Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XX. Hoofdtstuk.
Hoedanig men de waare Reliquien onderscheiden en kennen kon, die men in de Onderaardsche Begraafplaatsen vond.

Ga naar margenoot+ De Apostolische KamerGa naar voetnoot(c) heeft de grafdelvers geloont, om in de onderaardsche plaatsen te arbeiden, alwaar men gemeenlyk vond 't geen men te Rome Geheiligde Lichaamen noemt. Dit Heilig werk werd in den winter en in 't voorjaar uitgevoert. Na de opening der Graven, ging 'er een Apostolische Commissaris in en onderzocht de merktekenen waaraan men die der Martelaren onderscheiden kon. Indien men 'er geen teken in deeze graven vond, dan den naam van Christus dus uitgedrukt illustratie of een enkel Kruis, een Duif, een Kroon, een Olyftak, zonder het Afbeeldzel van een Palmtak, of van een hout vaas of van andere stoffe, waarin men het Bloedt van den Martelaar vond: zag men 't enkelyk als graven der Gelovigen aan, en alsdanGa naar voetnoot(d) opende men die niet. Het Vaas om het Bloedt daarin te bewaaren was vooral een onfeilbaar tekenGa naar voetnoot(e) van't Martelaarschap en by gevolg van Heiligheit. Zoodraa men de gemelde tekenen gewaar word, handelt men by de opening met alle vereischte zorg in deezen Geestelyken arbeidt.

 

Men gebruikt alle mogelyke voorzorgGa naar margenoot+ wat de beenderen der Martelaren aangaat;

[pagina 385]
[p. 385]

zonder dat zou men ze niet ongeschonden konnen opneemen. Naar maate dat men ze opgraaft, sluit men ze in kleine kasjes, vervolgens met touw toegebonden, wiens knoopen men met het zegel van den Kardinaal Stedehouder verzegelt. Aanstonds hier na draagen de Grafdelvers de kasjes naar de Kamer der H: Overblyfzelen. Men spreid de beenderen van elkander afgescheiden op tafels uit, zulks ze naar maate dat ze luchtdroog worden, een gedeelte van hunne voorige hardigheit wederkrygen. Dit alles vereischt veel oplettenheit, doordien deeze beenderen, door een onderaardsch verblyf van veele eeuwen, voos en bros geworden, niet dan een zeer tedere en zachte handeling veelen konnen. Vervolgens stellen de Kardinaal Stedehouder en de Prefet van 's Pausen Sakristy, de Reliquiën om van de Gelovigen geëert te worden voor, deelen die volgens hun goedvinden uit, en verzien ze van benoodigde getuigschriften; doch de groote Reliquiën worden niet dan aan Vorsten en eerste Persoonaadjes der Kerke uitgedeelt.

De Heer Aimon zegt ons in zyn Tafereel van 't Roomsche Hof, dat de Geestelyke Vergadering aan de Reliquiën den naam van opgegraaven beenderen geeft, die men door eenig opschrift kennen kan; dat deeze naam ter keure van den Godtvruchteling staat, die de zelven begeert te eeren onder den naam van eenigen Heilig dien hy aanroept, gelyk de Peters en Meters de kinderen ten doop houdende, doen.

Indien het gebeurt dat de eigenaars der landen van 't Roomsch gebiedt eenig graf komen te ontdekken, of dat de onderaardsche graven daar meede gemeenschap hebben, alwaar men de Heilige Lichaamen uitdelft, zyn zy verplicht, bericht aan de Vergadering over de Reliquiën te geeven: die de zorg bevolen is, deeze plaatsen na te speuren.

De Bisschop heeft recht de nieuw ontdekteGa naar margenoot+ Reliquiën van een Heilig goet te keuren, die zedert veele eeuwen zyn verblyf in den Hemel heeft gehad, en het recht van Heiligheit bezeeten, zonder dat men hem zyn voorrecht betwisten kan. Maar met de onbekende Heiligen is 't zoo niet gelegen, noch met die geene die weinig bekent zyn, noch deeze waarvan men de Heiligheit bewyzen moet. Het komt niemandt dan den Stedehouder van Jesus Christus toe, de Reliquiën het gezag en geloof te geeven 't welk zy verdienen.

margenoot+
Hoe men in de onderaarsche grafplaatsen te Rome de Reliquien ontdekt, en waar aan men die kenbaar acht.
voetnoot(c)
Idem Ibid.
voetnoot(d)
Of ten minsten opende men die zeer zelden. Idem ibid.
voetnoot(e)
Men ziet door dit verhaal, dat het valsch is, dat men voor zekere merktekenen van den Martelaar erkende, 't geen voor hen gedient heeft, 't welk ze in hun graf vonden, gelyk de Heer Aimon in zyn Tafereel van 't Roomsche Hof zegt, niet allen de kleine glaze flesjes, waar in men het overschot van 't bloedt vond door den geenen daar in gedaan, die de lyken der Martelaren begraaven hadden: maar noch eenige stukken van werktuigen, die tot het Martelaarschap gedient hadden, en eindelyk de in steen gesneeden opschriften.
margenoot+
Met welk een omzichtigheit men met de opgedolven doodsbeenderen omgaat.
margenoot+
en wie dezelve voor Reliquiën verklaart.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken