Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V. Hoofdtstuk.
Van de groote Kerkvergadering of der Jooden Sanhedrim; de Plaats alwaar die gehouden wierd. Verscheiden Verklaaringen over deeze Stoffe, ten opzichte van 't geen onder de Christenen word waagenomen.

Ga naar margenoot+ De groote Kerkvergadering, of het Sanhedrim der Jooden, heeft haaren oorsprong van Moses, reeds hier voor aangemerkt. Zy bestond uit 71 Oudsten, waar onder een het Hoofdt of de Voorzitter van de Vergadering was; en 't is deezeGa naar voetnoot(a) die de Jooden heden noch Hannasci, of Prins noemen. Behalven deeze voorzitter was 'er een tweede of Onderregent, aan wien men de tytel van Au, Vader van de vergadering gaf. Alle de andere leden noemde men Oudsten of Raaden. Hunne rangschikking was dusdanig: zy zaten gezamentlyk in de gedaante van een halve kring, in welker midden zich de Nasci of voorzitter van de vergadering plaatste, en aan zyne rechter zyde de tweede voorzitter gezeten was. De andere namen plaats volgens hunnen rang ter zyden den Nasci. Eenigen voegen 'er een derde Oudste by, waar aan men alleen den naam van Hacam, of Wyze gaf, die ter linker zyde van den Voorzitter zat; zoo dat de Onderregent van den Nasci en deeze Hacam als twee Bygevoegde Raaden waren. Noodig is 't dat we de orde van deeze zitting aanmerken, nademaal we vervolgens van hunne Kerkvergaderingen tot hunne Synagoge, en daarna tot de Kerken of eerste vergaderingen der Christenen zullen overgaan, gelyk hier na blyken zal.

Dit groote Sanhedrim mogt niet dan teGa naar margenoot+ Jeruzalem gehouden worden, en een plaats die men Liscat Hagazit noemde, en aan den Tempel grensde, of veel eer een gedeelte van den zelven was; indiervoegen gelyk de Conciliën gemeenlyk in de Kerken vergaderen. Deeze Liscat Hagazit was byna eveneens, 't geen men eertydts te Konstantinopelen in TrulloGa naar voetnoot* noemde. De Talmudisten noemden deeze plaats het groote Raadshof. Men oordeelde 'er de voornaamste zaaken, en die van de uitterste, aangelegenheit waren; en 't is de zin die men aan deeze woorden van den Euangelist Lucas geeven moet,Ga naar voetnoot(b) dat geen Profeet buiten Jeruzalem sterft. Wanneer het eenig geval behelsde, waarover de Overlevering geen besluit gaf, of ten minsten niet klaar genoeg was, had ieder Raadt alzoo wel een besluitneemende als raadgeevende stem.

Toen de Jooden weder van Babilon teGa naar margenoot+ Jeruzalem quamen, was het noodig dat

[pagina 161]
[p. 161]

zy 'er een groote Vergadering hielden, wegens de goede orde van hunnen Staat. Deze bestond, volgens der Jooden meening, uit 120. der Aanzienelykste, waarin Esaras de Schriftgeleerde bygenaamt, als Nasci of Hoofdt, den Voorzitter was. Zy voegden 'er wat meer is by, dat zich in deeze Vergadering de Profeten Haggaï, Zacharias, Malachias en eenige andere groote Mannen van Godts ingeeving, als Daniël, Nehemia, Mardochai, Zorobabel, Azarias, Misaël en Hananias vinden lieten. Alhoewel men geen geloof moet geeven aan al 't geen de Jooden in 't byzonder van deze groote Vergadering hebben voorgewendt, nochtans moeten wy besluiten, dat 'er de Profeten en andere uitmuntende mannen nevens de Oudsten of Raaden toegelaaten waren.

Ga naar margenoot+ Geen grooter Vergadering was 'er in den gemeenen Staat der Hebreeuwen, dan dit Sanhedrim, 't welk de macht had, zoo de Jooden zeggen, van te maaken Such la tora, een heining voor de Wet, door dien het volstrekt meester was te verklaaren, volgens het oordeelde, 't welk gevoegelykst voor tyden en gelegentheden zyn kon.Ga naar voetnoot(a) En in deezen zin is 't dat Rabbi Moses het de naam van Grondslag van de mondelyke Wet geeft, en het steunsel van de waare geleerdheit. Insgelyks waren deezen die wygerden zich te onderwerpen, als muitelingen en in den Ban geslagenen aangezien: Waarop ongetwystelt de Zoone Godts zinspeelt, wanneer hy dit oordeel tegen hen uitspreekt die zich het besluit der Kerke niet onderwerpen willen:Ga naar voetnoot(b) Indien hy ook de Gemeente geen gehoor geeft, hy zy u een Heiden en Tollenaar.

Ga naar margenoot+ Indien wy, waarlyk, de Kerkwetten in de Vergaderingen of Conciliën met deeze van de Joodsche Synagoge vergelyken, zullen we weinig verschil onder het een en 't ander vinden. Eerstelyk heeft onzen Heilandt in de vaststelling van zyne Wet, (als volsterk Wetgever zynde, waar van Moses niet dan verklaarder en een afbeeldzel was) geen onderhoorig gezag met die van Moses gehad. En alzoo Moses zyne macht aan Josua naliet, en andere Oudsten van zynen tydt, voor zoo veel de uitlegging van de Wet aanging; dus heeft het onzen Zaligmaker aan Petrus, om hem op te volgen, nagelaaten, zulks hy als Nasci of Hooft zyner Kerke zy; en Paulus noemt eenige van de Apostelen met den naam van zuilen:Ga naar voetnoot(c) Jacobus, en Cephas en Johannes die geacht waren Pilaaren te zyn. De Roomschgezinden eigenen mede aan hunne Conciliën een zekere onfeilbaarheit toe, die zy in hunne Kerke erkennen, insgelyks gelyk de Jooden zich inbeeldden de onfeilbaarheit in hunne groote Kerkvergadering of het Sanhedrim te heerschen. Hier in hebbenGa naar voetnoot(*) de Apostelen en Oudsten hen nagevolgt, waarin Petrus, als nasci of Prins, den Voorzitter was (zynde door 't Goddelyk recht het Opperhoofdt der Kerke) wanneer zy aan hunne broederen van Antiochië, Syrië, en Cilicië schreeven, 't geen zy in de Vergadering besloten hadden.Ga naar voetnoot(d) Want het heeft den Heyligen Geest en ons goed gedacht, door deeze woorden te kennen geevende, dat dit hun waarlyk ingegeeven was.

De Roomsche Bisschop, die (zoo menGa naar margenoot+ meent) de waare opvolger van Petrus is, heeft mede als Nasci of Hoofdt der Kerke in deeze Vergadering plaats. Men moet nochtans deeze onfeilbaarheit aan de Stadt Rome niet bepaalen, gelyk de Jooden aan Jeruzalem deeden Ook is 't niet waar dat de Paus met zyne geestelyken als eenigste Raadgeever het aloude Sanhedrim verbeeldt, waar van hy de opvolger van Petrus de Hannasci, of Prins is. En 't is in deezen zin als de Oudvaders, van den Roomschen Bisschop spreekende, hem altoos het voorrecht boven andere BisschoppenGa naar margenoot(*) gegeeven hebben. Wat meer is, alzoo de Oudsten in der Jooden Sanhedrim alle besluitneemende stemmen hadden, insgelyks is 't in de Conciliën; de Bisschoppen hebben mede met den Paus, die de Nasci of Voorzitter is, een beslechtende stem. De reden waarom men het zelfde gezag aan de Roomsche Kerkvergadering onder de nieuwe Wet niet geeft, als eertyds het Sanhedrim van Jeruzalem onder de aloude Wet hadt, ontstaat, over zulks de Godtsdienst die de Messias verkondigen moest, geen Godtsdienst was aan een zekere plaats des Aardbodems bepaalt, gelyk zich de Joodsche Godtsdienst bepaalde: in welk beginzel de Jooden nochtans met ons overeenkomen. Men kan nu niet zeggenGa naar voetnoot(e) Godt is in Italië bekent, gelyk men eertyds zeide: Godt is in Judea bekent; over zulks de Christen Godtsdienst aan geen bepaalde plaat gebonden zy; maar in tegendeel

[pagina 162]
[p. 162]

over de geheele waereldt verspreidt: in omnem, terram exivit sonus eorum.Ga naar voetnoot(a) Men kan geen groote Vergadering uitmaaken,Ga naar voetnoot(b) die wy een algemeen Concilie noemen, dan 'er alle de Oudvaders die op de Apostelen gegevolgt zyn te noodigen, te weeten de Bisschoppen, waar van de Paus, Hannasci of het Hoofdt als opvolger van Petrus is. 't Is derhalven dit geschil en de vraag die men gemeenlyk in de Schoolen doet, of de Conciliën boven de Pausen, dan of de Pausen boven de Conciliën zyn, 't welk geenzins gegrondt en zelfs noodeloos is, nademaal de Conciliën die het aloude Sanhedrim verbeelden, de Vergaderingen zyn die uit den Voorzitter en Oudsten, te weeten, uit den Paus en Bisschoppen, moeten bestaan. Zoo dat deeze vraag voornamentlyk onder den tydt van de scheuring plaats scheen te hebben, toen men op een andere wyze redeneeren moest.

Het gezag van de groote Vergadering of het Sanhedrim onder de Jooden, duurde zoo lang de Joodsche Republyk in haar geheel bleef; tenzy de Joodsche Geleerden eenig onderscheid van de Goddelyke ingeeving in verscheiden tyden maaken. Zy gelooven gemeenlyk, dat de Profecy of ingeeving Godts tot omtrent het veertigste jaar van den tweeden Tempel heeft geduurt, waarop een andere soort van ingeeving volgde, die zy Bathkol, of Dochters stemme noemen, waar van dikmaals in den Talmud gesprooken word. Het schynt zelfs dat men op deeze Dochters stemme in 't Nieuwe Testament zinspeeling heeft gemaakt, wanneer 'er van een uitgebreide stem in de lucht gesproken word, als of ze van den Hemel gekomen was.

Toen der Jooden regeerings wys niet meer in wezen was, door dien dit volk zich over alle de waerelds deelen verspreide, hebben ze geene andere regels dan deeze behouden, die reeds door groote voorafgaande Kerkvergaderingen besloten waren. Hierom is 't dat zy alle deeze instellingen zorgvuldig verzaamelen, gelyk wy in 't vervolg van deeze Verhandeling voornamentlyker vertoonen zullen, van hunnen Talmud spreekende, die byna de zelfde zaak onder hun behelst, als onder ons (Roomschgezinden) de verzameling van 't Geestelyk Recht.Ga naar voetnoot(c)Rabbi Moses merkt mede wel aan, dat 'er zelf na de samenstelling van den Talmud andere Vergaderingen waren: maar dat dit Provinciale Vergaderingen zyn geweest, en derhalven geen plaats dan in de Provincie hadden, alwaar zy gehouden wierden, naardien 'er niet dan in Jeruzalem de groote Kerkvergaderingen mogten gehouden worden, waar aan de Jooden in 't algemeen verplicht waren haare besluiten op te volgen. Men kan volgens de verzameling van den Talmud van deeze Kerkvergaringen door de Jooden in verscheiden Provinciën gehouden, redeneeren, even eens als men van de Provinciale Conciliën der Roomsche Kerke doet. Maar wy hebben ons reeds lang genoeg met de groote Kerkvergadering der Jooden en hunne andere Vergaderingen opgehouden. Vervolgens zullen we zien hoedanig hun gedrag is geweest, terwyl hunne Babilonische gevangenisse duurde en door welk middel hunnen Godtsdienst in al deeze elende heeft stant gehouden.

margenoot+
Waar uit eertyds het Sanhedrim bestond.
voetnoot(a)
Ramham, in 't Traktaat van 't Sanhedrim.
margenoot+
En waar vergaderen moest.
voetnoot*
[Het derde algemeene Concilie te Konstantinopelen gehouden, werd gemeenlyk het Concilie in Trullo genoemt, vermits het in een zaal van 's Keizers Palleis gehouden was, Trullem geheeten, wegens het verwufzel, 't welk de gestalte van een kelk had, die de Latynen Trulla noemen. Dit Concilie was in den Jaare 680. over de Kettery den Monoteliten vergadert. Doujat. Hist. du Droit Canon.]
voetnoot(b)
Lucas 13. vers 33.
margenoot+
Hoe deeze groote Vergadering uit voornaame leden moest bestaan.
margenoot+
En van welk een vermogen deeze groote Vergadering was.
voetnoot(a)
Rambam.
voetnoot(b)
Matth. 18 vers 15.
margenoot+
Roomsche Concilien by der Jooden Synagogen vergeleeken.
voetnoot(c)
Paulus aan de Gal. 2. vers 9,
voetnoot(*)
De Schryver spreekt hier, en ook elders, als een Roomschgezinde, waarom men hem het zeggen laat, naardien het hier de plaats niet is, om zyn gezegde te betwisten.]
voetnoot(d)
Handel. 15. vers 18.
margenoot+
En hoe zich het Pausdom hier door bevoordeelt acht.
margenoot(*)
Parrogativam Suffragii.
voetnoot(e)
Psalm 75. (of 76).
voetnoot(a)
Psalm 18 (of 19.)
voetnoot(b)
Paulus aan de Rom. 10. vers 18.
voetnoot(c)
Rambam, Voorrede van Jad Hareca.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken