Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4 (1729)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.09 MB)

XML (2.43 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

(1729)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIX. Hoofdtstuk.
Van hunne Gebruikelykheden ten opzicht der Nieuw-Geboren Kinderen. enz.

Ga naar margenoot+ WAnneer een zwangere Vrouw haaren tydt naadert, komen twee of drie Hottentotsche Matronen by haar, en bewaaken haar eenigzins tot dat haar de baarenssmerten overkomen. Alsdan is 't de tydt dat de Man verhuize, en indien hy zich by ongeval by den arbeidt tegenwoordig vond, is hy verplicht zich te reinigen, te weeten, twee Schapen of twee Lammeren voor een Offerhande te geeven, zodanig als wy reeds beschreeven hebben. Als de Baaring moeielyk valt, geeft men de in arbeid zynde Vrouw een afziedzel van Melk en Tabak. Dit Geneesmiddel, 't welk onze Vrouwen zou doen barsten, werkt een zeldzaame uitwerking op deeze Afrikaansche Wyven.

Indien de Vrouw een dood Kindt baart, is 't een smertelyk leetweezen, en veroorzaakt algemeene droef heit, vooral, zoo het een Knechtje zy. Nadat het begraaven is, reinigt zich de Vader of heiligt zich naar gewoonte; men breekt de Hut af, men laat de grondt den kleinen Overledene over, en men verkiest een andere plaats om 'er een nieuwe Huishouding op te rechten.

Ga naar margenoot+ Het nieuw gebooren Kindt word op een Schaape- of andere Vacht ter Aarde in de Hut neergelegt; alsdan besmeert men 't wel krachtig met Koedrek, en dit is de zuivering van den nieuw geboorne. Het arme kleine Wicht word dus besmeert en t'eenemaal met den Drek als bedekt, vervolgens in de lucht gebragt, op de wyze gelyk hierGa naar voetnoot† word getoont, zonder in 't minst voor den windt en de zon beschut te zyn. Deeze vuiligheit verdroogt in de zon, zodanig dat men die afneemen kan zonder hinder aan 't Kindt te doen. Alsdan neemen de Hottentottinnen sappige Bladeren die zy tusschen twee Steenen uitperssen. Dit sap dient haar om het Kindt te wasschen, en zelfs, zoo zy meenen om het te versterken. Na het dus gewasschen te hebben, besmeert men 't met Schapen of Lammer-Vet, en eindelyk bestrooit men 't geheele lichaam met Buchu. Het Vet, zeggen ze, is een behulpmiddelen om het lichaam sterk en buigzaam te maaken, behalven dat de huidt door dit Vet vaster word om tegen de hitte van de Zon te wederstaan, en de Buchu dient voornamentlyk tot optooijing van 't lichaam, en brengt het mede versterking toe.

Het gedrag met de Tweelingen is niet altoosGa naar margenoot+ gelukkig: Indien de Tweelingen Knechtjes zyn, behouden zy niet alleen het le-

[pagina 400]
[p. 400]

ven; maar de vreugde vermeerdert ook ongemeen in de Kraal. Men wenscht de Vader en Moeder over hun wys gedrag geluk, en somtyds kost het den Vader een Offerhande van twee of drie Ossen. Zoo in tegendeel twee Dochters ter waereldt komen, worden deeze arme Kinderen koeltjes onthaalt, naaulyks offert men ter liefde van haar een der geringste Schapen; en zoo een van deeze Dochters ongezond of teder schynt, of des Moeders Borst geen voedzel aan beide geeven kan, of zoo de Vader haar niet begeert op te voeden, brengt men ze ten laatsten naar veldewaarts, en somtyds begraaft men ze halver lichaamGa naar voetnoot(a) of men bind ze aan een Boomtak. Indien een Vrouw teffens een Zoon en Dochter baart, is 't ongetwyffelt dat men het Knechtje bevoordeelt, en dat het Dochtertje zal weggebragt worden, zoo men 't niet zonder nadeel van 't Knechtje opvoeden kan. Dusdanig is het lot van deeze arme Dochtertjes. Bekent is 't dat de Oudheit haar niet beter gehandelt heest, en dat de Grieken en Romeinen, schoon Volkeren verstandig en beschaaft genoeg, geen zwaarigheit gemaakt hebben, van haar te vondeling te leggen, wanneer het hen niet luste om haar op te voeden. Wy hebben gezien hoe de Chineezen en Japaneezen de Dochters handelen die hun gebooren worden.

Reeds hebben we van de naamen gewagGa naar margenoot+ gemaakt die deeze Kaffers hunne Kinderen geeven. De Man mag tot de Hut niet naderen, alwaar zyne Vrouw geduurende haare toevallen die het Kraamen volgen, zich onthoud; en doet hy het tegendeel van dit gebruik, moet hy zich door een gewoone Offerhande reinigen. Wanneer de tydt komt, dat hy mag komen, maakt hy een aanvang met zich wel te smeeren en met de Buchu te bestroojen. In de Hut gekomen, rookt hy aanstonds van de DachaGa naar voetnoot(b) zonder een eenig woordt te spreeken, en vervolgt dit stilzwygen, tot dat de rook van deeze Dacha hem de zinnen begint te vervrolyken. Alsdan schikken zich de Man en Vrouw naar gelegenheit om gemeenzaamlyk met elkander om te gaan, en men moet gelooven dat deeze vrolyke bui niet altoos onvruchtbaar is.

margenoot+
Gewoonte der Zwangere Vrouwen, en haar gedrag in 't Kinderbaaren, aangemerkt.
margenoot+
Hoe men met het Nieuwgebooren Kindt handelt,
voetnoot†
Zie de nevens gevoegde Afbeelding, vertoonende in 't bovendeel, de Plechtigheit die by de Kaffers by de Geboorte der Kinderen word in acht genomen: I. verbeeld de Zuivering der Nieuwgebooren Kinderen; 2. de Weglegging der Kinderen met een Gebrek gebooren; en 't benedendeel, het Huwelyk der Kaffers.
margenoot+
En Tweelingen zynde hoe men zich alsdan gedraagt.
voetnoot(a)
Zie het voorgaande Afbeeldzel in 't verschiet.
margenoot+
Hoe de Man zich ondertusschen gedragen moet.
voetnoot(b)
Dit is een plant waar van zy zich als wy van den Tabak dienen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken