Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IV. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Eedzweeringen en Geloften; van hunnen Handel en Woeker, en van hunne Voorwaardens, Gedingstukken, Getuigen, Rechters en besluitelyke Gewysders.

Ga naar margenoot+ 't IS den Jooden verboden ydelyk te zweeren, noch de naame Godts buiten noodzaaklykheit te gebruiken, volgens 't geen in de tien geboden staat uitgedrukt, en in 't vyfde hoofdtstuk van Deuteronomium te leezen.Ga naar voetnoot(a) De leugen en valschheit word niet gedoogt, gelyk gezegt word Leviticus 19. vers 12. Gy zult niet valschelyk by mynen naam zweeren.

Ga naar margenoot+ De geloften worden ook zelden goedgekeurt; maar wanneer men die doet, moet men zich daar in quyten. Een man kan zyne vrouw ontslaan, schoonze zelfs niet wilde, uit de gelofte van onthouding die zy mogt hebben gedaan; doch het word vereischt dat zulks binnen 24 uuren geschiede, als men 'er kennisse van heeft. Ook kan de Vader de dochters verbintenis breeken indien ze niet getrouwt is, gelyk in 't 30ste hoofdtstuk vers 4. van Numeri word gezegt.

Zy achten zelfs by overlevering, datGa naar margenoot+ een man of vrouw, die een eedt of gelofte gedaan hebben, gemerkt het geen derde benadeelt, en dat zy goede redenen van berouw hebben; zy achten, zeggenwe, dat ze 'er konnen door een geachte Rabbyn van ontslagen worden; of door drie andere mannen, alhoewel zonder tytel verzien. Deeze dan die begeert ontslagen te zyn, vertoont zyne redenen aan een Rabbyn, of aan drie byzondere mannen, die de zelven goet vindende, hem driemaal zeggen: zyt ontslagen enz: en aanstondts vind hy zich vry.

Aan een ieder onder de Jooden word ge-

[pagina 41]
[p. 41]

Ga naar margenoot+last, zo wel door de Wet van Moses, als door de mondelinge Wet, oprecht te zyn, en niemandt te bedriegen, 't zy Joodt of iemandt anders, onderhoudende met alle menschen, alle maatregels van den koophandel, die op verscheiden plaatsen van de Schriftuur voorgeschreeven zyn, en voornamentlyk in Leviticus 19 van vers 33. tot aan 't einde.

Daar zyn 'er die gezegt en geschreeven hebben, dat de Jooden een eedt doen om een Christen dagelyks te bedriegen, en dat zy dit voor eene goede daadt achten; maar 't is een openbaare lastering, vermits men dit verspreid, om hen noch haatelyker dan zy zyn, te maaken. In tegendeel, veele Rabbynen hebben geschreeven, en onzen Meester Bachii heeft een verhandeling in zyn BoekGa naar voetnoot(a) Cad Achema, letter Ghimel Ghezela, behelzende dat het een grooter zonde is iemandt die geen Joodt is, te bedriegen, dan een Joodt; zo wel door dien de daadt in zich zelve quaadt is, als over zulks 'er de schendaadt te grooter van zy: ook noemen zy deeze daadt Chillul Ascem of de naame Godts lasteren, 't welk een der grootste zonden is. 't Is derhalven, indien iemandt onder hun een bedrieger zy, dit hem niet dan in 't byzonder mag verweeten worden. Zoo dat 'er geene waare Jooden zyn die dit bedryven, vermits de bedriegery niet gedoogt word door de Wet, noch in geenendeele door de Rabbynen geleeden.

't Is nochtans wel waar, dat in den beklaaglyken staat, waarin hen hunne verstrooying gebragt heeft, het hun verboden is byna eenig Landt te bezitten, en ook alle voornaame middelen van handteering, om zich daar mede te verryken, waardoor hun geest als uitgedooft zynde, en zy van de Aloude Israëlitische oprechtigheit ontaardt geworden zyn.

Ga naar margenoot+ Om de zelfde reden zyn zy ook in het te buitengaan van Woeker geneegen, gegrondt op 't geene gezegt wordGa naar voetnoot(b) Aan den vreemden zult gy woekeren: maar aan uwen Broeder zult gy niet woekeren. Door Vreemdelingen, konnen de Jooden niet verstaan dan deeze zeven volkeren, de Hetteên, de Amorreên, de Jebuseên, enz. Die Godt zelf bevolen had door den zwaarde te dooden. Maar alzo het meerendeel der Jooden geene andere middelen van bestaan hebben, waanenze dat hun gedoogt zy, dit in hoedanigheit alsGa naar voetnoot(c) broeders volgens de natuur te mogen doen.

't Zyn dan niet als van de zeven volkeren, dat men deeze plaats moet verstaan, alwaar de Rabbynen de afkneveling gedoogen, steunende op 't geen dat deeze volkeren zoo dikwerf in de H: Schrift vervloekt worden. Maar geenzins word het verstaan van de volkeren, alwaar men nu de Jooden duldt, en alwaar zy meêwariglyk van Vorsten en volkeren gehandelt worden, voornamentlyk onder de Christenen, nademaal dit niet alleen een zaak zoude zyn tegen de geschreevene Wet, maar ook tegen de Wet der natuur.

AlleGa naar voetnoot(d) verdrag-handeling van koop ofGa naar margenoot+ overeenkomsten worden gesloten geacht, wanneer partyen het kleedt of den neusdoek van getuigen hebben aangeraakt; 't welk een soort van eedt is, Kinian Suddar genoemt, dat verwerving van stoffe beteekent.

De openbaare Beamptschryvers zyn onder hun van geen gezag, indien 't niet in hoedanigheit van schryver zy; de Beamptschryver moet een getuige zyn, van twee anderen verzelt, stelt op, en maakt wettigGa naar margenoot+ alle soorten van geschriften, 't zy die de koophandel, uiterstwille, huwelyksluiting, en scheiding, of alle andere soorten van verdraghandeling betreffen.

Om vervolgens een diergelyke handeling geloofwaardiger te maaken, en in staat te stellen om 'er zich van ten allen tyde en plaatse te bedienen, doet men die door drie andere wettigen, die rechters van den handel zyn genoemt. Om te verzorgen dat de getuigen onwraakbaar zyn, moetenze in 't byzyn van den schuldige, of van den tegenparty onderzocht worden.

Van alle rechtsgedingen en geschillenGa naar margenoot+ over welke zaake het zy, zyn 'er de voornaamste Rabbynen onder alle de Jooden de Rechters van, of 't zy dat partyen overeenkomen, van onder hunne vrienden goede mannen te kiezen.

De Rabbynen oordeelen in overeenkomst met het geen inGa naar voetnoot(e) Chosen Hamispath geschreeven is, of in de verzameling der toekomende gevallen.Ga naar voetnoot(f) Sheeloth Vescivuod genoemt, 't meerendeel getrokken

[pagina 42]
[p. 42]

Exodus 21. beginnende: Dat is het oordeel 't welk gy hem zult voorstellen, met het geene volgt, tot aan 't einde van 't 23ste. Hoofdtstuk; en van het begin van Deuteronomium 22. tot aan 't einde van 't 25ste. Hoofdtstuk. Waar aan de Jooden een goeden zin voegen, opzicht op den persoon, het geval en den tydt hebbende.

Wat het strafwaardige aangaat, het hangtGa naar margenoot+ t'eenemaal van de Vorsten af, aan wien zy onderworpen zyn, nademaal het gezag der Rabbynen zich niet verder dan den geenen in den ban te doen, uitstrekt, die eenige der plegtigheden overtreeden hebben, gelyk we in 't derde Hoofdtstuk deezer tweede Verhandeling hebben aangemerkt.

margenoot+
Het valsch zweeren den Jooden verboden.
voetnoot(a)
Exod: 20.
margenoot+
Hoedanig de Jooden hunne gedaane geloften houden,
margenoot+
En ook konnen ontslagen worden.
margenoot+
Bedriegelyken handel der Jooden verboden.
voetnoot(a)
Een mudde meels beteekenende.
margenoot+
Waarom zy tot Woekeren geneegener zyn.
voetnoot(b)
Deut: 23. vers 20.
voetnoot(c)
Alzo men hun landeryen te bezitten niet gedoogt, noch erfgoederen in eigendom te hebben, en zy echter leeven moeten, geloven ze dat de reden, den Woeker raakende, hen aangaande niet geld, op het recht der natuur zich grondende.
voetnoot(d)
Dit hoofdtstuk word in den eersten druk niet gevonden; maar wel in die van Venetiƫ.
margenoot+
Hoe zy hunne verdraghandeling sluiten,
margenoot+
en die Wettig maaken.
margenoot+
Rabbynen bekleeden de plaats van Rechters.
voetnoot(e)
Of borstlap van 't oordeel. Dus word een der deelen van een uitnemend Boek over het recht der Jooden genoemt.
voetnoot(f)
Vraagen en antwoorden beteekenende.
margenoot+
Behalven in lyf- en halsstraf zaaken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken