Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IX. Hoofdtstuk.
Van het Feest vanGa naar voetnoot(b) Hanuca, of der Lichten, en van de Purim.

Ga naar margenoot+ De Geleerden van voorleden tyde hebben een Feest van agt dagen ingestelt, 't welk op den 25sten van Chisleu zyn aanvang neemt, met December overeenkomende, en zulks ter gedachtenisse van de overwinning door de Machabeên op de Grieken behaalt. Op den eersten dag steekt men een lamp op, twee op den tweeden, en dus vervolgende tot men 'er agt opgestoken heeft. Dit is gegrondt, over zulks de vyanden reeds in de Stadt en Tempel gekomen waren; en dat ze die ontheiligt hebbende, Jochanam en zyne zoonen verdreeven en om hals bragten. En alzoo men op den wederkomst geen zuivere oly vond om de lampen van den kandelaar te ontsteeken, doch noch iet in een kleine kruik vindende om een nacht te konnen branden, brande het door een wonderdaadt agt dagen. Waarom men ter gedachtenisse hier van, deeze lampen aansteekt. Men viert mede in dit Feest, de onderneeming van Iudith op Holofernes, alhoewel zoo eenige meenen, dit niet omtrent dien tydt van 't jaar uitgevoert zy.

Deeze agt dagen geduurende mag men handel dryven en arbeiden: want alles 't geen 'er het voornaamste van is, bestaat in de orde van deeze lampen t'ontsteeken, en vermits men by de gebeden een Lofzang over de overwinning voegt, en alle morgens de 113 Psalm, en vervolgens deeze die men Hallel noemt, nevens de 30ste Ik zal u verhoogen Heere, enz. Ook is 'er een weinig onderscheid in 't eeten.

Men noemt het Hanuca, een woordt dat oeffening beteekent, of vernieuwing, naardien de Tempeloeffening weder vernieuwt,Ga naar margenoot+ die men ontheiligt had.

Op den 14den van Adar, of Maart,Ga naar voetnoot(c) is het Feest van Purim, 't welk men ter gedachtenisse van Hester viert, die ten dien dage verhinderde, dat het volk van Israël niet t'eenemaal door de t'zamenzweering van Haman uitgeroeit wierd, die men deswegen met alle zyne zoonen ter galge doemde. De naam Purim is aan dit Feest gegeeven, vermits men in 't 9de Hoofdtstuk van Hester leest: hierom is 't dat deeze dagen zullen Purim genoemt worden, enz.

Dit Feest duurt twee dagen; doch de eerste dag word plegtiglyk geviert. Men vast 's daags te vooren, zoo als is gezegt; maar in deeze twee dagen mag men wel handelen en werken. Nochtans geschiedt dit op den eersten dag niet, schoon men 't niet gehouden is.

Op den eersten dag gaat men in de Synagoge,Ga naar margenoot+ of na de gewoone gebeden, herhaalt men de gedachtenis deezer gelukkige verlossinge op de uure des doods. En men leest al de Boeken van Hester, die op perkement geschreeven zyn, en gelyk de Boeken Moses gerolt worden. Ook noemen zy 't Meghilla Boekdeel. Terwyl men in de leezing de naam van Haman hoort uitspreeken, slaat men in de handen, om daar mede zyne vervloeking te kennen te geeven. Insgelyks doen zy in de morgen gebeden. Men leest op deezen dag in de Boeken Moses Exodus 17. vers. 8. en Amalech quam, enz.

Men geeft op deezen dag groote aalmoezen.Ga naar margenoot+ Vrienden en bloedtverwanten zenden elkander geschenken die eetbaar zyn. De Leerlingen geeven die aan hunne Meesters, het Hoofdt des Huisgezins aan zyne Huisgenooten, en grooten aan kleinen.

[pagina 56]
[p. 56]

Men brengt dus den ganschen dag in vreugde en elkander t'onthaalen door, gelyk in 't 9de Hoofdtstuk van Hester geschreeven staat:Ga naar voetnoot* En zy maakten den zelven dag der maaltyden en der Vreugde, zendende elkander geschenken, en aalmoezen aan den armen, enz.

Een ieder spant al zyn vermogen in op den tweeden avondt een treffelyke maaltydt te doen, eetende en drinkende meer dan naar gewoonte. In 't uitgaan van 't Feest gaan ze elkander bezoeken, en na een goed onthaal, speelenze en vermaakenze zich onderling.

Men oeffend op den tweeden dag geen nieuwe leezing; maar men bedryft alles 't geen vreugde verwekken kan.

Wanneer het jaar van dertien Maanden isGa naar voetnoot(a) en dat 'er tweeGa naar voetnoot(b) Adars zyn, noemt men de veertiende van den eersten Adar, de kleine Purim; maar dit heeft geen gemeenschap met iets 't geen we gezegt hebben: want deeze dag niet dan slechts den naam voert.



illustratie

voetnoot(b)
Dit is 't geen wy inwying noemen.
margenoot+
Hoedanig de Jooden hun Feest van inweying vieren, en waarom.
margenoot+
Als mede het Feest van Purim ter gedachtenisse van Hesser.
voetnoot(c)
Of Februari.
margenoot+
Wat men dan in de Synagoge bedryft.
margenoot+
Hoe men elkander geschenken zend en onderlinge vreugde bedryft.
voetnoot*
Zie Hester 9. vers 22.
voetnoot(a)
3. Verhandeling, Hoofdtst. 2.
voetnoot(b)
Dit is de laatste Maandt van 't jaar, die men tweemaal in de tusschen vallende jaaren telt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken