toen gaf ze mij een duwtje met haar voet en schreef langzaam op de bank met haar vinger: Ar.... en toen wist ik het. Aardig van haar hè, maar stel je voor, dat het gemerkt was!

- Ging alles prettig?

- Ja nogal, geschiedenis heel goed, omdat ik net kreeg wat we pas op school gehad hadden, taal ook goed, maar met rekenen was het natuurlijk weer mis. Ik heb maar één antwoord gegeven en toen we den uitslag kregen heb ik dan ook dadelijk de vermaning moeten aanhooren, dat ik met rekenen heel erg mijn best zou moeten doen.

- Hoe waren de andere meisjes?

- Zoo zoo. Nogal saai geloof ik. De meesten zagen er stijf uit en het woord ‘schooljuffrouw’ staat ze nu al dwars over het voorhoofd geschreven. Een kind met zwart haar en blauwe oogen leek me een echte kat. Ze voerde in de pauze het hoogste woord, maar durfde tegen de leeraren bijna niets te zeggen. Als haar wat gevraagd werd kreeg ze een kleur van verlegenheid. Het aardigst leek me dat blonde kind, dat naast mij zat. Vier meisjes zijn er gezakt.

- En wanneer begint de school nu?

- O, we beginnen met een heele maand vacantie, vanwege de overgangsexamens. De nieuwe cursus begint op 1 Mei, maar dat valt op een Zaterdag en daarom behoeven wij pas den 3 den Mei te komen. Dat is wel heerlijk, want nu heb ik tijd voor allerlei dingen en er ligt nog een stapel boeken, die ik moet lezen.

- En dan zijn er nog zooveel prettige dingen om moeder mee te helpen, begon mevrouw Hooghwinckel met een effen gezicht.

Francis keek haar een beetje twijfelachtig aan, niet wetende of moeder haar plaagde of in ernst sprak. Ze had nu eenmaal een geweldigen hekel aan alles, wat naar huishoudelijke bezigheden zweemde en gewoonlijk viel moeder haar niet méér dan noodzakelijk was met vervelende werkjes lastig.

[pagina 29]
[p. 29]

- Natuurlijk wil ik thuis ook wel helpen, moeder, zei ze met een vrij benauwd gezicht.

- Dat dacht ik wel, knikte moeder, steeds volkomen ernstig. Ik zal je maar dadelijk zeggen wat ik voor je te doen heb. Ik wou, dat je morgen de koffers met zomerkleeren eens uitpakte, want het begint te warm te worden voor het zware wintergoed. Wij zullen dan eens kijken hoe het met de zomerkleeren is gesteld en als mijn oudste dochter mij haar kostbare raadgevingen heeft verstrekt en haar gewaardeerde meening heeft te kennen gegeven, kan ze mij geen grooter genoegen doen dan de rest aan mij over te laten en zooveel mogelijk te genieten van de buitenlucht, als het goed weer is en van haar boeken, die ze lezen wil, als het regent.

- Hè, wat ben je toch een schat, riep Francis verlucht en ze omhelsde haar moeder onstuimig. Hoef ik echt deze vier weken niets extra-huishoudelijks te doen? Ik was al bang, dat je me aan het kousen-stoppen zou zetten.

- Netjes kousen stoppen is een heel nuttig werk, meiske.

- Ik vind kousen stoppen niets naar, bracht Annie in het midden.

- Nee, jij bent een parel van huishoudelijkheid en als ik later beroemd ben, benoem ik jou tot opper-geheim-lijf-huishoudster in buitengewonen dienst om alles voor mij te regelen en in orde te houden.

- Erg lief van je. Zoo iets als kamenier-zonder-salaris. Dank je, hoor. Ik weet nog niet wat ik doen zal, als ik groot ben, maar dat in ieder geval niet.

- Maar je mag ook met me mee, als ik ga reizen. Beroemde menschen reizen altijd.

- In de eerste plaats lijkt het me veel gezelliger om rustig thuis te blijven en in de tweede plaats ben ik er heelemaal niet zeker van, dat jij beroemd zult worden.

- Flink zoo, spreek van je af, steunde Jo haar zusje. We zijn zulke krachtige waarheden niet uit dat zachte mondje gewend. Waarom zou je gaan reizen, als je toch zeker weet, dat het nergens prettiger is dan in je eigen huis!

- Akelige, prozaïsche schepsels zijn jullie, bromde Francis. Waarom zou je reizen? vragen ze. Om de wereld te zien, om te genieten, om andere menschen, andere gewoonten te leeren kennen.

[pagina 30]
[p. 30]

- Ik wil wel met je mee, hoor, verzekerde Jettie, voor wie de toekomstige beroemdheid van Francis volstrekt niet twijfelachtig scheen.

- Ik vrees Francis, dat je, wat het kousen stoppen betreft, heel weinig aan haar hebben zult. In die richting heb ik van Jetteke even weinig verwachtingen als van jou. Als jullie beiden de wereld wilt rondreizen, zal je nog een derde moeten meenemen met het oog op de practische zijde.

Allen lachten, want Jettie was berucht om haar slordigheid en haar onverschilligheid voor alles wat onder het hoofdstuk ‘orde en netheid’ gerangschikt kon worden en die ongelukkige eigenschap had haar al heel wat tranen gekost.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken