Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

II. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Leeroeffening en Hoogeschoolen; van den Oorsprong en inhoudt der Gemara of den Talmud.

Ga naar margenoot+ DE Jooden houden voor de Heiligste bezigheit de Leeroeffening der H. Schrift, en haare uitleggingen, ieder volgens zyne bequaamheit;Ga naar voetnoot(d) En gy zult 'er van spreeken in uwe Huizen, zittende en als gy wandelen gaat. Eenige zyn 'er die zich overgeeven aan de Cabala, namentlyk de geheime Godtgeleertheit der Schriftuur. Andere oeffenen zich in de Wysgeerte en andere natuurlyke en zedekundige weetenschappen; maar de voornaamste leeroeffening onder hun, is deGa naar voetnoot(e) Gemara, anders den TalmudGa naar voetnoot*, ter plaatse alwaar die gedoogt word te bezitten; en waar zulks

[pagina 39]
[p. 39]

niet geoorloft is, oeffent men zich in de stellingen der Wyzen, Uitleggeren, of den verkorten Talmud.

Ga naar margenoot+ Ten dien einde hebbenze HoogeschoolenGa naar voetnoot(a) Jesivod genoemt, alwaar de Rabbynen en hunne Leerlingen om te zintwisten vergaderen: maar dit gaat onordentlyk en met veel geraas in zwang, zulks het schynt dat de stoffe die men daar verhandelt, veel moeite baart. Men laat 'er zich gemeenlyk na de oeffening der morgen gebeden vinden, behalven des Vrydags, 's daags voor het Feest, op den Sabbat en op Feestdagen.

Ga naar margenoot+ Nademaal nu de grondtslag van alle de leeringen, Kerkzeden en gewoontens der Jooden, uit den Talmud voortkomt, en dat zy 'er al hun gezag uittrekken; zal 't noodig zyn om den oorsprong te ontdekken, in orde voor te stellen 't geen die behelst.

Wy hebben in 't eerste hoofdtstuk der eerste Afdeeling aangemerkt, dat de Jooden de Wet van Moses in geschrifte hebben ontfangen, en van de Rabbynen de mondelinge Wet, die de uitlegging van de eerste is, nevens de verzameling van alle andere instellingen. Zo lang de Tempel in wezen was, mogten de Jooden niets van deeze tweede Wet in geschrifte stellen, die men om die reden de mondelinge Wet noemde; naardienze alleen met een levende stemme door overlevering onderwees. Maar omtrent hondert en twintigGa naar voetnoot(b) jaaren na de verwoesting des tempels, leefde de Rabbyn Juda, die wegens zyn Heilig leven door de Jooden Rabenu Hakadosh, of onze Heilige Meester genoemt was; deeze Rabbyn was zeer ryk, en een groot vriendt van den Keizer Antoninus den Godtvruchtigen; ziende dat door de verstrooing der Jooden deeze Mondt-Wet verwaarloost was, beschreef alle de gevoelens, instellingen enGa naar margenoot+ overleveringen der Rabbynen, tot aan zynen tydt; en dit genoegzaam by verkorting in een Boek 't welk hyGa naar voetnoot(c) Misnah noemde. Hy verdeelde dit werk in zes deelen, waar van het eerste van den Akkerbouw en 't gezaaide handelt; het tweede van de Feestdagen; het derde, van het huwelyken, en wat de vrouwen aanbelangt; het vierde, van de rechtsgedingen en verschillen waar uit schaden en belanghebbingen voortkomen, nevens alle soorten van burgerlyke zaaken; het vyfde, van de offerhanden; en het zesde, van zuiverheit en onreinigheit. Maar alzo dit boek zeer beknopt knopt en wat onverstaanbaar was, veroorzaakte dit veele redentwistingen, die zoo hoog liepen, dat de yver van twee Rabbynen, die te Babilon waren, de eene Ravena en de ander Ravasce genoemt, zich beyverden om alle de uitleggingen, geschillen en byvoegselen, byeen te vergaderen, die ten hunnen tyde over de Misnah waren gemaakt geweest, waarby zy veele vertellingen, zinspreuken, en merkwaardigeGa naar margenoot+ gezegdens voegden, die ter hunner ervaarnisse gekomen waren, stellende de Misnah als Text, en het overige gelykzaam als verklaring, waar van zy het Boek te samen raapten, 't welk menGa naar voetnoot(d) Talmud Babeli noemt, of wel Gemara, verdeelt in zestig deelen,Ga naar voetnoot(e) Massaktoth geheeten. Eenige jaaren te vooren, had een zeker Rabbyn Jocanan van Jeruzalem, een diergelyk werk gemaakt, 'twelkmen Talmud Gerusalmi, of Talmud van Jeruzalem noemt. Maar vermits dit geschrift zeer kort en hardt van styl was, verkooren de Babiloniers het andere als uitvoeriglyker en verstaanbaarder. Over dit laatste werk, maakte de Rabbyn Salomon, die men gemeenlykGa naar voetnoot(f) Rasci noemt, een verklaring, en een Hoogeschool van Rabbynen voegden 'er mede de redentwistingen by,Ga naar voetnoot(g) Tossafoth genoemt. Uit deezen Babilonischen Talmud heeft men veele zaaken getrokken, en vooral, de drie Verhandelingen in de zes begreepen, waar van wy gesproken hebben, naardien deeze van den Akkerbouw, der offerhanden, en van de zuiverheit en onreinigheit, nu niet meer in gebruik zyn.

Sedert zyn 'et Pausen geweest die deGa naar margenoot+ Talmud verboden, en andere wederom gedult hebben; maar nu is die voornamentlyk in Italië verboden, alwaar die niet wezen, geleezen noch gezien mag worden.

margenoot+
Hoe de Jooden het voor een heilzaame bezigheit houden, zich in de Schrift te oeffenen.
voetnoot(d)
Deut: 6. vers 7.
voetnoot(e)
De volmaaktheit; 't is gelyk een byvoegzel tot de Misnah die voor de text dient, waarvan de Gemara de uitlegging is.
voetnoot*
[Het Boek 't welk de Geestelyke plechtigheden en Joodsche rechtgeleertheit bevat, word Talmud genoemt, en is in twee hoofdtdeelen verdeelt. Het eerste begrypt den Inhoudt van den Text, en word Misnah geheeten, en 't andere bestaat in de verklaring, 't welk den naam van Gemara of vervulling voert. Rabbi Jehuda was 't die dit t'zamenraapzel uit alle overleveringen, uitleggingen en Joodsche gevoelens, die de Synagogen in verscheiden tyden verzamelt hadden, byeenstelde, en daar uit in den jaare 190. de Misnah voortbragt. 300 Jaaren na de verwoesting des Tempels, werd Rabbi Jochanan de opsteller van de Gemara, die met de Misnah de Jeruzalemsche Talmud uitleverde. Toen zich namaals de Jooden in Persie onthielden, stelde Rabbi Ase hun een andere Gemara op, die zy nevens de Misnah den Babilonischen Talmud noemden. De Misnah is in zuiver Rabbynen Hebreeusch geschreeven; maar zeer kort van styl en overzulks zeer zwaar te verstaan. De Gemara die uit bedurven Chaldeeusch bestaat, en ook verwart van styl is, kan van weinig Jooden verstaan worden. Wanneer de Jooden zich van den Talmud bedienen, gebruikenze gemeenlyk den Babilonischen. Van de Misnah heeft men verscheiden drukken: maar de voornaamste hebben de Jooden, en laatstelyk te Amsterdam, op de pers gelegt, in 12 deelen in Folio begreepen. Basnage Hist. des Juifs. Buddeus. Prideaux Hist. des Iuifs.]
margenoot+
Hunne Hooge Schoolen ten dien einde opgerecht.
voetnoot(a)
Dit woordt beteekent naar de letter Sessio, zitting, naardien de Leerlingen gezeten zyn.
margenoot+
Hoe alle hunne leerregels op den Talmud zyn gegrond, en hoe die eertyds niet dan by overlevering zonder aanteekening mogt nagelaaten worden.
voetnoot(b)
De Geleerden komen onderling niet overeen, wanneer de Talmud zoude te zamen gestelt zyn.
margenoot+
Rabbi Juda, de eerste schryver van de Misnah in zes deelen verdeelt.
voetnoot(c)
Dit is 't geen de Oudtvaders Deuterosis genoemt hebben, als of men herhaaling der Wet zeide, en die voor Text aan den Talmud dient.
margenoot+
Door wien de Babilonische Talmud is opgestelt, als mede die van Jeruzalem.
voetnoot(d)
Babilonische Talmud.
voetnoot(e)
Verhandelingen.
voetnoot(f)
Rabbi Salomon Jarchi, of gelyk de Jooden hem noemen, Salomon Isaaki. Hy was van Troyes in Champanje, en niet van Lunel in Languedok, gelyk eenige gemeent hebben.
voetnoot(g)
Dat byvoegsels beteekent.
margenoot+
Waar en door wien de Talmud verboden wierd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken