Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Taled of Hoofdtdeksel; de Zizith of Quasten; de Teffilins of Voorhoofdtspanzels; en eenige andere gebruikelykheden die opzicht op het gebedt hebben.

Ga naar margenoot+ DE TaledGa naar voetnoot(a) is een witte vierkante sluyer met koorden en quasten aan ieder hoek. De Jooden dekken 'er zich in de Synagoge het hoofdt mede terwyl zy bidden, of rollen die om den hals. Toen Moses weder van den Berg Sinai in 't Leger der Israëliten quam, nadat hy de eer genoten had onmiddelyk met Godt gehandelt te hebben, scheen de glans der Goddelyke Majesteit van 't aangezicht van deezen grooten Wetgeever af, waardoor het Volk verblind wierd.Ga naar voetnoot(b) Toen moest Moses zyn aangezicht met een sluyer dekken; en dit is, volgens eenige Geleerden, de eerste oorsprong van den Taled. Men is mede van gedachten, dat de Taled is uitgevonden om in 't gebedt de afgetrokken gedachten te beletten: vermits men ook ziet, dat 'er de aandachtigen zich mede t'eenemaal dekken. Hoe 't ook zy, eertyds droegen de Jooden een vierhoekkig kleedt. Een quast hing van ieder hoek van 't kleedt as, die diende om de Jooden te onderscheiden. Vervolgens werd het kleedt afgeschaft; het gebruik van den sluyer ging in de Synagoge over; maar het vierhoekkigGa naar margenoot+ kleedt werd wel niet uitdrukkelyk verboden, men veranderde het alleen in een enkel vierkant stof, waar van de Rabbyn Leon de Modena ons een beschryving doet. Een gelovige Joodt moet vooral dit stof draagen, naardien her voor een bewaar-middel tegen de verzoekingen dient en hem belet te zondigen. De koorden met de quasten aan de vierhoeken afhangende, worden Zizith ge-

[pagina 108]
[p. 108]

noemt. Ieder koordt van den Zizith heeft vyf knoopen, wegens de vyf Boeken Moses. Zich kleedende moet dit stof voor en achter afhangen, want een oprechte Joodt moet van de bevelen der Wet, als met een borstweering, verzien en omringt zyn. Om tot andere Leenspreuken over te gaan;Ga naar voetnoot(a) de Joodt 's morgens zich kleedende, moet zeggen; Godt zy gezegent, die ons door zyne Wet geheiligt heeft, en ons bevolen de Zizith aan te trekken. Deeze zegening moet gesproken worden de Zizith aanziende, en eindigen voor dat die om 't lyf gehangen is. Daar zyn 'er die dezelve kussen, de zegen uitsprekende.

De Zizith sluit de 613. bevelen der Wet in.Ga naar voetnoot(b) Dus hebben de Geleerden onder de Jooden de moeiten genomen die op te tellen. Zulks het volstrekt noodig is altoos met den Zizith bedekt te zyn en de aandacht daar over waar te neemen; want een Joodt die over dit artykel naaukeurig is, neemt in den zelven tydt de 613. bevelen waar, en het gevolg is klaar. Wy wyzen den Lezer naar BuxtorfGa naar voetnoot(c), die de bewyzen wegens de kracht van den Zizith bybrengt, uit de Rabbynsche Schryvers getrokken.

Ga naar margenoot+ Leon de Modena heeft naaukeurig van de Teffilins geschreeven, die de Grieken Phylacteres hebben genoemt. 't Is een zeer Heilige zaak by de Jooden, en waarvan men de instelling tot den tydt van Moses wil t'huis brengen, vermits hy tot den Volke zegt: Gy zult deeze woorden voor tekenen om uwe handen binden. Zy zullen u als hoofdt spanzels tusschen uwe oogen zyn. Gy zult ze op de posten uwer poorten schryven.

Ga naar margenoot+ De Teffilin van den arm word eerst gezet, en vervolgens die van 't hoofdt: maar in tegendeel word die van 't hoofdt eerst weggenomen, en alsdan die van den arm. De inkt die dient, om 't geen in de Teffilins word ingesloten, te schryven, moet zuiver en zwart zyn. De letters moeten van elkander wel worden onderscheiden. Men moet de Schriftuurplaats van de rechter handt af schryven. Men moet in 't geschrift geen doorhaaling dulden. Met een woordt, indien 'er eenig gebrek aan deeze Teffilins gevonden wierd, zoude het gebedt van den gebruiker krachteloos zyn, en Godt hem niet verhooren. Men gebruikt gemeenlyk de Teffilins 's morgens, opstaande, naardien de Geest alsdan vryer is en men zich beter in staat bevind zonder afweiding te bidden. Indien by ongeval de Teffilin van den arm of't voorhoofdt valt, moeten de Joodt, die dit overkomt en de bystander (indien hy een Joodt zy) den geheelen dag vasten. Wanneer men zyn gevoeg moet doen, moet de Teffilin vier elleboogen verre van zich gelegt worden, of, indien 't niet anders wezen kan, moet men die in een gevoerde zak steeken, en plaatsen voor de borst recht voor 't hart. Ook moet men zich wachten die op een begraving by zich te hebben.

Deeze Teffilins zyn voor de vrouwen ongeoorloft, vermits zy zekere zwakheden onderworpen zyn; behalven dat hebben de Geleerden goed gevonden, dat zy konnen voldoen met amen op de gebeden haarer mannen te zeggen. Jooden van eene ongemeene Godtsdienstigheit, hebben somtyds de aandacht van de Teffilins tot in het bruiloftsbedt gebragt: een wys en verstandig middel, om en bedryf te heiligen alwaar de Heiligheit zeer weinig plaats schynt te hebben, en alwaar de bestendigste Godtvruchtigheit gevaar leid van in vreemde verstrooing van gedachten te vallen.

De MezuzaGa naar voetnoot(d) is door den Rabbyn Leon Ga naar margenoot+ de Modena beschreeven. De SynagogeGa naar voetnoot(e) heeft 'er geen, vermits het een bestemde plaats is voor het openbaar gebedt, en alwaar men zyn gewoon verblyf niet heeft. Het perkement van de Mezuza, waar op de Schriftuur plaats geschreeven is, moet van 't einde der regel naar den aanvang opgerolt worden, zulks men leeze naar maate dat men het perkement openrolt; en wanneer men 't in de houte buis steekt, zegent men Godt, die de Mezuza aan zyn volk bevolen heeft. Men moet 'er ook op letten of ze besmet is. Wanneer men verhuist, is het gebruik, dat men die in 't huis, waar uit men vertrekt achterlaat; wantGa naar voetnoot(f) zonder dat zou 'er de Duivel zekerlyk inkomen: doch een Christen in 't huis komende te woonen, gebruikt men deeze voorzorg niet; maar dan neemt men de Mezuza weg.

margenoot+
Oorsprong van 't gebruik van der Jooden Taled of hoofdtdekzel aangeweezen, en de zelve met de Zizith beschreeven.
voetnoot(a)
Zie de nevens gevoegde priutverbeelding.
voetnoot(b)
Exod. 34. vers 30. en vervolgens.
margenoot+
Hun vierhoekig kleedt Arbancansod genoemt onder hunde kleederen gedragen, hoe dit bestaat.
voetnoot(a)
Buxtorf. Syn. Jud. C. 9. De Portugeesche Jooden neemen deeze dagelykschen oeffening met zoo veel schroom niet waar dan wel de Hoogduitsche doen.
voetnoot(b)
Buxtorf. Syn. Jud. C: 9.
voetnoot(c)
ibid.
margenoot+
Der Jooden Teffilins of Armen Hoofdtspanzels beschreeven.
margenoot+
En van welk gebruik die zyn.
voetnoot(d)
Zie de eerste Verhandeling Hoofdtst. II.
margenoot+
De gesteltheit van de Mezuza aangemerkt.
voetnoot(e)
Buxtorf. Syn. Jud. C. 31.
voetnoot(f)
Dit is een bygeloof der Hoogduitsche Jooden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken