Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

VI. Hoofdtstuk.
Van de Zegeningen en Gebeden der Jooden.

Ga naar margenoot+ De Jooden hebben ontallyke zegeningen die zich over alle tastbaare zaaken uitbreiden; want zy mogen niets onderneemen noch aanraaken wat het ook zyn mag, wanneer ze niet voor af hun hart tot Godt hebben opgeheven, en hem gezegent. Deeze instelling is loflyk in zich zelfs. Pryswaardig is 't dat het eerste van alle Godtsdienstigheden dit is, 't geen den wensch niet gedoogt iet te doen, zonder alvorens het Opperwezen gezegent te hebben. Nochtans gaat deeze Godtvruchtige Oeffening onbeschroomt tot een onwaardige Godtsdienstigheit over.Ga naar voetnoot(a) By voorbeeldt, de hondert zegeningen der Jooden zoo dikmaals zonder aandacht en jachtmakende herhaalt, gelyken wel naar die van een schooljongen, die naar het einde zyner lessen verlangt. Waar uit ontstaat dit misbruik? Alles 't geen in de oeffening van Godtsdienst tot een zamenstelzel werd overgebragt, hangt van een orde af door de Kerk voorgeschreeven, en 't welk men zich vervolgens gewillig oplegt. Hoedanig het ook zy, men gewent zich ongevoelig aan het zamenstelsel en de Godtsdienstigheit word een dagwerk, 't geen men voltrekken moet. Het ergste is, dat de menschen deeze t'zamengestelde Godtsdienstigheit aanzien, als het even waardige van hun wangedrag, en dat zy zich kragtiglyk dits maaken, datze de toorn Godts bevreedigen. Dit is den yver van veele Godsvruchtige van beroeping; wat de voorschriften aangaat, en de naaukeurigheit, waar mede zeer veele eerlooze menschen omgaan van zich in Godtvruchtige Vergaderingen te laaten vinden.

Ga naar margenoot+ Wy zeggen dat de zegeningen der Jooden zich over alle tastbaare zaaken uitbreiden: Laat 'er ons byvoegen, datze somtyds met den stempel van hoogmoedt getekent zyn, en dat veele deezer zegeningen tot de geringste vitteryen overgaan. Het verhaal van dien zoude immers den Lezer te verdrietig zyn: maar wy zullen van de eersten een voorbeeldt geeven. Onder de Jooden zegent men Godt,Ga naar voetnoot(b) dat hy hun de genaade heeft verleent tot de mannelyke Sexe te laaten gebooren worden. Deeze zegening is lasterlyk voor Godt. De vrouwelyke Sexe is hem niet min aangenaam dan de mannelyke; nademaal hy de een zoo wel als den ander gezamentlyk in zyn verbondt begreepen heeft.

Het eerste 't welk bevolen is, ontwaakende, te doen, is Godt te looven en te zegenen, en dat men niets gewichtigs moet onderneemen, zonder zyn gebedt te hebben gedaan. 't Was mede een gebodt onder 't Heidendom, 't welkGa naar voetnoot(c) Virgilius in een zyner gedichten niet vergeeten heeft. Men moet 's morgens gezamentlyk naar de Synagoge met een vierige genegenheit gaan; volgens 't geen Psalm 55. vers 15 gezegt word. Godt woont de Synagoge by, zoo draa men de deur open doet, en laat zich midden in de Vergadering vinden, byaldien die ten minsten uit tien persoonen bestaat.Ga naar voetnoot(d) In de Synagoge komende zegt men eenige verzen der Psalmen op, men buigt zich voor den Hechal, men leest vervolgens met een zachte stem een vers van Numeri 24., en men zegt eindelyk metGa naar voetnoot(e) de Vergadering de gebeden op, die door den Chazan of Zanger worden opgeheven.

De lezing van den SchemanGa naar voetnoot(f) wordGa naar margenoot+ zodanig uitgevoert, gelyk Leon de Modena, bericht. Na deeze lezingGa naar voetnoot(g) moet de gantsche Vergadering opstaan en staande met een zagte stem bidden. De Chazan begint gemeenlyk. Vervolgens doet ieder uit eerbied drie schreden achterwaarts, en de Chazan begint de agttien zegeningenGa naar voetnoot(h) op te zingen. Deeze agttien zegeningen zyn, zoo zy gelooven van een groote kracht. Geen ander gebedt kan 'er by vergeleken worden.Ga naar voetnoot(i) Men moet ze staande uitspreeken, de voeten te zamen gevoegt, gelyk die

[pagina 110]
[p. 110]

der Engelen, waar van Ezechiël 1. vers 7. word gezegt: dat hunne voeten recht opstonden. Nadat men de agttien zegeningen heeft opgezegt, laat men het Hoofdt hangen. Vervolgens beurt men het een weinig op, en men bid zyne byzondere gebeden zittende of staande. Een breeder verhaal over de onderscheiden gebeden by de Jooden in gebruik oordeelen we onnoodig, vermits men ze in Buxtorfs Synagoge kan naslaan.

Wat de lichaams gestalte onder 't bidden aangaat, men moet zich, zoo veel mogelyk is, staande houden, en zelfs zonder elders te leunen; het hoofdt dekken; het lichaam omgorden, om het hart van de beneden deelen, die ongeschikt zyn, te onderscheiden. Het aangezicht en de handen moeten wel gewasschen zyn, voor dat men naar de Synagoge gaat. Biddende moet men zich wachten iet 't welk onrein is aan te raaken, en ten minsten moet de geest een uur tot het gebedt ingetogen zyn.

Den Bidder moet zich naar Jeruzalem wenden, hebbende de voeten nevens elkander, de handen op het hart, en de oogen neerslachtig. Hy moet zich wachten, zoo veel mogelyk is, te geeuwen, spuuwen, zich te snuiten, een windGa naar voetnoot(a) te laaten, enz. 't Huis zynde, kan men overluid bidden, om zyne Huisgenoten te stichten: maar in de Synagoge moet men zyne byzondere gebeden zeer zagt doen, over zulks de biddende Joodt zyne lippen maar heeft te beweegen; want het noodig is dat de Vergadering overtuigt zy, dat deeze Bidder bid. Twee zaaken konnen 'er bygevoegt worden, om de noodzaakelykheit van dit gebruik aan te merken. I. Een Joodt die een ander ziet bidden, moet Amen zeggen, en helpt dus mede het gebedt voor Godt aangenaam zyn. II. Ook word vereischt dat Godtvruchtigheit van den geloovige het volk aanmoedig, en voor een ieders ooge word getoont. Deeze Pharizeeusche gewoonte behaagt de hedendaagsche Jooden 't allermeest.

Wy zullen eenige vitteryen onaangeroert laaten die echter de manier van bidden betreffen zouden; want men kan die in Buxtorf in 't 10de Hoofdtstuk van zyne Synagoge naslaan.

Wat de gebeden der Jooden tegens JesusGa naar margenoot+ Christus, de Christenen en de afvalligen van den Joodschen Godtsdienst aangaat, daar van kan men eenige voorbeelden in den voornoemden Buxtorf vinden: maar indien men geen beeter bewys dan deeze voorbeelden voort te brengen had, zoude de beschuldiging licht te verwerpen zyn. 't Zyn gedwongen toeëigeningen, door den haat van eenige Godtsdienstigen voortgebragt. Indien het waar is, dat de Jooden Jesus Christus en de Christenen verdoemen, moet men bekennen dat de zaakGa naar voetnoot(b) in een groote verborgenheit opgesloten legt.

Uit de Synagoge gaande, moet men zich wachten de rug naar den Hechal te keeren, waar in de gewyde Wetboeken opgesloten zyn; Men moet met langzaame schreden uitgaan, vermits Job 14. vers 16. word gezegt: Gy hebt myne treden getelt. Godt nu telt de schreden der geenen die uit de Synagoge gaan. Men moet zich ook wachten de oogen op voorwerpen te slaan die begeerte zoude konnen verwekken, en buiten de deur der Synagoge niet treden, zonder zachtiglyk een uitstortend gebedt herhaalt te hebben.

margenoot+
Van welke zegeningen zich de Jooden in den gebede bedienen.
voetnoot(a)
Zie Leon de Modena eerste Verhandeling Hoofdst. IV.
margenoot+
En hoe verre zich deeze hunne zegeningeningen uitstrekken.
voetnoot(b)
Buxtorf. Syn. Jud. C. 10.
voetnoot(c)
A love principium Musae, Iovis omnia plena.
voetnoot(d)
Eenige Hoogduitsche Jooden gaan gepantoffelt naar de Synagoge, op datze zich aan de deur te gemakkelyker ontschoenen konnen.
voetnoot(e)
Voor eenige jaaren hadden de Jooden te Amsterdam een hevige twist over deeze vraag; of men in de Synagoge komende in 't byzonder de gebeden beginnen mogt die de Vergadering na den Chazan herhaalde, dan of het voldeed met de Vergadering het gebedt op te volgen, 't welk reeds opgezegt wierd.
voetnoot(f)
Zie het geen in de eerste Verhandeling Hoofdtst V. word gezegt.
margenoot+
Hoedanig de Jooden onder 't bidden in de Synagoge zich gedragen moeten.
voetnoot(g)
Zie Basnage Hist. des Juifs. L. 6. Ch. 18.
voetnoot(h)
De Jooden eigenen die aan Esdras toe.
voetnoot(i)
Zie Buxtorf. Syn. Jud. C: 10.
voetnoot(a)
Indien iemandt by ongeluk een wind ontsnapt, moet het gebedt gestaakt worden, tot dat de quaade lucht verdweenen is: maar zoo een Godtvruchtige de windlaating niet ophouden kan, moet hy zoo heusch zyn, dat hy ten minsten vier treeden van de plaats alwaar hy bid, gaat; En 'er zich van ontlast hebbende, hervat hy zyn gebedt tot Godt, zeggende, met aandacht: Heer, gy hebt de openingen onzes lichaams gemaakt, die ons onmogelyk zyn gesloten te houden enz. Men kan in de Synagoge van Buxtorf Hoofdtst. 10. het voorschrift van dit gebedt leezen.
margenoot+
Lasterlyke beschuldiging dat de Jooden tegen Christus en de Christenen bidden zouden.
voetnoot(b)
Alles wat Ross in zyn boek van 's waereldts Godtsdiensten, raakende de manier van 't bidden der Jooden gezegt heeft, is in geen orde en niet naaukeurig beschreeven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken