Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

III. Hoofdtstuk.
Van de Zedekunde der Jooden met deeze der Christenen vergeleeken.

Ga naar margenoot+ De Jooden hebben geene andere grondslag hunner Zedekunde dan de Wet der tien geboden, deswegen de Christenen hun verplicht zyn. De liefde Godts, voor die boven alle de schepselen der Waereldt, word hun niet min door hunne Schriftgeleerden dan aan ons aanbevolen, indien 't niet is datze by het meerendeel hunner aanmerkingen voegen, iets 't welk aan hun zonderling zy, en 't geen 'er aan verknocht, of veeleer overgelovig schynt te zyn: 't welk nochtans geen gebrek van de Wet is: maar van hunne Schriftgeleerden. Men verongelykt de Jooden, zoo wy meenen, wanneer men hen beschuldigt van geene andere Heiligheit te erkennen, dan deeze die in de Plechtigheden van de Wet bestaat; gelyk, by voorbeeldt, indien zy geloven hunne zonden te hebben uitgewischt, nadat ze hun lichaam gewasschen hebben. In tegendeel zyn zy overtuigt, dat alle deeze uitwendige Plechtigheden niet zyn ingevoert dan om hen tot de innerlyke Heiligheit te geleiden. Hun Vasten en hunne andere uiterlyke lichaamsdoodingen moeten met het innerlyke verzelt gaan, en zy gelooven ook, dat men behalven de uitwendige en plechtelyke Boete, moet, om zoo te zeggen, een waarachtig zondenberouw hebben, en een oprecht berouw zyner zonden, indien men aan Godts gerechtigheit wil voldoen. Onnodig is alhier bewys van dit geloof onder de Jooden by te brengen, overmits het meerendeel hunner Boeken die van de Zedekunde en Boetoeffening handelen, van deeze gebruiklykheden opgevult zyn. 't Geen wy noodig vinden aan te merken is, datwe hun niet met te veel vryheit verwyten, gelyk men gemeenlyk doet, dat zy t'eenemaal aan de letter van de Wet verbonden zyn, zonder dat ze de inhoudende Geest konnen vatten. Zy betuigen ons het tegendeel, dat het om den zin en Geest van de Wet te volgen, niet noodig was t'eenemaal van de letter af te zien, die dient als voor aankondiging voor 't inwendige van de zelve Wet.

Ga naar margenoot+ Maar daar is blyk genoeg, dat de Jooden hunne leerwys verbeetert hebben, wegens de deftige onderwyzing uit de Boeken der Christenen geput, de waare Geest van de Wet Moses betreffende. Wanneer de Zaligmaker tot zyne Discipelen zegtGa naar voetnoot(a) dat hy hun een nieuw Gebodt geeft, van de liefde spreekende; doet hy niet dan hen het aloude gebodt vernieuwen, 't welk door de valsche uitleggingen der Schriftgeleerden krachteloos was gemaakt. De Liefde voor zyne Vyanden word alzoo wel in de Wet, als in het Nieuwe Testament aanbevolen: maar het was noodzaakelyk dat onze Heilandt die vernieuwde, naardien dit gebodt onder de Jooden niet meer gehaandhaaft wierd, en om deeze reden is 't dat hy tot zyne Discipelen zegt: een nieuw Gebodt geeve ik u, opdat gy u onder elkanderen lief hebt. Om aan te wyzen, hoe hoog zy de liefde omtrent hunne naasten achten moesten. Hunne Schriftgeleerden getuigenGa naar voetnoot(b) dat de Waereldt op drie grondbeginzelen is gesticht, die de Wet, het Gebedt en de Barmhartigheit zyn. Men kan echter wel zeggen dat zy veelmeer aan de Plechtigheden van hunne Wet verbonden zyn, die op goede werken steunt, en dit veroorzaakt een groot getal van geboden waaraan zy verslaaft zyn, die nochtans voor 't meerendeel het uitwendige behelzen.

De beklaaglyke staat waarin zy zich geduurendeGa naar margenoot+ zoo veele eeuwen zagen, bragt niet weinig toe, hun afvalliger te maaken; voornamentlyk die geen die in Europe in 't verborgen en als onbekent hun verblyf hadden, waarvan eenigen geloofden dat het voor een Joodt genoeg was zynen Godtsdienst in 't hart te bezitten, zonder dat het noodig was een uiterlyke belydenis te doen. Op dien grondt, maakten veele geene zwaarigheit de Christelyke Godtsdienst uiterlyk te omhelzen, bewaarende het Jodendom in 't hart. Een groot getal zodanige Christenen, die waarlyk Jooden zyn, worden 'er mogelyk noch in Spanje gevonden, alwaar de strengheit van de Inquisitie die in dit Gewest heerscht, nooit zal konnen in voorzien, nademaal 'er geen Volk gevonden word dat zich voor zynen Godtsdienst zoo zeer verplicht vind, dan wel de Jooden zyn. In Vrankryk laaten ze zich veel min-

[pagina 158]
[p. 158]

der vinden, waar over zy merklyke redenen hebben.

Ga naar margenoot+ Men moet de elende van hunnen staat, het woekeren 't welk zy dagelyks oeffenen, toeëigenen. Want men staat hun niet toe, als aan de Christenen, Landeryen in vryheit te bezitten, noch veele onroerende Goederen te mogen hebben, waardoor zy genoodzaakt zyn hun geldt door andere midlen te besteeden en ten gebruik te maaken. Zy handelen 'er mede gelyk anderen met koopmanschappen om te gaan; en mogelyk zoude dit niet berispelyk zyn, indien hunne Wet dit gedrag hen niet uitdrukkelyk verbood. Maar zy bepaalen dit verbodt, en waanen dat het zich niet dan over hunne broederen en geloofsgenooten uitstrekt. Derhalven matigen zy zich die vryheit aan, niet alleen zonder eenig voordeel te beoogen; maar willen zelf geen intrest ontfangen onder welk voorwendzel het zy, wanneer hen die aangeboden word. Dit gebruik is onschendbaar onder de Jooden, zelfs onder die geen die van de Sekte der Caraïten zyn; waaruit blykt, dat zy het Gebodt van Moses, dit woekeren betreffende, gestrengelyk in acht neemen, ten minsten wanneer het hunne Geloofsgenooten aangaat. Want wat de Christenen aanbelangt, zy zien hun aan, als reeds hier voor is aangemerkt, gelyk Afgodendienaars die de Godtheit vermeerderen, en bygevolg gelooven zy redenen te hebben, zoo veel hen mogelyk zy, hun te mogen verkorten. Zy verwyten ons ook, dat wy het verbodt van onzen Zaligmaker niet naaukeurig in acht neemen, ten opzicht van het woekeren met onze broederen en Geloofsgenooten, door welk middel het zy, en dat volgens dit verbodt de verbintenissen zelfs die door Mogentheden bekrachtigt worden, woekerachtig zyn. Verre van daar dat de Wet zich niet over den woeker zoude uitbreiden ten opzicht der geenen die behoeftig zyn, en bygevolge van nooden hebben dat we hun onderstand doen; zy achten niet min, dat het Geldt aan ryken te geeven om 'er belang in te vinden, niet min woekeren is dan dat men 't aan behoeftigen geeft.

margenoot+
Hoedanig der Jooden Zedekunde betrekkelyk tot hunnen Godtsdienst is,
margenoot+
en hoe zy die verbeetert hebben.
voetnoot(a)
Euang: Johan: 13. vers 34.
voetnoot(b)
Zie het Boek Avoth, of der Vaderen.
margenoot+
Huichelary van eenige Europiaansche Jooden aangemerkt.
margenoot+
Waarom de Jooden tot woekeren geneegen zyn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken