Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4 (1729)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (15.09 MB)

XML (2.43 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 4

(1729)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXII. Hoofdtstuk.
Van den Godsdienst der Volkeren van Monomotapa.

Ga naar margenoot+ ALle de Volkeren van dit Ryk zyn Afgodendienaars. Zy erkennen nochtans een God, Schepper van 't Heelal, die zy Maziri of Mozino en Atuno noemen. Dapper bericht dat zy een zekere Maagdt aanbidden of eerbewyzen, waar aan zy de naam van Peru geeven. Maandelyks hebben ze eenige dagen heiliger en plechtelyker dan de anderen, zonder van den jaarlykschen dag ter geboorte van den Vorst te melden; waar by, zoo men de huldiging voegt, die hem door het nieuw Vuur beweezen word, zal het genoegzaam aan den Lezer blyken, dat dit Volk een Godsdienstigen Dienst heeft, alschoon de omstandigheden ons onbekent zyn. Men moet zich niet verwonderen, dat wy hier de Dienst van den Vorst in den rang der Godsdienstige Dienst-oeffeningen stellen. Deeze die van de Afrikaansche Gewoontens geschreeven hebben, doen ons eenpaariglyk begrypen, dat de Koningen van dit WaereldsdeelGa naar margenoot+ zichtbaare Goden zyn. Wat het nieuw Vuur aangaat, waar van het gebruik in Monomotapa is ingevoert, 't is, zegt men ons, een teken van onderwerping, 't welk het Volk van den kleinsten tot den grootsten aan zynen Vorst doet. De Keizer zend jaarlyks naar alle de Provinciën van zyne Staten eenige der voornaamste Heeren van zyn Hof, om het nieuw Vuur aan alle zyne Onderdanen te brengen. Deeze Commissarissen dooven alsdan al het Vuur uit, en een ieder dient zich aan om het nieuw Vuur te ontfangen, 't welk men aan deeze Commissarissen betaalen moet, en om hen kostvry te houden, dient. Deeze die dit gebruik verzuimen, worden als 's Keizers wederspannelingen gehandelt. Wie weet of dit geen soort van alzoo strenge belasting is als de rechten op 't Zout die in eenige Provinciën van Vrankryk worden ingevordert? Dit alles geschied mogelyk, zonder dat het gebruik deswegen ophoud van iets Geestelyks in te sluiten. Zelfs is 't waarschynlyk dat het Vuur by deeze Volkeren word aangemerkt, als een heilige en hoogachtbaare zaak. Wanneer de Keizer ergens zich legert, bouwt men van stonden aan een Hut of Tent, en men ontsteekt 'er een Vuur in, 't welk men zorgvuldig onderhoud. Wy zullen ter loops waarneemen, dat het Vuur eertyds voor de Koningen van Persië wierd voorgedraagen, en wy hebben reedsGa naar voetnoot(a) aangemerkt hoe hoog de eerbied van deeze Hoofdtstof in 't Oosten was gebragt.

Deeze Vorst word op de kniën gedient;Ga naar margenoot+ men durft hem niet staande spreeken. Een ieder neemt voor hem het stilzwygen in acht: Maar als hy drinkt, roept elk ter zyner eere uit, de Lucht weergalmt van dit gejuich, het Koninglyk Paleis, de gansche Stadt door, word dit gehoort; en men weet

[pagina 405]
[p. 405]

zelf door diergelyk gerucht en gejuich, wanneer den Monarch niest.

Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot(a) Men verzeekert, dat deeze Vorst en zyne Onderdaanen zeer bygelovig zyn, en dat ze veel geloof aan de Waarzeggery en Tovery slaan. De Monarch zegt men ook, heeft een byzonder Huis alwaar men de Lyken der geenen hangt die om misdaaden hun strafvonnis ontfangen hebben. Men begraaft hen niet dan nadat ze al hun vochtigheit hebben uitgewazemt, die ontfangen word in een Vat enkelyk tot dit gebruik geschikt. Hier van stelt men een Uittrekzel of Elixer toe, 't welk zoo zy meenen hen voor een bewaarmiddel tegen de Tovery dient, en zelfs hen het leven verlengt.

margenoot+
Van welk een gevoelen die van Monomotapa omtrent hunnen Gods dienst zyn.
margenoot+
Welk een gebruik zy van een nieuw Vuur maaken.
voetnoot(a)
In de Verhandeling over den Godsdienst der Gauren.
margenoot+
Hoedanig ontzachelyk deezen Landaart hunnen Vorst dient.
margenoot+
En hun bygeloof aangemerkt.
voetnoot(a)
Purchas.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken