Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIII. Hoofdtstuk.
Van de Pausselyke Staatsikleederen, en waar in die bestaan.

Ga naar margenoot+ Zoo draa de Paus verkoren isGa naar voetnoot(a), trekt men hem het Koorkleedt van wit linnen aan, en versiert hem met roodlakensche Pantoffels, waar op een goudt Kruis gestikt is, een PriesterskapGa naar voetnoot* van rood fluweel, een roode zyde gordel met goude haaken, een Koor-rokGa naar voetnoot† en een roode Bonnet. Vervolgens geeft men hemGa naar voetnoot(b) het Priesterlyk Hoofdtdekzel,Ga naar voetnoot‡ de AlbeGa naar voetnoot+ van wit linnen wier randen van rood zyd lint bestaan, en de StoolGa naar voetnoot§ met paerlen versiert. Indien de Paus Priester of Bisschop is, hangt men hem deeze Stool om den hals; maar is hy niet dan Diaken, moet hy die op den linker schouder hebben; en indien hy Onder-Diaken is, geeft men hem 'er geen.

Als de Nieuwe PausGa naar voetnoot(c) in geene Orde is ingelyft, moet men hem die opdraagen; indien hy niet dan Diaken was, en dat hy begeerde tot Priester te worden ingestelt, draagt men hem het Priesterchap op, en wyt hem vervolgens tot Bisschop in.Ga naar voetnoot(d) ‘Deeze Plechtigheit word in de Kapel van Sixtus door den Kardinaal Deken verricht, die altoos Bisschop van Ostia is, en aan wien het zedert eenigen tydt gestaan heeft, den Paus in te wyen.

Wanneer zyne Heiligheit in zyn byzonderGa naar margenoot+ en gewoon gewaadt is,Ga naar voetnoot(e) draagt hy een Koorkleedt van witte zyde, een opperkleedt van fyn linnen, een kap van rood fluweel of hoog-rood satyn. Des winters dekt de Paus zyn hoofdt met een gevoerde bonnet, en 's zomers met een satyne kap. Geduurende de Vasten, de Advent en vastendagen, draagt de Paus een wit wolle Koorkleedt met een kap van rood laken: maar 's Zaturdags voor Paasche tot den volgenden Zaturdag draagt hy een witte damaste kap.

Zyne Pausselyke gewaaden zyn tweederleiGa naar margenoot+ Wanner hy de Mis doet, is hy, behalven het Koorkleedt, van een boven rok, het Priesterlyk hoofdtdekzel, de witte linnen Albe, de Stool, de ManipulGa naar voetnoot¶, het Misgewaadt, de Kasuifel,Ga naar voetnoot‡ de Myter, de Handschoenen enz. verzien. Alle deeze gewaaden komen met de uitmuntenheit en waardigheit van den Stedehouder van Jesus Christus en den Opvolger van St. Pieter over een: maar de verwe

[pagina 258]
[p. 258]

verandert naar de gelegenheit des tyds en hangt van de Plechtigheit der Feesten af. Zyne Heiligheit viertGa naar voetnoot(a) in 't rood het Pinxter Feest en dat der Martelaaren; in 't wit het Paasch Feest en alle de Feesten der H. Maagden; in 't violet de Vaste, d' Advent en alles wat tot het vasten behoort; in 't zwart op den Goeden Vrydag en in de Missen over de dooden. Op Kersnacht draagt hy een Monnikskap en een rood fluweele Tabbert. Ook draagt hy in de laatste week van de Vaste geen Myter, en niet dan een mantel van rood laken. Wanneer de Paus met de drie dubbele Kroon verschynt, is hy van een wit Kalotje verzien; maar anders draagt hy een roode Bonnet.

Ga naar margenoot+ De PausGa naar voetnoot(b) woont in zyn gewoon gewaadt de Consistoriën en Vergaderingen by: maar hy verschynt met het Koorkleedt en den Myter in 't eerste Consistorie na zyne Verkiesing gehouden. De grootste bezigheit die aldaar door zyne Heiligheit word afgelegt, is die van 't Gewyde Genootschap te bedanken.

Ga naar voetnoot(c) Wanneer de Paus niet gemytert is, noch de driedubbele Kroon op zyn hoofdt heeft, gaat hy tusschen de twee oudste Kardinalen, de anderen volgen by paaren; eerst de Bisschoppen, vervolgens de Priesters en eindelyk de Diakenen. Deeze orde is verschillende met die wanneer de Paus de driedubbele Kroon of den Myter op heeft; want alsdan gaan de Kardinalen by paaren voor den Paus; waarop eerst de Diakenen volgen, daar na de Priesters, en ten laatsten de Bisschoppen, een ieder naar hun rang.

margenoot+
Waar in de Pausselyke Plechtgewaaden bestaan.
voetnoot(a)
Zie Relazione &c. Tafereel van 't Roomsch Hof. Cerim. Eccl. Rom. &c. hier voor angehaalt.
voetnoot*
[Mozette genoemt; 't is een stuk stof even eens als het geestelyk gewaadt der Fransiskanen, over de schouders en voor de borst in 't ronde afhangende.]
voetnoot†
[Rochet geheeten, zynde een Bisschops of Abts linnen koorkleedt met naauwe mouwen, gelyk die van een Albe, gemeenlyk wel gesteven en met kanten versiert.]
voetnoot(b)
Cerim. Eccl. Rom. L. 1
voetnoot‡
[Amit genoemt, een gezegent vierkant stuk Lywaat 't, welk de Kerkelyken op 't hooft dekken wanneer zy zich met de Albe kleeden. De Priesters, Diakenen, Onder-Diakenen en Akolyten bedienen 'er het Autaar mede.]
voetnoot+
[De Albe is een wit linnen kleedt 't welk tot op de voeten hangt, waar mede Priester, Diakenen en Onder-Diakenen onder hun Koorkleedt bekleed zyn, en insgelyks de Klerken die het Autaar bedienen]
voetnoot§
[De Stool is een Bisschoppelyk gewaadt om de opperhoofdigheit der Kerke te verbeelden. De Priesters draagen die mede over de Albe om de Mis te zingen. 't Is een breede stoffe baud met drie kruissen bezet, die van den hals tot aan de voeten afhangt. De Stool was by de aloude Heidenen een Tabbert en een meer vrouwelyke dan mannelyke dragt, waar van zich echter mede Koningen bedienden. Het gebruik van de Stool is nevens de Albe teffens in de Kerke ingevoert. Furetiere.]
voetnoot(c)
Cerim. Eccles. Rom. ibid. L. 1.
voetnoot(d)
Tafereel van 't Roomsche Hof.
margenoot+
's Paussen gewoon gewaadt beschreeven.
voetnoot(e)
Relaz. della Corte di Roma &c. di Lunadoro.
margenoot+
En in welk een gewaadt hy de Mis doet en zich op zekere tyden kleedt.
voetnoot¶
[Het Manipul is van een Kerkelyk gebruikt 't welk de Bedienaren, als Priester, Diaken, en Onder-diaken, op den linker arm dragen. 't Is een kleine bandt drie of vier vingeren breed, even eens als een kleine Stool, en van de zelfde stoffe gelyk de Kasuifel.]
voetnoot‡
[Kasuifel is een kerkelyk versiersel, 't welk de Priester over zyn Albe trekt, wanneer hy de Mis zal doen. De Kasuifels der alouden waren 't eenemaal rond, en tot op de schouders opgeschort, daar die nu ter zyden gespleeten zyn. Furetiere.]
voetnoot(a)
Men verbeeld door het rood, de vurige tongen waar van gesproken word, toen de H. Geest op de Apostelen nederdaalde: en het bloedt der Martelaren van Jesus Christus; door het wit de vreugde die de Opstanding van onzen Zaligmaker in de harten der gelovigen verwekt, en de kuischheit der heilige Maagden waar over men het Feest viert; door het Violet de verbleekte verwe der geenen die vasten de Vigiliƫn en de onthouding van de Vaste voldoen, zodanig de Kerk die heeft ingestelt; door het zwaart de rouw die de doodt van Jesus Christus in de harten der Christenen werkt enz. Van geen klein gewicht is 't van deeze dingen onkundig te zyn, die, verwaarloost zynde, een groote onwaardigheit in de Godtsdienstigheit van eenige Godvruchtigen overlaten.
margenoot+
Als mede hoe hy in 't Consistorie verschynt.
voetnoot(b)
Zie Tafereel van 't Roomsche Hof.
voetnoot(c)
Idem. ibid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken